Column | Vergeefs verheugd

Ellen Deckwitz

Als ik echt moest kiezen, zou ik liever niet helderziend zijn omdat het leven dan één lange spoiler wordt, maar er zijn momenten waarop ik wel had willen weten wat de toekomst bracht, zoals vorige week. Er stond een diner op de agenda, zo chic dat ik er een pak voor had gekocht en zo leuk dat ik de dag erna had vrijgehouden. Helaas zorgde een verdwaald norovirus ervoor dat het stel waarmee ik op pad zou gaan een uur van tevoren afbelde (aan de galm te horen deden ze die mededeling vanaf het toilet).

Dus daar stond ik in mijn woonkamer, in mijn gloednieuwe pak met mijn gloednieuwe wimpers. Nu ben ik er in de loop der tijd redelijk goed in geworden om tijd met mezelf door te brengen dus pakte ik er maar een boek bij, maar er bleef een leegte. Ik dacht nog steeds constant dat er iets leuks te gebeuren stond en moest mezelf er dus ook constant aan herinneren dat dat leuks was geannuleerd.

„God ja”, zei mijn beste vriendin toen ik haar belde, „je hebt je vergeefs verheugd. Ik heb dat met dates. Ik heb mijn benen zo vaak zinloos geschoren.”

„Eigenlijk”, zei ik, „zou er een soort noodcentrale moeten bestaan, waar mensen wier afspraak niet doorgaat aan elkaar worden gekoppeld. Dan kun je alsnog uit eten of op date.”

Ze moest lachen, maar ik vond het een topplan. Ik zou er een app voor kunnen ontwikkelen. Voor iedereen die werd afgezegd terwijl de kinderen en/of huisdieren al uit logeren waren gedaan of de boel al was onthaard. Je vulde een paar voorkeuren in (glutenvrij, liefst geen strafblad) en bam, het algoritme deed de rest. Wie weet wat voor vriendschappen of relaties eruit zouden ontstaan!

Ik enthousiast mijn moeder bellen.

„Totale vreemden”, zei ze.

„Nou niet echt vreemd”, probeerde ik. „Want ze zitten in hetzelfde schuitje, dus dan zijn het toch geen…”

„Totale vreemden”, zei ze.

Oké, de mens heeft zijn reputatie een beetje tegen, maar een deel valt best mee. De rest van de avond dacht ik na over de menigtes die ik met elkaar in contact kon brengen. Iedereen die nu nog op zijn paasbest met een overschot aan vrije uren op de bank zat, snakkend naar gezelschap. Ik keek uit over de stad. O, dacht ik. Al die mensen, al die mogelijkheden. Al die kansen om samen toch nog iets van het leven te maken.

Ellen Deckwitz schrijft op deze plek een wisselcolumn met Marcel van Roosmalen.

Lees verder…….