Voortmodderend cao-overleg voor ziekenhuismedewerkers: verwachtingen van partijen blijven ver uiteenlopen

Zorg Sinds het cao-overleg tussen de bonden en de NVZ eind vorige maand klapte, lijkt een akkoord ver weg. Terwijl sommige medewerkers rekeningen en vervoerskosten niet kunnen betalen, zitten werkgevers „aan de rand” van wat mogelijk is.

Medewerkers van het Amsterdam UMC tijdens de landelijke staking, oktober 2021.
Medewerkers van het Amsterdam UMC tijdens de landelijke staking, oktober 2021. Foto Ramon van Flymen / ANP / Hollandse-Hoogte

Een verpleegkundige die met de eigen auto naar het ziekenhuis rijdt om aan een dienst te beginnen, krijgt daarvoor 8 cent per kilometer. Voor het parkeren op het terrein van het ziekenhuis moet gewoon worden betaald, de werkgever vergoedt maar een deel. Met de trein of bus is door avond- en nachtdiensten vaak geen optie en bovendien worden ook treinkaartjes niet helemaal vergoed. Werk je in het ziekenhuis, zo zeggen de vakbonden, dan ben je dus al een deel van je inkomen bij voorbaat kwijt. „Het kan toch niet zo zijn dat je geld moet betalen om te kunnen werken?”, zegt Elise Merlijn, bestuurder bij FNV Zorg & Welzijn.

De reiskosten zijn maar een onderdeel van de al maanden voortmodderende cao-onderhandelingen voor ziekenhuismedewerkers. Maar ze zijn niet onbelangrijk. Hoewel werkgevers in Nederland formeel niet verplicht zijn om reis- of parkeerkosten te betalen, hebben veel organisaties een cao of eigen personeelsregeling waarin zo’n vergoeding is opgenomen. De meeste werkgevers betalen ten minste het bedrag dat zonder belastingen mag worden uitgekeerd: nu 21 cent per kilometer. Dat bedrag is net verhoogd en gaat volgend jaar met nog eens 2 cent omhoog naar 23 cent.

De ziekenhuizen, in het cao-overleg vertegenwoordigd door de Nederlandse Vereniging van Ziekenhuizen (NVZ), hebben aangeboden om dit jaar van 8 naar 11 cent te gaan. En volgend jaar naar 14 cent. Bij de politie, een beroepsgroep die vaak met de zorg wordt vergeleken, is 19 cent de norm en reizen per trein wordt volledig vergoed. „Door de personeelstekorten proberen ziekenhuizen overal mensen vandaan te halen. Dat betekent dat mensen vaak ver moeten rijden, terwijl de benzineprijzen stijgen”, zegt Michel van Erp, woordvoerder van vakbond NU’91.

Mislukte onderhandelingen

Wat er precies fout is gegaan in de onderhandelingen, kan niemand zeggen. Maar eind vorige maand klapte het overleg tussen de vakbonden en de NVZ, die namens de werkgevers de onderhandelingen voert. De ziekenhuis-cao geldt voor ongeveer 200.000 werknemers. Universitaire ziekenhuizen hebben een eigen cao. Er wordt inmiddels vijf maanden onderhandeld, zeven overlegrondes verder is het eindbod van de NVZ door de bonden afgewezen. Al bestond in eerste instantie enige onduidelijkheid over of er nou wel of niet een bod was. Duidelijk was wél dat de verwachtingen van werkgevers enerzijds en bonden anderzijds ver uit elkaar lagen. En dat lijkt nu onveranderd.

De NVZ stak haar boosheid vorige maand niet onder stoelen of banken, bij Sven Kockelmann op Radio 1 zei voorzitter Ad Melkert „zeer chagrijnig” te zijn geweest over de afwijzing. In een verklaring noemde hij het „onbestaanbaar” en „verbijsterend” – een verklaring die de NVZ al opstuurde voordat de bonden het geformaliseerde eindbod hadden ontvangen.

Ziekenhuispersoneel gaat actievoeren als de NVZ niet ingaat op de eisen van de vakbond

Nu wil de NVZ liever niet praten. „Om het proces tussen ziekenhuizen en bonden niet te verstoren, zeggen we op dit moment even niets. Behalve dan dat ons bod het beste cao-bod is wat er ooit is voorgesteld. We begrijpen niet dat het is afgewezen”, zegt Wouter van der Horst, woordvoerder bij de NVZ.

