Vrouwelijke Zweedse kunstenaars werden door spiritisme pioniers van abstracte kunst

Recensie Beeldende kunst

Zweedse occulte kunst Zweedse kunstenaars raakten rond 1900 in de ban van occultisme. In Brussel is te zien dat dat bij vrouwen leidde tot abstractie, bij mannen tot misogynie.

Detail van groepsschilderij van onder anderen Af Klint: Grupp IX/SUW, nr 12, 1915
Detail van groepsschilderij van onder anderen Af Klint: Grupp IX/SUW, nr 12, 1915 Albin Dahlström

Het is 1891 als de Zweedse kunstenaar Hilma af Klint plotseling opdrachten krijgt van bovenaf. Ze weet niet precies wat ze ermee aan moet, al die krachten die haar boodschappen doorgeven. Moet ze ze omzetten in kunst? Misschien wel, maar Hilma af Klint (1862-1944) is afgestudeerd landschapskunstenaar, en maakt portretten om de kost te verdienen. Dat ze dat pad moet verlaten, wordt haar in de loop van de jaren steeds duidelijker.

Je zou bijna denken dat het haar lot was als Scandinavische landschapskunstenaar, want iets vergelijkbaars overkwam meer Zweedse landschapskunstenaars: terwijl hun landschappen niet echt indrukwekkend zijn, krijgen ze boodschappen van bovenaf om iets anders te gaan maken. Zo begon ook Anna Cassel (1860-1937), de kompaan van Af Klint, met landschapjes en eindigde met spirituele tekeningen. Onlangs werd een aantal daarvan teruggevonden bij de Antroposofische Vereniging in de buurt van Stockholm. Die zijn op de expositie Swedish Ecstasy in Brussel nu voor het eerst te zien.

Cassels Zweedse collega C.F. Hill meende zelfs dat hij een extreem geniaal landschapskunstenaar was, en vertrok boos naar Parijs toen de Zweedse recensenten daar na zijn eerste tentoonstelling anders over bleken te denken. Hill zelf ervoer in Parijs dat zijn critici vermoedelijk gelijk hadden, en belandde in een psychose. Terug in Zweden, opgesloten in zijn ouderlijk huis, maakte hij tekeningen van zijn eigen werelden, en schreef onbegrijpelijke gedichten – waarvan enkele handschriften in vitrines te zien zijn.

Dit zijn drie van de kunstenaars die te zien zijn in Swedish Ecstasy, een expositie in het Brusselse Paleis voor Schone Kunsten Bozar.

Hilma af Klint, De zwaan , 1914
Albin Dahlström
Carl Fredrik Hill, De laatste mensen Asa Lundén/ Nationalmuseum
Anna Cassel, No. 7, 1913 © Anders Fredriksén / Hilma af Klint Foundation.
Hilma af Klint, De zwaan , 1914; Carl Fredrik Hill, De laatste mensen Asa; Anna Cassel, No. 7, 1913
Albin Dahlström, Lundén/ Nationalmuseum, Anders Fredriksén / Hilma af Klint Foundation

Hier komen Zweedse kunstenaars aan bod die zich onttrokken aan de nuchtere protestantse, zakelijke maatschappij, om hun visioenen om te zetten in kunst. Naast kunst van oude, occulte kunstenaars die de realiteit elders zochten, is er ook werk van hedendaagse kunstenaars die met hun werk en ideeën aansluiting zoeken bij hun voorgangers, of van wie het werk er thematisch aan gerelateerd is.

Strindbergs landschapjes

Een vroege bron van inspiratie in het geheel is de natuurwetenschapper Emanuel Swedenborg (1688-1772), die niet alleen goed vliegmachines kon tekenen, maar wiens profetische voorspellingen weer van invloed waren op August Strindberg (1849-1912). Strindberg, vooral bekend als (toneel)schrijver, schilderde soms landschapjes om zijn geest vrij te maken. Ze zijn weliswaar soort van woest, wat betreft stijl en uitgebeeld landschap, maar helaas voornamelijk oninteressant. Vergeleken met werk van andere exposanten snap je ook niet welke boodschappen hij door kreeg tijdens het schilderen. Een werk als Zeegezicht bijvoorbeeld is precies dat: een zeegezicht met wolkjes erboven. En zo is het met al zijn schilderijen, die hij vooral maakte als hij met zichzelf overhoop lag. Je ziet dat het in Zweden vaak donker is en dat het er vaak pestweer is, maar je ziet niet direct hoe dat een afspiegeling is van Strindbergs innerlijk ongemak.

Wat dat betreft zijn de binnenwerelden van Ernst Josephson (1851-1906) en C.F. Hill (1849-1911) interessanter: hun wanhoop zie je tenminste verbeeld. Josephson schilderde bijvoorbeeld een moordpartij (De moord op Riccio, 1890), die fascinerend is in zijn directheid. Op een bijna stripachtige manier toont hij hoe een blonde vrouw het hoofd aftrekt van een raar, wanhopig mannetje. Ondertussen staan er allemaal mannen omheen die ook geen florissante toekomst tegemoet lijken te gaan. Ook bij Hill zijn de vrouwen weinig aangename wezens, of anders gezegd, nogal bedreigend of onbereikbaar. Bij Hill kwam dat misschien ook omdat hij na zijn psychose werd verzorgd door zijn moeder en zusters, en er geen man meer in de buurt was (zijn vader was overleden), wat gecombineerd met het opgesloten zijn het positieve vrouwbeeld niet bevorderde.

