Column | Niet persoonlijk

Ellen Deckwitz

Een tijdje terug gaf ik op een leuke school een workshop gedichten schrijven en na afloop bleef Lisa (groen haar, 15, fan van de band Pixies) hangen. We kletsten wat, ze vertelde over haar interesses (ze wist meer over seriemoordenaars dan over Rutte IV) en pas toen ze de deurklink al vast had, kwam de vraag.

„Hoe maak ik leven eigenlijk iets makkelijker voor mezelf?”, vroeg ze.

Ik antwoord geven. Ze klaarde helemaal op.

„Dat ik daar zelf niet op was gekomen!”, jubelde ze.

Ik voelde mezelf de rest van de dag Gandhi.

„Je zei wát?!”, brieste mijn zus-de-psycholoog toen ik haar over mijn advies vertelde.

„Nou, gewoon”, haperde ik, „dat het leven iets makkelijker wordt als je aan het einde van elke dag even kijkt hoe je jezelf dwars hebt gezeten, en wat je daaraan kan veranderen. Dat hielp mij vroeger in ieder geval heel erg.”

„Ja, als je een doorsnee tiener eind jaren negentig bent misschien, maar kinderen hebben tegenwoordig zoveel meer op hun bord! Post-lockdowntrauma, jeugdzorgwachtlijsten, energiecrisis, armoede, oorlog! Het is geen kwestie meer van jezelf dwarszitten, maar van een totaal verknipte en onveilige wereld waarin niemand zonder kleerscheuren kan opgroeien!”

„Wat had ik dan moeten zeggen”, piepte ik.

„Niets!”, bitste ze.

Donderdag belde ik met een collega-dichter, die ondanks een hel van een jeugd toch een gezellig en succesvol bestaan leidt. Ik vroeg haar naar haar geheim. „Mijn bestaan werd draaglijker”, peinste ze, „toen ik begon te beseffen dat ik alles wat me was overkomen gewoon niet zo persoonlijk moest nemen. Opeens was ik geen tijd meer kwijt aan mijn ego of aan zelfverwijt.”

Opeens was ik geen tijd meer kwijt aan mijn ego of aan zelfverwijt

Ik appte het meteen aan mijn zus, die dat wel een aardige levenshouding vond, en met die zegen mailde ik de goede raad ook naar Lisa, in de hoop dat ze er wat aan had.

Twee dagen later kreeg ik bericht terug.

„Wat me overkomt, is niet mijn schuld”, schreef ze. „Dat is een fijn idee. Daar kan ik wat mee.”

Eind goed al goed!

En zo kabbelde de tijd verder. Er kwamen Kamerdebatten over Jeugdzorg. Er waren berichten over de toename van depressie onder jonge vrouwen. Ik hoorde op de radio over de steeds langere wachtlijsten in de ggz. Tussendoor updates over de onderhandelingen van kabinet en coalitie met de energiebedrijven. Plus nieuwe berekeningen over hoeveel jongeren er door de energiecrisis onder de armoedegrens zouden belanden.

Op televisie kwamen politici aan het woord die alle crises niet hadden zien aankomen, ook al werden ze er al jaren voor gewaarschuwd.

Niet persoonlijk, dacht ik. Niets is persoonlijk.

Ellen Deckwitz schrijft op deze plek een wisselcolumn met Marcel van Roosmalen.

Lees verder…….