Dinsdag rond het middaguur verloopt het ultimatum dat de vakbonden hebben gesteld. Als de NVZ niet ingaat op de eisen van de bonden, gaat het personeel actievoeren. In maart is een zogenoemde zondagsdienst gepland, waarbij alleen de hoognodige zorg wordt uitgevoerd. Planbare zorg wordt uitgesteld. Deze dinsdag is er, bij afwijzing van de eisen, een ‘zitactie’ in het Antoni van Leeuwenhoek-ziekenhuis in Amsterdam. De FNV verwacht „honderden deelnemers”. Eerder was er een soortgelijke actie in het Amphia Ziekenhuis in Breda, waarbij sommige ziekenhuismedewerkers vertelden hun rekeningen en vervoerskosten niet meer te kunnen betalen.

Inflatie

Wat willen de bonden bereiken? Op het eerste oog lijkt het voorstel van de NVZ royaal: een loonstijging van 13 procent over twee jaar, hogere vergoedingen voor oproepdiensten en recht op onbereikbaarheid in de vrije tijd. Maar de loonstijging komt in stapjes van 5 procent (per direct), nog eens 5 procent (december dit jaar) en uiteindelijk 3 procent (juni volgend jaar). Dan lijkt 13 procent misschien veel, zegt FNV Zorg & Welzijn-bestuurder Elise Marijn, maar voor het grootste deel van dit jaar betekent het een stijging van slechts 5 procent. Bovendien zouden de bonden zich met dit bod „vastpinnen” op een stijging van 3 procent in 2024, zegt Michel van Erp, woordvoerder van vakbond NU’91. „We weten nog helemaal niet hoe hoog de inflatie dan is.”

Door de onzekere situatie willen de bonden, die in dit cao-traject gezamenlijk optrekken, nu het liefst een eenjarige cao, in plaats van een tweejarige. Daarbij willen zij een loonstijging van 10 procent, net als de universitaire ziekenhuizen. „Zodat we later, wanneer we de toekomstige situatie beter kennen, naar het volgende jaar kunnen kijken”, zegt Van Erp. Maar een cao van een jaar is geen harde eis: als de werkgevers verder willen onderhandelen over een tweejarige cao, „zullen we aan tafel geven en nemen”. Joost Veldt, cao-onderhandelaar bij vakbond CNV: „Langer dan een jaar is bespreekbaar, maar dan moeten we goede afspraken maken over loonstijgingen in het tweede jaar.”

Ook de oproepdiensten zijn een discussiepunt voor de partijen. Er geldt een extra vergoeding voor diensten die binnen 72 uur van tevoren worden aangenomen door medewerkers, om flexibiliteit te belonen. Maar belangrijker dan de toeslag vinden de bonden de optie voor medewerkers om zich uit te laten betalen in tijd. „Zo geef je hen de kans te herstellen van extra uren via meer vrije tijd.” Op die manier hebben medewerkers meer „zeggenschap over hun eigen rooster”, zegt ook Veldt van de CNV. „Dan kun je een extra dienst draaien als de nood hoog is in het ziekenhuis én een privéleven overhouden.”

‘Fatsoenlijke vergoeding’

Rob Koster, cao-onderhandelaar bij vakbond FBZ, benadrukt ook de positie van de ‘aios’ (arts in opleiding tot specialist). Die werkt in principe 38 uur, maar daar kán 10 uur bovenop komen. In de praktijk gebeurt dat vaker wel dan niet. „Deze artsen hebben steeds vaker burn-out-verschijnselen – we moeten zorgvuldiger met hen omgaan. Dat begint bij een normale werkweek.” Dat geldt ook voor coassistenten (geneeskundestudenten die praktijkervaring opdoen in het ziekenhuis) zegt Koster: die krijgen een onkostenvergoeding van 100 euro per maand. „Wij willen dat zij een fatsoenlijke stagevergoeding krijgen voor het harde werk dat ze doen.”

Aan de andere kant zitten veel ziekenhuizen ook in financieel nijpende situaties. Eerder zei Wouter van der Horst, woordvoerder van de NVZ, al tegen NRC dat met dit bod „de randen” worden opgezocht van wat financieel mogelijk is. Bovendien hebben ziekenhuizen de laatste jaren veel kosten aan dure zzp’ers: door de hoge werkdruk kiezen veel medewerkers voor meer controle door als zelfstandige te gaan werken. Dankzij de voor hen gunstige arbeidsmarkt, met grote tekorten, kunnen zij hoge tarieven vragen. En de reiskosten zullen ze waarschijnlijk declareren.

Lees ook dit artikel: Was er nou wel of geen bod van 13 procent? Ja, zeggen de ziekenhuizen. Nee, zegt de bond

Lees verder…….