‘Weten Nederlanders dat wij vrezen voor ons leven omdat jullie koeien soja krijgen?’

Op de boerderij van Antelmo Díaz, die migreerde van Zuid-Brazilië naar de noordelijke deelstaat Pará.


Foto Ian Cheibub

Amazone Zondag is ronde één van de presidentsverkiezingen in Brazilië. Het beleid van president Bolsonaro drijft inheemse volkeren in het nauw. „Vier jaar erbij en de Amazone is vernietigd.”

Zorgvuldig trekt sojaboer Antelmo Díaz (69) het prikkeldraad omhoog, stapt met zijn teenslippers op de kurkdroge maïsresten en loopt richting zijn koeien. „Oewehh, oewehh.” Met lange uithalen roept hij ze bijeen. Een groepje witte runderen kijkt nieuwsgierig op en stopt met kauwen. „Binnenkort staat het hier puur vol met soja”, zegt Díaz tevreden. Hij streelt de hals van een van de koeien. „En dan gaan zij naar de slacht.”

Zijn fazenda (boerderij) ligt zo’n veertig kilometer van de grote Braziliaanse havenstad Santarém, in de deelstaat Pará. Op zijn grond verbouwt hij maïs en soja, en grazen koeien voor de slacht, vertelt Antelmo Díaz. Zijn tongval verraadt dat hij een gaúcho is, iemand afkomstig uit het zuiden van Brazilië. Zijn voorouders waren Spaanse en Italiaanse immigranten. In de jaren negentig van de twintigste eeuw trokken veel van hen naar het noorden. Op zoek naar meer landbouwgrond voor hun fazenda’s streken ze neer in de Amazone.

„Ik ben hier in 2003 gekomen”, zegt Díaz. „Ik wil dat mijn zoon en later ook mijn kleinzoon hun eigen boerderij kunnen beginnen.” Hij veegt het zweet uit zijn gezicht en snor. „Er is hier genoeg ruimte. Er liggen volop kansen voor ons. En van ontbossing moeten jullie me niet beschuldigen! Op die grond plant ik soja, mais en grazen de koeien.” In de verte maakt een grote landbouwmachine de grond denderend bouwrijp voor het naderende sojaseizoen. Het is bloedheet. Het heeft al lang niet geregend in dit deel van de Amazone.

Bij de eerste ronde van de Braziliaanse verkiezingen, deze zondag, staat er hier in het hart van de Amazone veel op het spel. De ultrarechtse president Jair Bolsonaro (67) mikt op een tweede termijn, maar heeft stevige concurrentie van zijn aartsrivaal, ex-president Luiz Inácio ‘Lula’ da Silva (76), die na zijn eerdere regeerperiode (2003-2010) hoopt terug te keren in het machtscentrum. Lula gaat aan kop in de peilingen, maar waarschijnlijk is er een tweede kiesronde (op 30 oktober) nodig om te bepalen wie de komende vier jaar het grootste en economisch sterkste land van Zuid-Amerika leidt.

Er is hier genoeg ruimte. Er liggen volop kansen voor ons. En van ontbossing moeten jullie me niet beschuldigen! Op die grond plant ik soja, mais en grazen de koeien

De afgelopen vier jaar volgde Bolsonaro een anti-milieu-agenda door enthousiast de belangen van de grootgrondbezitters en agrosector te behartigen en de Amazone verder open te stellen voor exploitatie. Het leidde tot nog meer houtkap, drugshandel, visserij, landjepik en ontbossing in het grootste oerbos van de planeet. Milieuagentschappen werden uitgehold, hun kantoren gesloten.

Uitzicht op de boerderij van Antelmo Dias in Belterra. Foto Ian Cheibub

Soja-boom

De strijd om land leidde tot hevige conflicten tussen inheemse bewoners en veelal bewapende, illegale indringers. Met meer moorden op activisten, inheemse leiders en journalisten veranderde de Amazone de afgelopen jaren in een strijdtoneel. In Santarém, waar al deze problemen samenkomen, hopen de sojaboeren dat Bolsonaro blijft als president. Voor inheemsen is dat juist het schrikbeeld.

