Wie kan zich hier straks nog een auto veroorloven, vragen ze zich in Venlo-Noord af

Zelf heeft Stina Burhenne (68) geen rijbewijs. Ze heeft altijd gefietst. „Als je kerngezond bent, heb je hem niet nodig”, zegt ze, wijzend op de 23 jaar oude Opel Vectra voor haar woning. „Dan had-ie er niet gestaan.”

Maar fietsen gaat niet meer. Ze heeft reuma en loopt moeizaam. In dat geval is de auto geen overbodige luxe. Voor de boodschappen, en meer nog voor het ziekenhuis waar ze met regelmaat op controle moet. „Daar zit je aan vast. De auto is voor ons niet te missen.”

Genooi, zeggen de bewoners, is een buurt van „gewone volksmensen”. De ramen in de meest noordelijke wijk van Venlo zijn veelal voorzien van rolluiken. Relatief veel buurtbewoners leven van een laag inkomen of een uitkering.

Die huishoudens dreigen door de energietransitie in de knel te komen, signaleert onderzoeksbureau TNO in een onlangs gepubliceerd rapport. De auto op diesel, gas of benzine, die nagenoeg ieder parkeervak in de wijk bezet, gaat duurder worden. Maar overstappen naar elektrisch rijden is niet voor iedereen haalbaar. Voor honderdduizenden huishoudens in Nederland dreigt vervoer op termijn onbetaalbaar te worden.

Foto Merlin Daleman

„Verduurzaming is leuk en aardig”, zegt Lot Walda (57) op de parkeerplaats van winkelcentrum Trefcenter, „maar voor mij gewoon niet te betalen. Ik kan me voorstellen dat heel veel mensen zeggen: bekijk het maar, ik ga het niet doen.”

De auto kan Walda niet missen. Hij werkt als kok in een eetcafé aan de andere kant van de stad. „Voor de afstand hebben we de auto niet nodig”, zegt hij. „Maar voor mijn werktijden wel.” Voor hij de deur van het restaurant achter zich dichttrekt, is het meestal tegen middernacht. „Rond die tijd rijdt er geen bus of trein meer.”

En, zegt zijn vrouw Sonja, eveneens werkzaam in de horeca, „dan heb je er zo’n veertien uur opzitten. Dan is het de auto instappen en naar huis. We weten van tevoren ook niet hoe laat we klaar zijn. Is er een partij, dan kunnen we de laatste bus heel makkelijk missen. Wat dan?”

Geen alternatieven

Hoeveel er straks moet worden betaald aan de pomp, is onduidelijk. Dát rijden op fossiele brandstoffen duurder wordt, daarover bestaat weinig twijfel. De energietransitie vraagt om maatregelen die rijden op vervuilende brandstof ontmoedigen, zoals verhoogde accijnzen en milieuzones – bestelbussen en vrachtwagens op diesel zijn in een groeiend aantal binnensteden al niet meer welkom.

De keerzijde, voorziet TNO, is dat niet iedereen alternatieven binnen bereik heeft. Voor mensen met lage inkomens is een elektrische auto veelal te duur, ook al zakken de prijzen. Openbaar vervoer is lang niet overal een optie – en dat geldt niet alleen in dorpen waar de buslijn is geschrapt.

Ook aan de rand van de stad zijn veel mensen aangewezen op de auto. Ze werken op een bedrijventerrein waar de bus niet stopt of hebben een functie die zich niet houdt aan de dienstregeling van de trein. Ze zijn slecht ter been of afhankelijk van de auto om een sociaal leven te onderhouden. Waar dat niet lukt, kan dat leiden tot werkloosheid, verslechtering van de gezondheid, of sociaal isolement.

Het openbaar vervoer, hoor je in Genooi, is hier veel minder dan in de Randstad. Bus 83 van Venlo naar Nijmegen, die eens in het halfuur door de wijk komt gereden, is vooral in trek bij scholieren. Pedagogisch medewerker Selcam Taste (23) woont bij de halte om de hoek, maar maakt er sinds ze haar rijbewijs heeft vrijwel nooit gebruik van. „Zou ik de bus pakken, dan ben ik een uur kwijt, terwijl ik er met de auto in twintig minuten kan zijn.”

Insectenburger

Straks, denkt een vrouw (53) die niet met naam in de krant wil, is autorijden alleen nog voor de elite. „Wie kan zich dat straks nog veroorloven? In deze wijk”, zegt ze terwijl ze zich laat zakken in het zitje van haar rollator, „niemand.”

Van maatregelen om rijden op benzine terug te dringen ziet ze vooral de nadelen. „Ze drammen het ons door de nek. Je wordt afhankelijk gemaakt van de overheid, dat is waar ik mij het meeste zorgen over maak.”

In feite, zegt ze, „is het heel makkelijk op te lossen allemaal. Er is hele goede kernenergie, maar dat willen ze niet doen. Zíj hebben straks nog een dikke auto, maar wij niet meer. En als jij straks aan je insectenburger zit, eten zij nog gewoon een T-bone steak.”

Lees ook Geen bus? Dan ook geen gelijke kansen

Geen bus? Dan ook geen gelijke kansen

De wil om te verduurzamen is er wel, zegt Walda. „Maar maak het aantrekkelijk. Wij hebben geen werkgevers die zeggen: je krijgt een auto van de baas.” Sonja: „En die verplichting, daarmee strijk je al heel veel mensen tegen de haren in.”