Wat doen Nederlandse bedrijven met de zaken in Rusland?

Analyse

Nederlandse bedrijven Bedrijven met activiteiten in Rusland moeten kiezen: stoppen of niet. NRC maakte een rondgang.

Medewerkers van een Russische fabriek van Unilever. Het concern heeft 3.000 medewerkers in Rusland.
Medewerkers van een Russische fabriek van Unilever. Het concern heeft 3.000 medewerkers in Rusland.

Foto Dmitri Feokistov/Tass

Wat te doen met Rusland? Blijven of vertrekken? Het zal de vraag zijn die in elke bestuurskamer van Nederlandse bedrijven die zakendoen in Rusland de afgelopen week ter tafel is gekomen. Nu de invasie van Oekraïne de tweede week ingaat en wereldwijd multinationals zich haasten de banden met Rusland te beëindigen, komt de Russische connectie steeds verder onder druk te staan. NRC vroeg een aantal grote Nederlandse bedrijven die zakendoen in Rusland wat de oorlog voor hun bedrijfsvoering betekent, en wat hun achterliggende redenen zijn voor een eventueel (gedeeltelijk) vertrek.

Uit de antwoorden valt op te maken dat de sancties de zwaarste impact hebben. Met andere woorden: de producten en diensten die geleverd worden, bepalen voornamelijk of de activiteiten worden doorgezet of niet. Ook zijn er de zorgen over eventuele gevolgen van een terugtrekking. Laat je als bedrijf je Russische medewerkers in de steek, en wat betekent het voor de lokale bevolking als jouw product niet meer verkrijgbaar is? Tot slot speelt bij sommige bedrijven de morele kwestie of ze nog wel in Rusland willen zitten, terwijl het een bloedige oorlog uitvecht in Oekraïne.

Voor pensioenfondsen geldt dat morele aspect het sterkst. Vier van de vijf grote pensioenfondsen trekken zich terug uit Rusland. ABP (voor ambtenaren en onderwijs) , PFZW (zorg en welzijn), PME (metaal- en technologische industrie), en bpfBouw (bouwsector) kondigden aan al hun aandelen, obligaties en andere beleggingen in Russische bedrijven te verkopen. Bij het vijfde grote pensioenfonds, metaalfonds PME, valt naar verwachting dinsdag een besluit over de Russische beleggingen.

Waarde beleggingen al gedecimeerd

De fondsen gaan daarmee veel verder dan sancties voorschrijven. Wat de beslissing voor de meeste fondsen eenvoudiger maakte, is dat Russische beleggingen een klein deel van hun totale beleggingsportefeuille vormen. De vier pensioenfondsen hebben samen voor bijna 2 miljard euro uitstaan in Russische aandelen en obligaties, gemeten naar de waarde van vlak voor de inval een week geleden. Voor PFZW – dat de grootste blootstelling in Rusland heeft – gaat het om 0,4 procent van alle beleggingen, bij de andere drie fondsen om minder dan 0,15 procent.

De waarde van deze beleggingen is gedecimeerd nu westerse handelaren er massaal afstand van willen nemen. Dat is dan maar zo, zo verklaart een woordvoerder van PFZW. „Dit is onderdeel van de pijn die iedereen op zijn eigen manier gaat voelen.”


Lees ook: Voor westerse bedrijven is de oorlog van Poetin een morele test

Voor andere bedrijven zijn de redenen om te stoppen in Rusland voornamelijk van praktische aard. Luchtvaartmaatschappij KLM voert sinds deze week geen vluchten meer uit boven Rusland en Oekraïne, als direct gevolg van de sancties. Hieronder valt onder meer een verbod op het invoeren van reserveonderdelen voor vliegtuigen, wat zou betekenen dat een KLM-toestel met pech niet meer weg zou komen vanaf Russisch grondgebied. Rusland en Oekraïne zijn voor KLM volgens een woordvoerder „geen enorme markt”. Wekelijks voerde KLM in totaal 39 passagiersvluchten uit richting Kiev, Moskou en Sint-Petersburg. Omdat KLM Oekraïens en Russisch grondgebied nu omzeilt, moet de luchtvaartmaatschappij voor zijn Aziatische routes omvliegen. Volgens een woordvoerder houdt dit in dat er minder vracht mee kan, en er meer brandstof nodig is.


Shell kondigde als eerste zijn vertrek aan. Zelfs oud-topman Jeroen van der Veer zag het niet aankomen: „Europa moet gasklant van Rusland blijven.”

Humanitaire goederen en voedsel

Andere bedrijven blijven wel actief in Rusland, maar richten zich met name op de toevoer van humanitaire goederen en voedsel – waarop geen sancties rusten. Een van die bedrijven is chemieconcern DSM, dat een saleskantoor en een mengfabriek voor diervoeding heeft in Rusland. Een woordvoerder laat weten dat DSM als gevolg van de oorlog uit een joint venture stapt met een lokaal verpakkingsbedrijf, maar dat het de lokale voedselproductie in Rusland in stand houdt. Ook Unilever, dat in Rusland 3.000 medewerkers heeft en onder meer producten van Axe, Dove en Calvé verkoopt, gaat daarmee door. Een woordvoerder laat weten dat de Russische medewerkers voor Unilever de reden zijn om in Rusland te blijven, net als hun verkoop van „essentiële producten zoals zeep en soep” aan de Russische burgers.