Soja is uitgegroeid tot een van de belangrijkste exportproducten van Brazilië. De bonen gaan vooral richting China en Europa – ook naar Nederland, dat ze deels doorvoert, vooral naar Duitsland. Santarém is spil in deze boom. De stad ligt aan het punt waar de schitterende Tapajosrivier samenvloeit met het uitgestrekte water van de Amazone. Vanuit de westelijk gelegen deelstaat Mato Grosso, ook een groot sojagebied, loopt een grote autoweg (de BR 163) dwars door het oerwoud richting de haven.

Veel van de terminals en kades zijn na de eeuwwisseling uit de grond gestampt, en er liggen bouwplannen voor nog meer infrastructuur, waaronder een spoorlijn. Nederlandse bedrijven zoals Boskalis en Arcadis waren betrokken bij de bouw van de omstreden maar prestigieuze sojahaven. Zo zou Bolsonaro andere delen van de Amazone ook willen inrichten. Want, zo zegt hij vaak: het woud biedt Brazilië in potentie enorme rijkdom en zou nog veel verder ontgonnen moeten worden.

De haven in Santarém, in deelstaat Pará, Noord-Brazilië, van waaruit soja van landbouwgronden in het Amazonegebied wordt vervoerd naar de rest van de wereld.
Foto’s Ian Cheibub

‘Wat denk je wel, indiaan’

Alessandra Korap Munduruku (37) steekt voorzichtig een peddel in het water van een zijkreek van de Tapajos. Dichtbegroeide kluwen van tropische planten en bomen hangen over het water. „Deze plek is heerlijk”, zegt ze. „Alles hier draagt kracht in zich. Dit is pas echt rijkdom.” Ze snuift de zoete boslucht op, schept met een klein bakje water uit de rivier en drinkt het leeg.

Hier is het water nog schoon. Maar stroomafwaarts, in de buurt van Itaituba, een dorp van de Munduruku-gemeenschap waar ze deel van uitmaakt, is de Tapajos zwaar vervuild met kwik. Het werk van garimpeiros: Braziliaanse goudzoekers, veelal mannen tussen de twintig en veertig die illegaal het gebied van de inheemsen binnendringen op zoek naar goud. Bij goudwinning gebruiken ze kwik, dat in de rivier belandt. „Ze vernietigen onze rivieren. We kunnen geen vis meer eten. Ze kappen bomen, brengen alcohol en geld naar ons dorp, terwijl wij, de Munduruku, geen geldeconomie kennen.” Meisjes in het dorp worden lastiggevallen door de goudzoekers, vertelt ze, soms worden ze zelfs gedwongen zich te prostitueren. „Toen ik zag hoe mijn dorp veranderde en niemand er iets tegen deed, besloot ik mijn mond open te doen.” Ze werd activiste. In 2019 vertrok ze naar Santarém om rechten te studeren om zo de strijd tegen goudwinning en sojateelt in haar gebied effectiever te voeren.

Als we onze mond niet opendoen, wordt alles vernietigd

Nu is ze een van de meest bedreigde inheemse strijders. „Regelmatig zijn gewapende mannen mijn huis binnengedrongen. Een aanslag overleefde ik op het nippertje en ik krijg vaak dreigtelefoontjes en -brieven”, vertelt ze. „In een van de brieven stond: ‘Wat denk je wel, indiaan, dat je rechten durft te studeren. Ga terug naar het bos’. Mijn moeder vroeg me te stoppen omdat ze bang is dat er iets met me gebeurt. Toen zei ik: ‘Als we onze mond niet opendoen, wordt alles vernietigd.’ Maar uiteindelijk is mijn moeder ook achter me gaan staan en doet ze mee in de strijd”. Ze glimlacht.

Alessandra Munduruku, die strijdt tegen de excessen van goudwinning en sojateelt. Foto Ian Cheibub

Verdrongen

Vorig jaar werden rond de dertig activisten en een onbekend aantal inheemse leiders vermoord in Brazilië. Internationale aandacht was er eerder dit jaar voor de moord op een Britse journalist van The Guardian, Dom Phillips, en de Braziliaanse onderzoeker Bruno Pereira, die tijdens een reportagereis in de Amazone werden doodgeschoten door illegale vissers. In september nog werden twee jonge inheemse activisten vermoord in Mato Grosso.

Het grote probleem van de Munduruku is dat de grenzen van hun territorium in Pará nog niet officieel erkend zijn. Tijdens het grote demarcatieproces in de jaren tachtig en negentig kregen veel inheemse volkeren hun gebieden terug. Het idee was dat als zij in de gebieden wonen, ook de natuur wordt beschermd. De Munduruku zitten in de laatste fase van afbakening van hun gebied. Maar sinds Bolsonaro aan de macht is, zijn alle demarcatieprocessen stil komen te staan.


