Column | BN’er-haat

Marcel van Roosmalen

Ik zit natuurlijk in een mediabubbel, waar iedereen de hele dag bezig is met elkaar. Allemaal een mening over Matthijs. En over elkaar. Maar ik woon ook in een dorp in de periferie, waar oorzaak en gevolg nul indruk maken. Als de zeis eroverheen gaat, staan ze juichend langs de kant en dan maakt het echt niet uit of de BN’er Matthijs, Linda, Thijs of Wendy heet. De conduitestaat doet er niet toe, ze zijn totaal niet geïnteresseerd in wederhoor. Waar rook is, is ook vuur en anders blazen ze net zo lang naar het gloeiende hout tot er vuur ontstaat. Als de kop maar rolt.

Ze heulen met iedere BN’er, maar laten hem of haar net zo hard vallen. De BN’er is de huisvriend die je na een paar bezoekjes al zat bent. Je lacht voor de vorm met hem mee, maar het is wachten op de aanleiding om hem voorgoed je huiskamer uit te trappen. Wie aan de beurt is, rest maar één ding: knielen en schuld bekennen of oprotten, maar dat laat zich ook makkelijk combineren.

Of helemaal tot het gaatje gaan, zoals André Hazes senior.

Dan ben je ‘een echte’, maar als zijn zoon denkt dat hij op die roem mee kan liften, heeft hij het mis. Gewoon bij start beginnen en eerst zelf een jaar of twintig in de kuil met stront liggen.

Ik vraag de mensen in het dorp als daar aanleiding toe is weleens waar de haat voor die mensen die ze helemaal niet kennen vandaan komt. Feit en fictie worden dan moeiteloos door elkaar gehusseld, ze hebben helemaal geen aanleiding nodig om een BN’er te haten of te cancelen.

Ze haten ze allemaal.

De BN’er heeft altijd het nadeel van de twijfel.

Voor hem of haar tien anderen, iets wat ze zelf ook regelmatig naar de kop geslingerd hebben gekregen.

„Je hoeft niet te denken dat ik jou op een voetstuk heb staan”, zei een man die een verkeerd bezorgd pakketje kwam afleveren. Hij had net als ik een ‘pannekoeken-achtergrond’.

„Als er een BN’er kwam, gaven we er in de keuken altijd een rochel op, en dan goed uitsmeren.”

En denk maar niet dat je buiten schot blijft als je het domvolk naar de bek praat, juist dan val je extra hard. Dan had je maar niet net moeten doen alsof je gewoon bent gebleven.

De ideale BN’er is de BN’er die niet opvalt, maar die zijn er eigenlijk niet.

Marcel van Roosmalen schrijft op deze plek een wisselcolumn met Ellen Deckwitz.

Lees verder…….