Column | Corruptie is een populaire strategie onder autocraten

Corruptie in het Europees Parlement beschadigt de politiek, ziet . En maakt Europa kwetsbaar.

Het omkoopschandaal in het Europees Parlement dat deze maand aan het licht kwam, is schadelijk voor het aanzien van het parlement, voor de reputatie van de andere Europese instellingen en voor ‘de politiek’ in het algemeen. Het schandaal, waarbij Qatar en Marokko betrokken zouden zijn, bevestigt het platte, maar wijdverbreide vooroordeel dat het ‘daarboven toch allemaal maar graaiers zijn’. Aan de toog wordt niet snel onderscheid gemaakt tussen het Europese Parlement, de Europese Raad en de Europese Commissie, of tussen ‘Brussel’ en ‘Den Haag’. Aan de toog regeert de filosofie van ‘een pot nat’ – een ongenuanceerd, maar onverbiddelijk leerstuk.

Het Parlement heeft meteen beloofd schoon schip te maken, regels aan te scherpen, mazen in de wet te dichten. Het is te hopen dat het schandaal reinigend werkt. Want Qatar heeft omkoping natuurlijk niet uitgevonden. Corruptie is al lang een instrument van internationale politiek en het zal niet de laatste poging van een niet-EU-land zijn geweest om in Brussel op oneigenlijke wijze invloed uit te oefenen.

De voorzitter van het Parlement, Roberta Metsola, onderstreepte vorige week dat haar instelling regelmatig op de korrel wordt genomen door autocratische regimes. Ze werd daar terecht voor bekritiseerd omdat ze het parlement als slachtoffer neerzette en niet als mede-dader. Het was per slot van rekening een Europarlementariër die het geld in ontvangst nam. Bovendien heeft het parlement op dit gebied zijn zaakjes niet op orde. Waakhonden als Transparency International roepen al jaren om meer transparantie, strengere regels en beter toezicht. De ngo legde tien eisen voor verbetering op tafel.

Maar Metsola had óók gelijk. Het EP ís een doelwit van autocratische regimes. Toen het parlement Rusland eind vorige maand formeel aanmerkte als staatssponsor van terrorisme legden hackers prompt de computernetwerken even plat. De aanval werd opgeëist door een pro-Russische groep, onduidelijk is of die in opdracht van het Kremlin handelde.

Onderzoekers maken onderscheid tussen drie soorten corruptie. De bekendste variant is bureaucratische corruptie. In sommige landen moet je een bankbiljet bij je paperassen doen als je bijvoorbeeld een rijbewijs aanvraagt of een of andere lokale vergunning. De bureaucraat maakt misbruik van zijn macht voor eigen gewin. De bedragen zijn vaak overzichtelijk.

Dat verandert als ondernemers doelgericht politici of bestuurders omkopen om een voorkeursbehandeling te krijgen, bijvoorbeeld bij openbare aanbestedingen. De potentiële winst van ‘grote corruptie’ is aanzienlijk en de inzet navenant hoger. Beide varianten ondermijnen op den duur het staatsbestel omdat een corrupt regime geen geloofwaardige handhaver van orde en gezag kan zijn. Corruptie is een langzaam werkend gif.

Qatar maakte gebruik van strategische corruptie. De beïnvloeding draaide, voor zover bekend, niet direct om persoonlijk gewin aan Qatarese kant, maar om het landsbelang. De Griekse parlementariër Eva Kaili, die zegt onschuldig te zijn maar van de Belgische rechter nog een maand in voorarrest moet blijven, zette Qatar tegen betaling in een gunstig daglicht. Dat helpt als je als land permanent op de korrel wordt genomen voor de uitbuiting van arbeiders. Bovendien praat het parlement mee over luchtvaartverdragen en visakwesties. Besluitvorming over dossiers waar Qatar belang bij heeft is opgeschort.

Qatar heeft illustere voorgangers. Uit een fraai stuk in Foreign Affairs blijkt dat communisten en nationaal-socialisten het in de jaren dertig van de vorige eeuw al zo bont maakten in Washington dat de VS zich met wetgeving te weer stelden. In de Koude Oorlog waren het vooral dictators die probeerden invloed te kopen. Na de val van de Muur in 1989 kwamen er nieuwe staten op de markt die zich in Washington meldden en daarbij soms over de schreef gingen. China kocht invloed in Australië en ook Rusland en Turkije gaan niet vrijuit. Sommige regimes, concluderen de auteurs, misbruiken de vrijheden van het Westen om die vrijheden daarna in diskrediet te brengen.

Juist daarom is het zaak dat het Europees Parlement zich wapent tegen deze vorm van corruptie. Het gaat niet alleen om geloofwaardigheid van een instelling die nog steeds voor zijn zichtbaarheid moet vechten, het gaat ook over weerbaarheid in een bikkelharde internationale omgeving.

Lees verder…….