Waar blijven de vrouwelijke monteurs? ‘Ik wil laten zien dat het gewoon kan’

Installatietechniek In 2022 stonden er 33.000 vacatures open in de installatietechniek. Zij-instromers zijn één oplossing voor het tekort. Meer vrouwelijke monteurs een andere.

Jamie krijgt vier keer per week les in boren, lassen, elektra. „Ik was altijd al beter met mijn handen dan met mijn hoofd.”
Jamie krijgt vier keer per week les in boren, lassen, elektra. „Ik was altijd al beter met mijn handen dan met mijn hoofd.” Foto Isa Wolthuis

Het is net „knutselen voor volwassenen”, zegt Jasper Tabor (30) uit Apeldoorn over zijn werk als installatiemonteur. Wekelijks bezoekt hij tien tot vijftien woningen om leidingen om te leggen, een dakgoot te solderen of een waterpomp te installeren.

Vanaf zijn zestiende werkte Tabor als timmerman, maar van het echte timmerwerk kwam weinig terecht. Houtconstructies voor bijvoorbeeld een dak worden vaak al in de fabriek op maat gemaakt. „Ik hoefde er alleen nog maar pannen op te leggen”, zegt Tabor.

Via een beroepsbegeleidende leerweg (bbl) aan het Aventus ROC in Apeldoorn laat hij zich nu omscholen tot technisch installateur. Op maandag zit hij in de schoolbanken, de rest van de week loopt hij een betaalde werkstage bij Koller & Tabor Installatietechniek in Eerbeek – geen familie. Hij verdient 2.000 euro netto per maand én zijn werkgever betaalt zijn opleiding. „Dat mag ook wel, het is bikkelen en lichamelijk zwaar werk.”

Zij-instromers als Tabor vormen een deel van de oplossing om het nijpende tekort aan installateurs te bestrijden. Ze komen vaak uit bouw, handel of industrie en zijn verantwoordelijk voor zo’n 70 procent van de aanwas in de installatietechniek. Vorig jaar wierf de branche zo’n 14.000 zij-instromers, dit jaar zijn het er naar verwachting 16.500.

De branche plaatst, vervangt, repareert en onderhoudt installaties voor alles wat door leidingen stroomt

In de Nederlandse installatietechniek werken ruim 142.000 mensen. De branche plaatst, vervangt, repareert en onderhoudt installaties voor „alles wat door leidingen stroomt, zoals water en elektriciteit”, zegt Joost van Borrendam, projectmanager bij Wij Techniek, een opleidingsfonds voor de bedrijfstak. Ook aansluiten van wasbakken, toiletten en de aanleg van gasleidingen vallen onder die beschrijving.

33.000 vacatures

In de branche stonden vorig jaar zo’n 33.000 vacatures open, volgens Wij Techniek, waarin vakbonden FNV, De Unie en CNV samenwerken met werkgeversorganisaties Techniek Nederland en NVKL. In 2020 ging het nog om 17.800 vacatures, het jaar daarna om 24.100.

Dat tekort moet snel opgevuld worden. Installateurs zijn namelijk hard nodig voor de energietransitie, zegt Van Borrendam. Wie anders installeert bij mensen thuis de warmtepomp of zonnepanelen?

Behalve op zij-instromers mikt de installatiebranche ook op werving van jongeren om het personeelstekort te verminderen. Het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap steekt sinds 2018 jaarlijks zo’n 100 miljoen extra in machines, materialen en personeelswerving voor technische vmbo-opleidingen — zoals PIE (Produceren, Installeren en Energie), BWI (Bouwen, Wonen en Interieur) en M&T-profiel (Mobiliteit en Transport). Ook gaat geld naar de promotie van deze opleidingen op basisscholen.

Het lijkt voorzichtig vrucht af te werpen. Dit schooljaar begonnen 4.971 leerlingen aan het PIE-profiel, dat leerlingen vanaf hun derde jaar vmbo opleidt tot installatiemonteur. Dat is 8 procent meer dan vorig jaar.

Twee meisjes

De 14-jarige Jamie uit Sassenheim (achternaam bij de redactie bekend) begon dit schooljaar met het PIE-profiel aan het Teylingen College KTS in Voorhout. Vier keer per week krijgt ze les in boren, lassen en verlichting installeren. Als kind hielp ze haar vader al met klusjes in huis, zoals het vastschroeven van een deurscharnier. „Ik ben altijd al beter geweest met mijn handen dan met mijn hoofd.”

De komende weken krijgt Jamie les in elektra. In de werkplaats op haar school is ze druk bezig om blauwe, bruine, zwarte en geelgroene stroomdraden op een houten plaat te lassen. „Als het lampje niet aangaat, haal ik de bedrading weer uit elkaar en ga ik op zoek naar de fout.”

Jongens krijgen twee keer zo vaak een technisch profiel geadviseerd als meisjes met dezelfde cijfers

Jamie is een van de twee meisjes in haar klas, die verder veertien jongens telt. Volgend schooljaar beginnen acht meisjes aan dezelfde opleiding als zij. Dat mag een verviervoudiging zijn, het geeft ook aan dat het aandeel van vrouwen in technische beroepen nog steeds laag is. Volgens expertisecentrum VHTO, dat zich inzet om meer meisjes en vrouwen in technische vakken te krijgen, is 16 procent van de werkenden in de ‘bètawereld’ vrouw.

Die onevenwichtigheid wortelt al in de schoolboeken, stelt de organisatie: die tonen vrouwen minder vaak in een technisch beroep dan mannen. Bovendien krijgen jongens op de middelbare school twee keer zo vaak een technisch profiel geadviseerd als meisjes met dezelfde cijferlijst, blijkt uit recent onderzoek.

„Dat veel jongens voor een technisch profiel kiezen, betekent niet dat meiden daar niet toe in staat zijn”, zegt Jamie. „Ik wil laten zien dat het gewoon kan.”

„Zou je dat nou wel doen?”, zeiden haar grootouders over haar keuze. Haar omgeving verwachtte dat ze de koksopleiding zou kiezen, want „daar zitten de meeste meisjes”, zegt ze.

Landelijk kozen dit schooljaar 1.687 meisjes voor een technische opleiding op het vmbo, zoals het PIE-traject. Dat is 21 procent meer dan een jaar eerder.

Ondanks de opmars van zij-instromers en meisjes die kiezen voor een technische opleiding, zal het werknemerstekort niet snel zijn opgelost, meent Van Borrendam van Wij Techniek. Daarvoor is het verloop te hoog. „Veel personeel, inclusief zij-instromers, verlaat zijn werkgever binnen twee jaar.” Vorig jaar stroomden weliswaar 21.799 monteurs in, maar tegelijk vertrokken er 21.792. Winst: zeven monteurs. In de twee jaren ervoor kwamen er per saldo tenminste nog zo’n 2.500 bij, in 2019 zelfs het dubbele.

Eén lichtpuntje

Het vertrekcijfer over 2022 vertekent overigens wel enigszins. Menig monteur die zijn baas verliet, ging verder als zzp’er en is dus niet verloren voor de branche. Maar anderen gingen op zoek naar beter betalend werk buiten de techniek, en natuurlijk gaan er ook mensen met pensioen. Om verdere uitstroom van werknemers te keren doet Wij Techniek nu onderzoek naar hun behoeften en begeleidt werkgevers in de omgang met hun personeel.

Van Borrendam ziet één lichtpuntje in de personeelsschaarste: de vraag naar installateurs heeft hun imago goed gedaan. „Dit vak gaat over meer dan een apparaat vastschroeven. De samenleving ziet nu de maatschappelijke relevantie.”

Lees verder…….