Lees ook: Het werk van Dom Phillips in zijn geliefde Amazone kostte hem zijn leven

„De sojaplantages rukken op en verdringen onze dorpen”, zegt Manoel Munduruku, de cacique (inheemse leider) tijdens een tocht door het gebied. Hier zijn behalve inheemsen ook quilombos, dorpjes van gevluchte plantageslaven, die hier sinds de koloniale tijd leven. Als je van boven op het gebied neerkijkt, wordt pijnlijk duidelijk dat het bos hier massaal is weggekapt om plaats te maken voor sojaplantages.

Door de ontbossing is het gebied steeds droger geworden. In de beekjes waar de inheemsen vissen, staat het water laag. En dieren verdwijnen. „Leven van de jacht en de visserij is steeds moeilijker. Straks moeten we, net als de stedelingen, eten in de winkels kopen”, zegt hij.

Manoel Munduruku, de cacique (inheemse leider) van de Munduruku Foto Ian Cheibub

„De verkiezingsuitslag is cruciaal voor de Amazone en voor de wereld”, zegt Alessandra Munduruku, die zich net als cacique Manoel grote zorgen maakt. Ze laat zich van de boot het water in glijden. „Nog eens vier jaar Bolsonaro en alles is hier vernietigd. De belangen van de sojaboeren, vleeshandelaren en goudzoekers gaan iedere keer voor. En wie aan hun belangen komt, kan een kogel verwachten. Weten jullie in Nederland wel dat we voor ons leven moeten vrezen omdat jullie koeien soja krijgen?”

Volgens Bolsonaro hebben de inheemsen in de Amazone grond genoeg en botst hun leefwijze met zijn plannen voor het gebied. Maar milieu-organisaties slaan al jaren alarm dat het ecosysteem snel een kantelpunt bereikt als de ontbossing doorgaat. De Amazone is dan niet meer te redden.

Vanuit de westelijk gelegen deelstaat Mato Grosso, ook een groot sojagebied, loopt een grote autoweg (de BR 163) dwars door het oerwoud richting de haven. Foto Ian Cheibub

‘We laten genoeg bos staan’

Het zijn dit soort waarschuwingen die zijn leven zuur maken, meent boer Antelmo Díaz. Hij weigert te geloven dat de Amazone zich niet meer herstelt. „We laten al genoeg bos staan. Wij sojaboeren moeten altijd een deel van onze grond onbeplant laten. De regels zijn al streng genoeg. Mensen moeten blij zijn dat wij er zijn. Hoe zou de wereld anders te eten krijgen?”

De ‘sojasnelweg’ loopt praktisch langs zijn boerderij. Hij is blij dat het gebied is ontsloten en zijn producten makkelijk naar Santarém kunnen. Maar de vrachtwagenchauffeurs, die de soja vanuit Mato Grosso over slecht onderhouden wegen richting de sojahavens vervoeren, klagen. In een morsig wegrestaurant naast een tankstation neemt vrachtwagenchauffeur Carlos Oliveira de laatste happen van een bord rijst, bonen en rundvlees. Hij rekent af en start zijn vrachtwagen. „Velen van ons werken als zelfstandigen en moeten de reparaties aan de vrachtwagens zelf bekostigen. Als deze weg Bolsonaro’s voorbeeld is, waarom is hij er dan zo slecht aan toe? Hopelijk wordt er geïnvesteerd in het wegdek als hij herkozen wordt. Wij houden nauwelijks geld over voor onze gezinnen.”

Vrachtwagenchauffeur Carlos Oliveira op autoweg BR163, die dwars door het oerwoud richting haven loopt. Photo: Ian Cheibub

Ondanks hun kritiek is een stem op de linkse Lula voor zowel de vrachtwagenchauffeurs als de boeren uitgesloten. Bolsonaro denkt ten minste aan de belangen van de boeren, zegt Díaz. „En hij heeft ook veel aan ons te danken.” Toen Brazilië in een lockdown zat tijdens de pandemie en kantoren sloten, werkten de boeren door, zegt hij. Zij verdienden toch het geld en zorgden dat er eten was? Hoewel Bolsonaro door de ernst van het virus stelselmatig te ontkennen fouten heeft gemaakt en de economie er slecht voor staat, blijft het voor Díaz belangrijker dat er geen linkse regering komt.

