‘Bij ons thuis zijn er weinig momenten met niets’

Wesley: „Ik ben Wesley, 23 jaar, het allerliefste vind ik papa en mama, mijn twee grote broers en mijn perfecte zus. En acteren, dat is helemaal mijn ding! Ik wil heel graag beroemd worden.” Féline: „Zo heet ook zijn Instagram-account: Wesley wordt beroemd.”

Hans: „Al kun je tegenwoordig beter zeggen: Wesley is beroemd.”

Martine: „Wesley is van kinds af aan al graag aan het entertainen. Of het nou bij het Bloemencorso hier in het dorp is, tijdens Sinterklaas of op de camping in Italië: Wesley steelt altijd de show. Toen hij na school op zijn achttiende een jobcoach kreeg om te kijken wat voor werk hij wilde doen, toen zei hij…”

Wesley: „Acteren!”

Martine: „Zo kwam hij terecht bij Domino in Leiden, een theatergroep voor mensen met een beperking. Via via heeft hij toen een eerste rolletje in de tv-serie Downtown gekregen, en later nog een klein rolletje in Moedermaffia. Uiteindelijk kwam de film Jippie no more! zomaar op ons pad”

Wesley: „Ik heb de hoofdrol, van Jippie, zo heet mijn rol.”

Martine: „Het is best een project geweest, maar vanaf het begin af aan voelde het hartstikke goed. Zo waren de opnames in de buurt van Zaltbommel; voor ons best een eind rijden. Toen heeft de productiemaatschappij geregeld we daar in de buurt een huisje konden krijgen.”

Hans: „Het was wel even wennen toen ze weg waren, want wij kregen er taken bij die moeders normaal verzorgt: koken, stofzuigen. Maar we hebben ons prima gered.”

Pauwenveren

Martine: „De film was de openingsfilm op het Cinekid-festival. En vertel eens Wesley, wat heb jij toen op vakantie laten maken? Wat wilde je zo graag hebben?”

Wesley: „O ja, ik heb een mooi pak laten maken. Donkerblauw, met een wit overhemd en een vlinderdas, gemaakt van stof met pauwenveren erop.”

Martine: „Hij was helemaal het mannetje! En de film is hem op het lijf geschreven. Zoals je hem daarin ziet, zo is hij thuis ook.”

Hans: „We hoorden van de andere acteurs dat acteren met Wesley iets bijzonders is. Hij is zo naturel; daar word je als acteur in meegetrokken. Iedereen liep met ’m weg.”

Martine: „De première in oktober was een drukke dag. Wesley moest oefenen voor het opkomstmoment, hij had een interview voor het Jeugdjournaal. Maar toen we met ons gezin, inclusief aanhang, op een rijtje in de bioscoop zaten en de film begon, ja, dat was gewoon geweldig. Zó leuk!”

Féline: „Veel vrienden van mij willen het ook graag zien. Ze vragen er steeds naar.”

Martine: „Premières zijn natuurlijk niet normale kost voor ons. Een gewone dag begint hier rond zes uur ’s ochtends.”

Jelle: „We gaan vaak voor de file uit op pad. We verhuren stoomketels.”

Hans: „Bij stoom denken de meeste mensen aan machines van honderd jaar geleden. Maar in de industrie wordt nog dagelijks veel met stoom gewerkt. Bijvoorbeeld om melk te pasteuriseren, olie vloeibaar te maken of tuinbouwgrond te ontsmetten. Wij verhuren ketels als bedrijven tijdelijk extra capaciteit nodig hebben, of als er een stoomketel kapot is. Mijn vader is er ooit mee begonnen. Nu hebben we elf man personeel, inclusief de oudste twee jongens: Jelle en Calvin.”

Jelle: „Nu het koud wordt, begint voor ons de drukke periode van het jaar. Dan werk je wel eens meer dan veertig uur. Vijftig uur ook wel.”

Martine: „Ik was er altijd thuis voor de kinderen. Samen met het huishouden en al het rijwerk had ik daar mijn handen vol aan. We wonen vrij buitenaf en alle kinderen hebben fanatiek geschaatst. Dus ik heb héél wat kilometers gemaakt naar de ijsbaan in Den Haag, wedstrijden door heel het land. Wesley kan wel fietsen, maar hij is niet verkeersveilig. Samen met Hans breng ik hem dus ook overal naartoe.”

Uniformdag

Féline: „Ik doe de opleiding tot stewardess, in Hoofddorp. Maandag is uniformdag en kan ik niet zelf naar de bushalte fietsen, met zo’n rok. Dus dan brengt mama me.”

Martine: „Het is soms best wel eens veel.”

Féline: „Je gaat ook elke dag naar oma.”

Martine: „Nou ja, een paar keer in de week. Gelukkig is het wel anders nu de kinderen groter zijn. Zo’n project als Jippie, dat had tien jaar geleden niet gekund.”

Hans: „Er zijn weinig momenten met niets. Maar we zijn het gewend. Zo leven we.”

Martine: „Voor Wesley hebben we niet veel extra zorg. Er zijn verschillende gradaties van down en Wesley heeft een vrij lichte variant. Hij kan gelukkig veel dingen zelf: wassen, aankleden. De eerste drie jaar van zijn leven is hij wel veel verkouden geweest, maar daarna heeft hij eigenlijk altijd meegedraaid in het gezin.”

Jelle: „Het is niet dat wij ons hebben moeten inhouden of zo. Het is normaal.”

Féline: „Wesley maakt heel makkelijk contact met mensen. Hij heeft echt een gunfactor. We maken samen filmpjes voor op TikTok, die worden heel veel bekeken. Sommige meer dan 500.000 keer.”

Martine: „Hij is gewoon altijd zichzelf, spontaan. Zoals op de première van Jippie no more!, toen de presentatrice vroeg of iemand nog een woordje wilde zeggen. Nou, Wesley natuurlijk, hè! Hij liep naar beneden, pakte de microfoon en zette het lied in waar hij ook in de film mee eindigt: ‘Alle billetjes dansen, van links, naar rechts.’ En iedereen deed mee. Het is het onverwachte. Soms denk je: oh nee, doe maar niet.”

Féline: „Maar ik vind het leuk dat je het tóch hebt gedaan Wesley.”

Leeslijst