Humanitaire redenen zijn ook voor Philips de grondslag om actief te blijven in Rusland, waar het zich richt op het leveren en onderhouden van medische apparaten aan ziekenhuizen. De export van consumentenproducten naar Rusland is wel stopgezet, zo laat een woordvoerder weten. Hoewel Philips zelf geen fabrieken heeft in Rusland, worden er door een lokale partner wel echo-apparaten, MRI- en CT-scanners van het merk gemaakt – uitsluitend voor de Russische markt. Philips volgt hierin concurrenten als Siemens Healthineers, dat aan NRC laat weten medische oplossingen te blijven leveren „voor zover de omstandigheden dat toelaten, in het belang van hun patiënten”.

Bij alle ondervraagde bedrijven klinkt ook bezorgdheid over de situatie in Oekraïense steden, waar burgers de nacht doorbrengen in schuilkelders. Een aantal bedrijven dat consumentenproducten levert, spreekt zich sterk uit in hun veroordelingen. „We zijn diep geschokt door het zinloze geweld tegen onschuldige mensen in Oekraïne en veroordelen de Russische invasie voor wat die is: een brute oorlogsdaad tegen een naburige soevereine staat”, zo stelt Unilever in een verklaring. Ook Heineken spreekt van een „niet-uitgelokte en volledig ongerechtvaardigde aanval”. De bierbrouwer heeft 1.800 werknemers in Rusland, en is de op twee na grootste brouwer op de markt. Maar ondanks de sterke veroordeling blijft Heineken vooralsnog gewoon bier leveren voor de Russische markt, die zo’n 2 procent van de totale verkoop bedraagt.

Enkele industriële bedrijven zijn een stuk minder uitgesproken als naar hun beweegredenen wordt gevraagd om hun Russische activiteiten door te zetten. Zo wil maritiem bouwbedrijf Van Oord, dat met een kantoor in Sint-Petersburg zit, niets kwijt over de huidige activiteiten in Rusland – naar eigen zeggen „uit veiligheidsoverwegingen”. Bij Van Oord werken zowel Russische als Oekraïense medewerkers, wier veiligheid volgens een woordvoerder de eerste prioriteit heeft. Het bedrijf hanteert een neutrale communicatielijn: „Onze aandacht gaat uit naar ieders veiligheid en we hechten waarde aan respect voor ieders politieke of religieuze achtergrond.” Verfproducent AkzoNobel heeft drie fabrieken in Rusland, maar wil niet kwijt of die openblijven. Wel zegt het te handelen „in volledige overeenstemming met de toepasselijke maatregelen en sancties”, aldus een woordvoerder.


Lees ook: De klap van de sancties komt hard aan bij de Russen

Berging- en transportbedrijf Mammoet wil ook weinig kwijt over de redenen om de activiteiten door te zetten. „We houden ons uiteraard nauwgezet aan de internationaal geldende sancties. We volgen de ontwikkelingen op de voet, waarbij de veiligheid van onze medewerkers voorop staat”, aldus een woordvoerder. Mammoet heeft grote belangen in Rusland. In 2020 sleepte het naar eigen zeggen „de grootste opdracht in de historie” binnen. Voor de bouw van een grote fabriek voor vloeibaar aardgas regelt Mammoet het zware vervoer. De totale aanbesteding bedraagt 21 miljard dollar. Wat Mammoet hieraan overhoudt, wilde het destijds niets zeggen. Het bedrijf heeft veel materieel in Rusland. Op de site van een hijskranenvakblad vertelde operationeel directeur Ludo Mous eind februari nog dat er 1.600 van de in totaal 5.000 zware SPMT-laadvoertuigen wereldwijd in Rusland staan. Moederbedrijf SHV liet namens de hele groep weten dat er geen nieuwe investeringen of projecten worden aangegaan in Rusland, en dat er geen nieuwe export plaatsvindt.

Hulp aan Oekraïne

Bij alle ondervraagde bedrijven gaat veel zorg uit naar werknemers in Oekraïne, en de situatie van de burgerbevolking in het land. Zo zegt Unilever alles in het werk te stellen om zijn 146 Oekraïense werknemers en hun families in veiligheid te brengen. Sommige bedrijven zijn inzamelingsacties gestart om humanitaire hulp te bieden in Oekraïne en buurland Polen, waar veel vluchtelingen zijn. Zo levert Philips een mobiel ziekenhuis in Lviv en stuurt het financiële hulp voor Oekraïense vluchtelingen. DSM is een donatie-actie gestart en Heineken zegde 1 miljoen euro toe voor lokale hulporganisaties. Mammoet-moederbedrijf SHV levert onder meer gasflessen waarmee Poolse opvanglocaties voor vluchtelingen verwarmd kunnen worden.

Met medewerking van Liza van Lonkhuyzen, Annemarie Sterk, Jan Benjamin en Christiaan Pelgrim

Lees verder…….