Column | Onder de wolken

Ellen Deckwitz

Een vriendin zit momenteel in een zonovergoten vakantieresort en stuurt me dagelijks foto’s van zichzelf in bikini, lurkend aan een cocktail. Ik deed net een kop thee met mijn moeder toen ik weer een kiekje binnenkreeg, dit keer van een baai bij zonsondergang met mijn vriendin en haar bruinverbrande toet op de voorgrond.

„Ze probeert je jaloers te maken”, gniffelde mijn moeder. „Maar goed, dan heeft ze de verkeerde te pakken.”

Zeker, want ik heb liever slecht dan mooi weer. Ik heb jaren moeten oefenen om niet bij voorbaat moedeloos te worden als ik bij het openen van de gordijnen een strakblauwe hemel zag. Er leek bij het zonnetje een reeks eisen te horen (die ongetwijfeld alleen maar in mijn hoofd bestond) zoals dat je nú moest genieten, nú naar het terras moest gaan (wat ik eigenlijk nooit echt leuk heb gevonden) en nú herinneringen moest maken die zo in een reclame voor gelukkige mensen konden.

Op mijn dertiende vroegen mijn ouders me naar welk land ik nog weleens op vakantie wilde. Ik zei meteen Schotland. Mijn ouders vonden dat een origineel antwoord, mooie natuur plus geschiedenis enzo, terwijl het mij juist de ideale reisbestemming leek vanwege het legendarisch slechte weer.

Tot mijn verbazing gingen we die zomer daadwerkelijk naar Schotland. Ik verheugde me op de regen, op wandelen onder eindeloze grijze wolkendekens.

‘En toen kregen we een hittegolf!”, hikte mijn moeder. Ik ben er nog steeds niet helemaal overheen. Dagen achter elkaar wolkenvrije luchten. Ik verbrandde (want wie denkt er nou aan om je in te smeren in de Highlands) en werd als ik me had verstopt in de slaapkamer weer het daglicht in gestuurd. Het ergste was nog dat ik aan de lopende band ook nog eens werd gechagrijnshamed door een familie die vrolijk door de goudgele velden stuiterde.

Door de jaren heen heb ik gelukkig leren omgaan met de zon. Wat daarbij hielp was het inzicht dat mijn meteorologische voorkeuren eigenlijk pure mazzel zijn, want in Nederland is het nog steeds vaker niét dan wel zonnig. En dat geeft de burger moed.

Gistermiddag moest ik de deur uit en werd ik op straat meteen overgoten door bakken zonlicht. Vroeger zou ik als een krijsende Dracula ineen zijn geschrompeld, maar tegenwoordig gaat het dan wel.

Kalm maar, zei ik tegen mezelf, wat nu schittert kan straks niet meer schitteren.

Ontspannen stapte ik de wereld in, wetende dat alles tijdelijk is, en dat dus ook de zon ooit weer zal schijnen achter de wolken.

Ellen Deckwitz schrijft op deze plek een wisselcolumn met Marcel van Roosmalen.

Lees verder…….