Column | Vera vs. Voetbalbond

Carolina Trujillo

Wat zegt ons voetbal tegen de vrouw die het spel, toen het nog maar een kleuter was, keer op keer half verzopen uit de Noordzee trok, aan land bracht en in leven hield? Tegen de vrouw die het vrouwenvoetbal hielp lopen tot het de tred kon verstevigen. Die het de spieren hielp versterken tot het ondanks hoon en tegenwerking in een officieel tenue het stadionlicht in denderde. De vrouw die voor die shirts en die plek als een beest had gestreden, kreeg toen het erop aankwam, geen shirt en geen plek. Op een terras zitten ze tegenover elkaar. Ons voetbal en de vrouw, Vera Pauw. Op tafel ligt de krant waarin ze haar verhaal heeft gedaan.

Wat zegt ons voetbal, dat nu een grote ster is aan het firmament, met bekers in vitrines, met medailles om tanige halzen en meisjes op kicksen zover het oog reikt, tegen de vrouw die voor elke meter van dat territorium streed en zelf onder het tapijt werd geveegd? Die haar stem voor het spel verhief en zelf werd verzwegen. Die de toekomst bouwde en uit het verleden werd gewist.

Wat zegt dat voetbal dat nu groot genoeg is om alles te weten, nu de vrouw aan de andere kant van de tafel, een kameraad, een strijder, na vijfendertig jaar zwijgen, haar verhaal bekend heeft gemaakt? In kantoren van de bond werd ze vernederd. In haar huis werd ze door een coach verkracht, met haar aanklacht werd niets gedaan

Wat zegt voetbal tegen de vrouw die door collega’s werd ingekleurd in de tonen ‘moeilijk’, ‘kun je niet mee samenwerken’, ‘valt niet mee te praten’? Gewoon, omdat roddel en achterklap vrouwenfilters in de mannenwereld zijn. Wat zegt voetbal tegen de vrouw die terugbeet en denkt dat ze dat niet hard genoeg deed? Wat zegt het tegen de vrouw die ondanks de vernederingen elke dag bleef inklokken naar vijandig gebied, omdat ze het voetbal niet alleen wilde laten, omdat ze wist dat het geen bondgenoot kon missen in de strijd tegen de bond.

Nu ligt er een rapport, resultaat van een onderzoek. Op haar aanklacht is in bondskantoren ‘onvoldoende alert gereageerd’. Nu zijn ze wel wakker, niet door het rapport dat daar al in een la lag te verdwijnen, maar door het geluid dat haar verhaal maakte toen ze het de wereld in kinkelde.

Vera is al jaren weg uit Nederland. Ze woont aan de andere kant van de Noordzee. De bond die daar over voetbal heerst, verkracht haar niet, verzwijgt haar niet en veegt haar niet onder tapijten. Integendeel.

In Nederland bezoekt ze oude vrienden. Zo zit ze aan die terrastafel tegenover haar verzopen kleintje van vroeger dat nu koppen boven haar uittorent. Tussen hen in ligt haar verhaal zwart op wit. Voetbal heeft het gelezen. Haar woorden bij de daden kwamen neer als mokerslagen: ‘Hij ramde ’m erin en ging weer weg.’ Voetbal kijkt naar Vera. Vera kijkt terug. Voetbal slaat de enorme arm om haar schouders, knarst de tanden en zegt: „Deze is voor mij. Ik ga dit regelen.”

Carolina Trujillo is schrijfster.

Lees verder…….