Docu ‘Cow’: bij de enorme uier en het geloei komen de vragen vanzelf

Recensie


Film

Documentaire Regisseur Andrea Arnold herinnert je eraan dat je veel gemeen hebt met de herkauwende kolos die het pak melk in je ijskast heeft gevuld. Een confronterende ervaring.

Andrea Arnold zit via een handheld-camera bovenop Luma’s gevlekte vacht en legt de blik in haar zwarte ogen vast, in ‘Cow’.
Andrea Arnold zit via een handheld-camera bovenop Luma’s gevlekte vacht en legt de blik in haar zwarte ogen vast, in ‘Cow’.

In mijn prille kindertijd was ik geregeld te vinden in de koeienstallen van Vlaamse familieleden. Dus kijk ik niet op van een arm die volledig in een koeienderrière verdwijnt om een baarmoeder te checken. Of kalveren die in een houdgreep werden genomen om ontluikende hoorntjes in de kiem te smoren.

Hoewel ik vlees de afgelopen jaren meestal liet staan, ook op familiebijeenkomsten, heb ik nooit veganisme overwogen, waarbij je eveneens zuivelproducten mijdt. Louter leven als koe om geslacht te worden, dat is toch iets anders dan een bestaan om melk te produceren?

Maar is dat wel zo? In haar nieuwe film Cow slaagt regisseur Andrea Arnold erin om je je anderhalf uur lang een koe te laten voelen. Of voor wie iets minder gevoelig is voor de immersieve filmtechnieken die worden ingezet; je eraan te herinneren dat je als mens veel gemeen hebt met de herkauwende kolos die mogelijk het pak melk in je ijskast heeft gevuld. Een confronterende ervaring, want zo’n pretje is het niet: direct van je moeder gescheiden worden, non-stop zwanger zijn om je baasje te bedienen en eindigen met uiers die zulke gigantische proporties aannemen dat je amper op je poten kunt staan.

Arnold, bekend van gelauwerde speelfilms als Fish Tank en American Honey, volgde de zwart-witte melkkoe Luma gedurende vier jaar op een Britse melkveehouderij. Niet vanaf een afstandje, maar via een handheld-camera die bovenop Luma’s gevlekte vacht zit, de blik in haar grote zwarte ogen vastlegt of inzoomt op wat zij mogelijk ziet tussen haar witte wimpers.

Mensen om Luma heen zijn gereduceerd tot sussende achtergrondfiguren of handen. Gezichten ontbreken vaak bij de figuren die Luma’s lijf onophoudelijk vaccineren, controleren of aansluiten op melkmachines. Daardoor krijgen beelden die je mogelijk al tientallen malen eerder zag – in (teken)films die het plattelandsleven idealiseren of in je jeugd – plots iets bevreemdends en ingrijpends.

Arnold stimuleert identificatie puur via observatie én vakkundige montage. Zonder dat een voice-over uitlegt dat koeien een behoorlijk complex gevoelsleven hebben, begin je als kijker te projecteren en parallellen te ontwaren. Zo begint Cow slim met een bevalling, een moment waarop ook bij mensen instincten het overnemen van ratio.

Alleen worden herkenbare intuïtieve reacties Luma ontnomen. Als ze gekalfd heeft, mag ze haar jong kort schoonlikken waarna ze, de navelstreng nog bungelend tegen haar achterpoten, meteen richting de melkmachines wordt gedirigeerd. Haar kalf krijgt flesvoeding. Als moeder en kind niet veel later permanent worden gescheiden, kun je Luma’s geloei moeilijk anders interpreteren dan als maternale wanhoop.

Arnold gaat ver bij het in beeld brengen – of is het suggereren? – van parallellen. Zo ver dat je soms twijfelt waar je naar kijkt. Luma past immers naadloos tussen de personages in Arnolds speelfilm-oeuvre; jonge moeders en eigenzinnige vrouwen die zich koppig staande houden in uitzichtloze situaties vol terloops grensoverschrijdend gedrag. Zo zien we Luma, kort nadat ze is gescheiden van haar jong, apathisch boven een voederbak hangen. Is dit handige montage of rouw? Projectie van de filmmaker of de kijker? Of pure registratie? En maakt het uit? Het gebrokenhartsyndroom werd eerder bij dieren vastgesteld dan bij mensen. Net als in Arnolds speelfilms is het trouwens niet alleen kommer en kwel, we zien Luma en haar kroost ook dartelen in een weiland.


Lees ook een interview met Andrea Arnold over ‘Cow’: ‘Kijk naar een koe als een bewust levend schepsel’

Luma is niet het enige boerderijdier dat recentelijk tot individu werd verheven en de aandacht trok als filmster. Niet onlogisch, nu de wijze en schaal waarop aan landbouw en veeteelt wordt gedaan onder een vergrootglas liggen. Afgelopen jaar was er Victor Kossakovski’s Gunda, waarin we een zeug volgen na het werpen van een nest. In Cannes ging in mei EO in première, die de beproevingen van een ezel volgt, een hommage aan Robert Bressons klassieker Au Hasard Baltazar. Dichter bij huis was afgelopen weekend familiefilm Knor de grote winnaar tijdens de uitreiking van de Gouden Kalveren. Een animatiefilm, maar wel een waarin het karakter van een varkentje duidelijk wordt door zijn gedrag en uitdrukkingen, niet doordat een mens hem van een stem of voice-over voorziet.

In vergelijking met sommige van de bovenstaande films lijkt Cow relatief mild voor veehouders. Al kunnen dat ook projecties zijn van ondergetekende, die in het verleden weinig sentimenteel was over koeien en welwillend tegenover boeren. Veehouders zijn bij Arnold niet kwaadaardig; eerder zijn ze wezens die best vriendelijk zijn en schijnbaar op de automatische piloot hun taken uitvoeren. Net als Luma zien we ze, feestdagen of niet, continu aan het werk. Hun overwegingen en bedenkingen horen we niet, dus lijken ze die ook niet te hebben. Dat past trouwens perfect bij Arnolds speelfilm-oeuvre, waar mensen elkaar vreselijke dingen aandoen maar nooit puur kwaadaardig lijken.

Het maakt Cow tot een van de meest interessante films over veeteelt van de afgelopen tijd. Eentje die niet met de vinger wijst of voelt als een te simplistisch pamflet voor veganisme. Maar die door bevreemding en omkering een oprechte poging doet de absurditeit van onze huidige omgang met dieren aan te kaarten.

Lees verder…….