Wat Strindberg, Josephson en Hill bindt is niet alleen dat ze werelden van elders in hun werk omzetten – bij Strindberg in zijn dagboeken en aforismen – maar ook hun misogynie, of de daaraan vaak voorafgaande vrouwenvrees, zoals je ook bij hun Noorse collega Edvard Munch ziet. Strindberg omschreef de vrouw als „een verkrompen vorm van de mens, die in de ontwikkeling is blijven steken”. Je zou bijna vermoeden dat er een verband is tussen Scandinavische mannen die de realiteit niet aankunnen en vrouwenhaat, maar misschien was het de eenzaamheid die ze dreef.

Seance-kunst

Dat vrouwen halverwege de 19de eeuw in Zweden al meer rechten hadden dan waar dan ook in Europa zal de zaak ook geen goed hebben gedaan bij deze heren. Maar het leidde er ook toe dat Af Klint en haar gelijkgestemden hun eigen gezelschappen oprichtten.

Groepsschilderij van onder anderen Af Klint: Grupp IX/SUW, nr 12, 1915 Albin Dahlström

Zulke clubjes waren niet uniek – er waren er vele, waaronder van een kunstenaarsgroep rondom Strindberg – maar wel bijzonder was dat het hier om vrouwelijke kunstenaars ging. In 1896 hadden Af Klint en Cassel bij de oecumenische Edelweiss Gemeenschap drie vrouwen ontmoet met wie ze hun eigen theosofische groep oprichtten.

Bij hun samenkomsten lazen ze eerst in de bijbel, en de avonden werden afgesloten met seances. De combinatie van het spirituele en het christelijke zie je goed terug in het werk van Cassel: cirkels, driehoeken en vierkanten omringen het kruis van Jezus, waar ook opmerkelijke wezens een plek krijgen.

Tijdens die seances spraken bovennatuurlijke meesters – met namen als Amaliel, Andanda, Clemens, Esther, Georg en Gregor – tot het vijftal, en begeleidden de vrouwen bij het maken van hun kunst. Hun handen werden over het papier gestuurd via een psychograaf, een schrijfapparaat, waarna ‘Spiritualistische tekeningen’ ontstonden, veelal cirkels of stippen in halve cirkels. Wie de maker was, was natuurlijk niet duidelijk, dus werden de tekeningen ondertekend door ‘De Vijf’. Of dat op de vijf vrouwen sloeg of op de mystieke meesters blijft in het midden. In 1907 valt de groep uit elkaar. Af Klint en Cassel gaan verder met hun eigen seances waarbij 13 andere vrouwen zich aansluiten.

Af Klint raakte ondertussen steeds bezetener door die seances. Ze ging zich toeleggen op spiritistische oefeningen; zo kon ze soms urenlang naar een glas water kijken om kleurschakeringen te ontdekken. De opdrachten die ze van bovenaf kreeg, werden steeds belangrijker en veelvuldiger. Af Klint ging keihard aan het werk en maakte grote doeken in slechts enkele dagen tijd. Het was geest Andanda die haar opdrachten gaf werken voor de toekomst te gaan maken, en meester Amaliel die haar een drie meter lang en twee meter breed werk liet maken. Dat is te lezen in de catalogus van de tentoonstelling. De boodschappen resulteerden uiteindelijk in 193 schilderijen die samen The Painitings of the Temple vormden. Chaos, Evolutie, Eros en de boom van kennis: het zijn slechts enkele werken in blauw, groen en geel, vol cirkels en schitterende abstracties die volgens Af Klint de wereld achterover doen slaan zodra de tijd daar rijp voor was.

Groepsschilderij met oa Af Klint: Grupp I, nr 16. Urkaos, 1906–1907 Albin Dahlström/ © Stiftelsen Hilma af Klints Verk

Kunst van de toekomst

Haar pech was dat de wereld er niet klaar voor was. Toen de werken voltooid waren, was het 1915, Europa lag in de loopgraven. Reden voor Af Klint om haar werkzaamheden nog urgenter te vinden. De geesten vonden dat blijkbaar ook, want die bleven maar in gesprek met haar over hoe deze kunst van de toekomst eruit moest zien. Af Klint ontwierp ondertussen tempelgebouwen, waar de werken van haar en haar bondgenoten zouden komen te hangen. Trappen als spiralen, een observatorium om het hemelse beter te zien. Steeds vaker heeft ze het erover in haar dagboeken en wanneer in 1939 een nieuwe wereldoorlog uitbreekt, weet ze zeker dat een kunsttempel met werken voor de toekomst noodzakelijker is dan ooit. De tempel kwam er nooit (in de expositie is een VR-simulatie gemaakt, waar een halfslachtige poging is gedaan om de onmogelijke tempel vorm te geven).

Af Klint wilde met Cassel dualiteit in beeld omzetten: toekomst en heden, steen en vlees, man en vrouw, materie en geest. Het leverde werken op die indruk maken, ongeacht of je ze begrijpt, maar Af Klint zelf heeft de waardering nooit mogen meemaken. Alleen de bovennatuurlijke meesters hadden vertrouwen in haar, en gaven adviezen hoe haar werken voor de toekomst behouden kon blijven. Ze borg ze op zolang de wereld door materialisme en oorlog uiteenspatte. Op haar zeventigste besloot ze dat al haar werken pas twintig jaar na haar dood getoond mochten worden, een opdracht waar haar neef (de erfgenaam) zich keurig aan hield. Alleen na die twintig jaar had nog steeds niemand interesse. Dat kwam pas nog later, toen de toekomst eindelijk daar was en de rest geschiedenis was.

Lees verder…….