China’s megaproject om de wereld te verbinden heeft na tien jaar zijn glans verloren

Het nieuws op tv in China opent niet met beelden van de oorlog in Gaza. Wel zie je de Hongaarse premier Viktor Orbán in Beijing van de vliegtuigtrappen komen, opgewacht door een zang- en dansgroep. Ook de belangrijkste en meest omstreden gast, de Russische president Vladimir Poetin, is dinsdag gearriveerd.

Beide leiders zijn hier voor het Derde BRI-forum. BRI staat voor Belt and Road Initiative, een enorm Chinees project om de wereld, vooral door infrastructurele projecten, te verbinden via een Nieuwe Zijderoute. Het BRI bestaat nu tien jaar.

Verreweg de meeste Europese landen sturen geen regeringsleiders om dat feestje mee te vieren. Het is net geen officiële boycot, maar het komt dicht in de buurt. Die afwezigheid is een antwoord op de komst van Poetin, maar dat niet alleen. Het BRI heeft voor veel Europese landen zijn glans verloren. Italië, het enige West-Europese land dat – in 2019 – toetrad tot het BRI, wil nu van dat lidmaatschap af.

Achterdocht

„Italië had gehoopt dat het zijn export naar China zou bevorderen en de markttoegang van Italiaanse bedrijven tot China zou vergroten. Dat is niet gebeurd, integendeel”, zegt econoom Alessia Amighini, onder meer verbonden aan de Italiaanse denktank ISPI. „Ons handelstekort met China is alleen maar verder opgelopen, en dat geldt voor de meeste BRI-landen.”

Veel Europese landen voelen ook een grotere achterdocht jegens China dan in 2013. Dat komt onder meer door China’s ambivalente houding over de oorlog in Oekraïne. Zij karakteriseren het BRI inmiddels vooral als een van de vele instrumenten die China inzet om de wereld naar zijn hand te zetten – en daarmee willen ze niets te maken hebben.

Maar het BRI draait voor China nauwelijks meer om Europa, aldus Frans-Paul van der Putten, oprichter van onderzoeks- en adviesbureau ChinaGeopolitics. Hij volgt het BRI al vanaf het begin op de voet. „Oorspronkelijk had je twee soorten BRI-landen: de ontwikkelingslanden en de landen in Europa. Van de Europese landen is vrijwel alleen Hongarije overgebleven.”

Voor landen in Afrika, Zuidoost-Azië en Latijns-Amerika ligt het anders. „Voor hen is China vaak een welkom alternatief. Zij willen de relatie met het Westen aanhouden, maar ook een relatie met China onderhouden. Als je dat handig uitspeelt, kun je voor jezelf het meeste voordeel behalen”, aldus Van der Putten. „Toch willen weinig landen ook echt van het Westen overstappen naar China”, schat hij zo in.

Projecten vinden

Het Midden-Oosten is een kwestie apart. China werkt de laatste tijd veel meer samen met landen in die regio, maar dat gebeurt lang niet altijd onder de vlag van het BRI. Het gaat daar om projecten die makkelijker te financieren zijn met reguliere bankleningen, projecten op het gebied van woningbouw en fossiele en alternatieve brandstoffen.

China heeft vooral in het begin ontzettend veel geld in het BRI gepompt. Volgens een recente Chinese white paper ging het tussen 2013 en 2022 om investeringen ter waarde van ruim 360 miljard euro. China betaalde daar tegen de 228 miljard euro van.

Dat geld werd niet altijd goed besteed. Van der Putten: „Na de lancering van het BRI zei Xi: ‘Ik ga niet zeggen hoe het moet, jullie kunnen er zelf mee aan de slag.’ Dat leidde ertoe dat centrale en provinciale partijen allemaal los van elkaar projectjes startten, heel ongecoördineerd. Daarmee werd de kwaliteit van de projecten nogal divers.”

Een gevolg was dat sommige landen door hoge Chinese leningen in de schulden kwamen. Ook waren er kwaliteitsproblemen en milieuschade. „Het is nog niet zo makkelijk goede infrastructurele projecten te vinden”, zegt Van der Putten. „De beste projecten werden al gefinancierd door partijen als De Wereldbank. China pakte zelf eerst nog de betere projecten op die over waren, maar vanaf 2017 waren die zo goed als op. Dat maakte de investeringen nog dubieuzer.”

Ieder land zijn eigen initiatief

In dat licht is het interessant dat de VS, Europa en India inmiddels eigen, BRI-achtige plannen hebben aangekondigd. Zo presenteerde de EU in 2021 een Global Gateway Initiative, en kwam de Amerikaanse president Joe Biden vorig jaar met een Partnership for Global Infrastructure and Investment. India en andere landen voegden daar onlangs nog IMEC aan toe: een plan voor een handelscorridor.

Lees ook Nieuwe handelscorridor tussen India en het Westen is tegenhanger van Chinese zijderoute

De Indiase premier <strong>Narendra Modi</strong> (midden) begroet de Saoedische kroonprins <strong>Mohammed bin Salman</strong> op de G20-top in New Delhi op 9 september. De Amerikaanse president <strong>Joe Biden</strong> kijkt toe.

China gooide het vanaf ongeveer 2018 juist over een andere boeg. Het ging niet langer om groot, duur en prestigieus, maar om „klein en mooi”. Er kwam meer nadruk op groene projecten en groene energie, initiatieven die sneller op brede sympathie kunnen rekenen dan bijvoorbeeld de aanleg van vervuilende kolencentrales of wegen die van niets naar nergens lopen.

De projecten werden ook minder riskant: China heeft met een oplopende staatsschuld en een trage economie domweg het geld niet meer om er al te wild mee te smijten. Er is meer nadruk op commerciële haalbaarheid, en daarmee ook op commerciële partijen als uitvoerders.

Zo heeft het BRI veel van zijn oorspronkelijke functie als aanjager van grote infrastructurele projecten verloren. Er gaat minder geld naartoe. In 2016 maakte China ruim 27 miljard euro over naar Afrikaanse landen, vorig jaar was dat met zo’n 943 miljoen nog maar 3,5 procent, zo berekende Chinese Loans to Africa Database.

Lees verder…….