Wajdi Mouawad verweeft oorlog en identiteit in zijn theaterteksten

De theaterteksten van Wajdi Mouawad Wajdi Mouawad, bekend van de theaterhit Incendies (Branden) – schrijft nietsontziend maar vol mededogen over de mens. Volgende week gaat zijn stuk Vogels in première bij ITA. Drie theatermakers leggen hun liefde voor de auteur uit.

De Libanees-Canadese toneelschrijver en regisseur Wajdi Mouawad in Parijs, 2021
De Libanees-Canadese toneelschrijver en regisseur Wajdi Mouawad in Parijs, 2021 Stéphane de Sakutin/AFP

‘Er bestaat een juiste tijd voor de leugen en een verkeerde tijd voor de waarheid,” zegt een personage in het toneelstuk Vogels. Het is een typische zin uit de koker van de Libanees-Canadese theaterauteur Wajdi Mouawad (1968). In zijn toneelstukken torsen de personages geheime verledens met zich mee die gaandeweg aan het licht komen, en dan nieuwe wonden slaan. Vogels is een caleidoscopisch familiedrama tegen de achtergrond van het Israëlisch-Arabisch conflict. Het stuk gaat zaterdag 8 april in première bij Internationaal Theater Amsterdam.

Als kind vluchtte Mouawad voor de burgeroorlog in Libanon naar Canada. Daar volgde hij een acteursopleiding. Als toneelschrijver oogstte hij internationale lof met het vierluik Bloed van de beloften, over de weerslag die de oorlog generaties lang op een familie blijft uitoefenen. Met name het tweede deel, Incendies (Branden) uit 2003, werd een grote hit. Het stuk is wereldwijd gespeeld en werd in 2010 verfilmd door Denis Villeneuve. Mouawad is sinds 2016 artistiek directeur bij Théâtre National de la Colline in Parijs.

Terugkerend thema in Mouawads oeuvre is de verwevenheid tussen oorlog en identiteit: individuele levens zijn onlosmakelijk verbonden met grote geschiedenissen. In zijn filmische stukken schakelt hij voortdurend in tijd en ruimte. Zijn combinatie van rauw realisme en meer poëtische, filosofische frasen sorteert een voor Nederlandse begrippen ongekend hoge emotionaliteit. Hij schrijft nietsontziend maar met mededogen over de mens.

Het werk van Mouawad werd in 2009 in Nederland geïntroduceerd bij het RO Theater door regisseur Alize Zandwijk. Haar adaptatie van Branden was volgens NRC ‘onvergetelijk indringend’. Later ensceneerde ze uit hetzelfde vierluik ook Kust en Bossen. Met Vogels gebruikt Zandwijk voor de vierde keer een toneeltekst van Mouawad. Ze maakte de voorstelling in 2019 in Duitsland bij Theater Bremen en herneemt de voorstelling nu met acteurs van ITA.

Drie theatermakers duiden hun voorliefde voor het werk van Mouawad. Wat zijn terugkerende thema’s in zijn oeuvre, wat maakt zijn werk zo bijzonder om te regisseren, te spelen en naar te kijken?

Regisseur Alize Zandwijk Foto Dim Balsem

Alize Zandwijk: ‘Zijn hele oeuvre is verbonden met zijn oorlogsverleden’

De eerste tekst die regisseur Alize Zandwijk (1962) van Mouawad las, was Branden en ze vond het meteen een ‘fantastisch’ stuk. „De thematiek is zwaar beladen: wat is oorlog, wat doen mensen elkaar aan? Maar tegelijkertijd gaat het over een zoektocht van een familie. Het is, lullig uitgedrukt, óók een soort detective: je wilt weten hoe het afloopt. Je zit als het ware aan het stuk gekluisterd.”

Ze roemt de poëzie in zijn taal. „Het zijn gebalde, emotionele teksten, het is geen rechttoe-rechtaan theater.” Ook belangrijk: „Door toneelstukken te maken met onverwachte wendingen die je blik op de personages doen kantelen, dwingt hij de toeschouwer om de verwachtingen steeds bij te stellen. Hij geeft als het ware handvatten om minder snel over de ander te oordelen.”

Al zijn stukken gaan over oorlog en mensen die tegen elkaar zijn opgezet, vertelt Zandwijk. „Als kind in Libanon was Mouawad getuige van een aanslag op een volle bus. In elk stuk zit het beeld van een bus vol mensen die in brand vliegt. Zo is zijn hele oeuvre verbonden met zijn eigen geschiedenis.”

Doordat zijn stukken zich niet in één tijdperk afspelen – Bossen speelt bijvoorbeeld van de Middeleeuwen tot het heden – wil hij laten zien dat mensen door de geschiedenis heen met elkaar zijn verbonden. „De mens heeft de neiging zich te hechten aan een eigen identiteit en zich bij een groep te voegen, maar Mouawads werk is een pleidooi voor verbinding. Je vijanden zijn in zijn optiek ook je vrienden. Dat is een levensvisie waar ik me erg in kan vinden, en waarom ik zijn werk graag ensceneer.”

Vogels heeft veel weg van Branden, vindt Zandwijk. „Het gaat weer over een verborgen familieverleden, dat uitmondt in een zoektocht naar identiteit. Wat betekent het om Joods of Arabisch te zijn? Hij laat ons nadenken over wat identiteit eigenlijk is, en wat het betekent dat we ons daar zo aan vastklampen.”