‘Superfood’ uit de Amazone

Dat is ook de boodschap in de plaatselijke pinkstergemeentekerk. „Links is de duivel”, verkondigt de voorganger herhaaldelijk in een drukbezocht zaaltje, niet ver van Díaz’ boerderij. Hij komt er zelf ook elk weekend om te bidden.

Met een politiek van o boi, a bola en a bíblia (de koe, de kogel en de Bijbel) kreeg Bolsonaro bij de vorige verkiezingen, in 2018, het platteland, evangelische christenen en wapengroeperingen achter zich. Het deed hem verrassend in het presidentieel paleis belanden, van waaruit hij zijn conservatieve kiezers de afgelopen vier jaar bediende met een agenda waarin God, het vaderland en de traditionele familie boven alles gaan.

Met een beroep op het recht op zelfverdediging versoepelde de regering-Bolsonaro ook wetten rond wapenbezit. Daarna gingen er ook in de Amazone meer pistolen en geweren circuleren. Toen Elisabeth Munduruku pas geleden açaí-bessen ging plukken achter haar huis, zoals ze vaker doet, zag ze plotseling een man met een pistool tussen de struiken. Ze vluchtte snel haar huis in. Die man was haar bessen aan het plukken, vermoedt ze. „We verbouwen dat al generaties, maar alleen voor eigen gebruik.”

Ze zoekt rondom het akkertje bij haar huis naar wat palmen die nog bessen dragen. Door de droogte is de oogst karig. „Als ik vroeger te veel bessen had, probeerde ik een opkoper te vinden in Santarém. Er was altijd maar één man die de bessen kocht, en vaak was hij niet in de stad.” Maar de afgelopen jaren is açaí steeds populairder geworden, ook in Europa. De bessen worden verwerkt in drankjes en yoghurt, die als ‘superfood uit de Amazone’ worden verkocht. „Voor ons is de populariteit van açaí een gevaar, want illegalen dringen ons gebied binnen en stelen de bessen. Er worden al hele plantages aangelegd.” Verderop probeert haar kleinzoon op het erf een kip te vangen voor het avondmaal. De Munduruku noemen de açaí-bessen al het nieuwe goud. „Ik ga ze niet langer planten”, zegt Elisabeth. „Daar ga ik mijn leven niet voor geven.”

Eigenaar van een wapenwinkel in Santarém. Wapenwetten zijn versoepeld, onder Bolsonaro. Foto Ian Cheibub

Bij schietclub Defender in Santarém zijn ze juist te spreken over de soepelere wapenwet. Het aantal leden is fors toegenomen en de verkoop van wapens is verdrievoudigd, vertelt eigenaar Thiago Mattos in zijn kantoor, dat is opgefleurd met ingelijste gouden pistolen. Op tafel prijkt een fles whisky in de vorm van een jachtgeweer. „We verkopen hier tussen de tachtig en honderd wapens per maand. Dat was vóór de regering van Bolsonaro veel minder.”

Terwijl Mattos wat nieuw ingeslagen vuurwapens in de schappen zet, wijst hij naar een rossige man met bril en roodverbrande huid die bij de kassa staat. „Dat is een van de grootste grootgrondbezitters van deze regio. Zij zijn mijn belangrijkste klanten.” De grootgrondbezitter wil geen commentaar geven en verdwijnt snel uit de winkel.

Vóór Bolsonaro verkochten we niet zoveel wapens

„Voor de boeren is het veiliger als ze bewapend zijn”, zegt Mattos. „Want ze wonen afgelegen en als er criminelen komen, moeten ze zichzelf kunnen verdedigen.”

Is de politie dan afwezig in het gebied? Hij begint te schaterlachen. „Aan de politie heb je hier niets. Voordat ze ter plekke zijn – als ze al komen – is de dief vertrokken. Je moet hier het heft in eigen handen nemen. Ik voel me ook veel veiliger met mijn wapen. Helaas mogen we volgens de wet nog niet gewapend op straat lopen. Maar als Bolsonaro herkozen wordt, kan dat in de toekomst waarschijnlijk wel.”

De teelt van onder meer soja en mais gaat ten koste van het leefgebied van de Munduruku-gemeenschap. Foto Ian Cheibub


Lees ook: Hoe Bolsonaro in zijn campagne Trump kopieert

Lees verder…….