Apocalyptische vuurkracht

Dit wordt een lofzang op een BMW en een protest tegen zijn grootste ondeugd. In het geheim was ik natuurlijk toch verliefd op de i7 xDrive60, 544 pk schoon aan de haak. Maar van BMW mocht er nog een onsje superpower bij. Dus heeft de i7 M70, het topmodel van de 7-serie, er nu 660. Dat is de berg pk’s waarmee een zware vrachtwagen een last van veertig ton trekt. Die voor de truck noodzakelijke kracht wordt in de 2.800 kilo zware maar vergelijkenderwijs vederlichte elektrische M70 uitsluitend voor recreatieve doeleinden ingezet en iedereen begrijpt wat de gevolgen zijn: apocalyptische vuurkracht. Hij gaat af als een kogel. Het visuele effect voor omstanders is vergelijkbaar met dat van wegschietende ruimteschepen in recente sciencefictionseries. Die zag je in pre-digitale scifi nog banaal langzaam op gang komen, als koetsen achter een onzichtbaar paard. De nieuwe ruimtekisten verdwijnen na de start in een flits uit beeld, rechtstreeks het niets in, alsof de tijdsspanne tussen stilstand en beweging door hogere machten is weggeknipt. Dat sprinteffect kennen we van alle elektrische testauto’s met meer dan 400 pk, maar dit geschut acteert op de absurditeitsladder nog een paar treden hoger. Van een Ferrari vind je het normaal, bij een monumentale topsedan voor gezagsdragers en ceo’s vraag je je toch af: moet dat?

Afbeelding met meerdere focuspunten die samen een verhaal vormenZoom in voor alle details van de BMW i7 M70 xDriveKlik op de punten voor uitleg over de detailsFoto Merlijn Doomernik

Met de helft van dit vermogen zou hij ook 200 hebben gehaald en minder verbruiken. Maar je snapt wat BMW motiveerde zijn vlaggenschip tot kruisraket te upgraden. De concurrentie heeft stekkerauto’s met meer dan 1.000 pk; Tesla’s en Lotussen, de aanstaande Porsche Taycan Turbo GT, de Lucid Air Dream Edition. Die tegenspelers moet BMW pareren zonder zich te verlagen tot de naijver van de verslagen concurrent. Het merk speelt hoog spel. De hanigheid werd aangelengd met een vleugje distinctiedrang. Met deze cijfers laat BMW zien dat het zich niet door de macht van het getal wil laten gijzelen. Een topmodel met 660 pk betekent: we begrijpen de boodschap, maar voor ons zijn er grenzen. Wij laten ons niet verzwelgen door de vicieuze cirkel van het duizendplusproletariaat. Genoeg is genoeg.

Natuurlijk schurken zijn prestaties toch tegen de supercardivisie aan. De i7 xDrive60 schoot in 4,7 seconden naar 100, de M70 kan het een seconde sneller. De trekkracht bedraagt 1.015 newtonmeter. Ter vergelijking: een conventionele BMW 7-serie met zescilinder benzinemotor had niet eens de helft, en de matigheid was geen last. Het reisde aangenaam, langs lijnen der geleidelijkheid. De versnelling was psychologisch bevattelijk, de relatieve traagheid een rustgevend element. De superkrachten van vandaag zijn monsterlijk ongemanierd.

Omdat nog niemand op het idee was gekomen: beeldschermpjes in de achterdeuren.
Overdaad: In de rugleuningen van de voorstoelen zitten de USB-aansluitingen koket achter een schuifklepje.
Geen hippieschilderij. Een virtueel kunstwerk. Ter ontspanning.
• De kristalachtige lichtelementen in dashboard en deuren nemen desgewenst elke kleur aan.

Foto’s: Merlijn Doomernik

Lullo-suv

Wat als deze super-7 zijn hele emmer anabolen op het asfalt plempt? Maak je borst maar nat. Hij wordt een hondsdol projectiel dat op- en afritten tot schietbaan maakt. De ring A10 werd een oorlogszone door de structurele overbewapening van de betere elektrische middenklasse. Elke lullo-suv van Audi tot Volvo is te koop met meer dan 400 pk. Bij Tesla heb je voor een halve ton een Model 3 met bijna 500 pk, bij Nio voor minder dan de helft van wat de BMW-raket moet opbrengen bijna hetzelfde vermogen. Particulieren mogen de prijzen absurd vinden, voor de leasemarkt zijn ze doordeweekse keuze-opties. Zo komen deze rondrazende moordwapens gewoon op de weg. De hoop dat de energietransitie met zijn hoogstaande morele doelstellingen een halt zou toeroepen aan de pk-wedloop is smadelijk de bodem ingeslagen. Tesla & co doen er net zo hard aan mee als vroeger BMW en Audi elkaar opjoegen. Het werd zelfs erger toen vermogen toevoegen in het stekkertijdperk zo kinderlijk eenvoudig bleek te zijn. Elektromotortje of desnoods twee erbij en Ferrari kon inpakken.

Sensationeel. Maar vroeg of laat komen er ongelukken van. Dan grijpen wetgevers terecht in en zijn alle miljardeninvesteringen voor niets geweest. Daarom: maak auto’s langzamer. Laat de politiek maar eens druk zetten. Dit is geen margevraagstuk. Terwijl de veiligheidseisen voor auto’s absurde vormen aannemen, blijft dit veiligheidsrisico buiten beeld. De door Volvo en anderen ingevoerde snelheidsbegrenzing van 180 kilometer per uur is met deze vermogens een hypocriete druppel op een gloeiende plaat.

Voetnoot: Van de i7 is voor 67.000 euro minder een instapversie leverbaar, de eDrive50. Met 455 pk nog steeds een beer van een auto, die op één lading verder komt dan de oversekste grote broers. Hem moet je hebben. Want de auto zelf is geweldig.