Actrice Esther Scheldwacht Foto Gordon Meuleman

Esther Scheldwacht: ‘Zijn werk is op een niet-westerse manier emotioneel’

Actrice Esther Scheldwacht (1968) speelde in Branden, Kust en Bossen. De drie voorstellingen zijn haar nog altijd zeer dierbaar. „Veel spelers van Branden hadden oorlog aan den lijve ondervonden of ouders die het hadden meegemaakt. Het materiaal voelde heel dichtbij, het zat in ons en dat hielp om die voorstelling goed te vertellen.”

Wat haar meteen opviel, is dat Mouawads stukken ‘zo niet-westers’ zijn. „Zijn teksten hebben een andere voedingsbodem, net zoals de boeken van Murakami. Zijn taal is bloemrijk en veel meer ontsproten uit de elementen en de natuur.”

Mouawad zet vol in op de emotie, iets dat in het westen ongebruikelijk is. „Op mijn eigen theaterteksten kreeg ik wel eens de kritiek dat ze te sentimenteel zijn, maar dankzij Mouawad snapte ik: het is een westerse opvatting om daarvan weg te willen blijven.”

Hoe geef je zijn personages vorm? „Ik ben geneigd om te zeggen: Mouawad vlieg je heel intuïtief en emotioneel aan. Maar dan doe ik hem geen recht, want er zit in zijn stukken ook veel techniek. Je moet zijn taal analyseren om alle verschillende lagen eruit te halen.” Uiteindelijk moet je spelen met een ‘open hart’, zegt Scheldwacht. „Hiermee bedoel ik niet method-acting, maar je moet wel op zoek naar persoonlijke verbindingen met de tekst.”

Dat betaalt zich uit: Scheldwacht heeft nog nooit in een stuk gespeeld waar publiek zo vaak huilend uitkwam als bij Branden. „Na afloop kwamen toeschouwers altijd naar ons toe, wilden ons aanraken, ze hadden het gevoel dat ze ons kenden en ergens klopte dat. We speelden die voorstelling echt met onze ziel. Zijn teksten zijn soms ongelofelijk heftig, maar blijven hoopvol en vol mededogen. Daardoor is het te doen, voor spelers én toeschouwers.”

Wat hebben zijn stukken haar geleerd? „Dat je iets moet weten van je geschiedenis om beter te weten waar je heen wilt. En dat je altijd moet proberen medemenselijk te blijven. Mouawad schrijft: ‘Iemand haten nooit, het hoofd in de sterren altijd’.”

Actrice Nastaran Razawi Khorasani Foto Julian Maiwald

Nastaran Razawi Khorasani: ‘Mouawad laat zien dat alle oorlogen op elkaar lijken’

Actrice Nastaran Razawi Khorasani (1987) prijst de gelaagdheid van Mouawads werk. „Het gaat bij hem altijd over verschillende thematieken tegelijkertijd, zoals oorlog en identiteit. Wat draag je mee van je geschiedenis, welke pijn moet doorbroken worden? In zijn stukken maakt het publiek dezelfde zoektocht als de personages. Daardoor ga je je als toeschouwer met hen identificeren, je bent op zoek naar dezelfde antwoorden.”

Behalve in Vogels speelde Razawi Khorasani ook in de drie stukken van Mouawad die Zandwijk destijds bij het RO Theater maakte. „Zijn stukken spelen zich altijd af in een gebied waar oorlog plaatsvindt. In Vogels is dat een concrete oorlog, maar soms is het een niet nader verklaarde oorlog, zoals in Branden. Als het beest in ons wakker wordt en we gaan tegen elkaar vechten, lijken alle oorlogen op elkaar.”

Zijn taal noemt ze „een bijzondere mengeling van heel poëtisch en dan ineens super concreet.” Als speler moet je je soms inhouden, zegt ze. „Hij roept zulke krachtige beelden op. Daarom moet je soms alleen de woorden het werk laten doen en minder spelen dan je geneigd bent.”

In Vogels speelt ze het personage Wahida, een jonge vrouw die haar vriend bijstaat in zijn zoektocht naar zijn vader, en maar gaandeweg iets van haarzelf ontdekt. „Ze komt zichzelf tegen als Arabische en ontdekt dat ze die kant van zichzelf in Amerika lang heeft ontkend en genegeerd.”

Herkenbaar, vindt Razawi Khorasani, die zelf op zesjarige leeftijd met haar familie vanuit Iran naar Nederland vluchtte. „Toen afgelopen september de protesten in Iran begonnen, wakkerde dat bij mij een vuur aan. Ik ben me sindsdien steeds meer gaan realiseren dat ik óók een echte Iraniër ben. Een identiteitscrisis wil ik het niet noemen, maar ik ging wel door een heel andere bril naar mezelf kijken, net zoals Wahida in dit stuk.”

Onbewust beïnvloedt dit haar spel. „Ik denk dat ik mijn eigen verlangen om ooit terug te gaan naar Iran, nu meedraag op de vloer. Ik weet niet hoe zich dat letterlijk vertaalt in mijn spel, maar wel dat het ergens in mijn lichaam zit.”

Lees ook deze recensie over de film Incendies

Lees verder…….