Voor wie nu aan Tesla denkt; dat was exact de bedoeling.

Op de juiste autonaam moet het Chinese BYD nog oefenen. Je noemt een concurrent van Tesla’s Model 3 niet Zeehond. Om zulke bezwaren zal de naamgever van de BYD Seal niet malen. Kijk die prijs dan, zal hij zeggen. Fiscale waarde van de ‘Design’ genaamde instapzeehond na de prijsverlaging in januari: 44.990 euro. Waarmee hij in aanmerking komt voor de particuliere aankoopsubsidie van 2.950 euro. De goedkoopste Model 3 kost na aftrek van die staatsbonus duizend euro minder, maar de Zeehond biedt voor 42 mille meer vermogen, meer actieradius en sfeer dan Elons koele bestseller.

De Seal Design heeft 30 pk meer dan de basis-Tesla, 313 tegen 283. De luxe is all-inclusive met verwarmde en geventileerde, fijn zittende stoelen, leren bekleding met een wuft diamantpatroon, Dynaudio-stereo en transparant dak. De Model 3 laadt sneller en verbruikt minder, maar de Seal oogt binnen en buiten luxueuzer. Noem hem BYD Deal.

Hij is om vier redenen een serieuze bedreiging voor het stekkerestablishment van Kia tot Tesla en BMW tot VW. Eén: hij is spotgoedkoop voor een grote, ook achterin riant zittende gezinsauto met alle opties. Twee: een verbruik van 16,7 kWh per 100 kilometer is respectabel voor een auto van ruim tweeduizend kilo. Drie: met zijn forse 82,5kWh-batterijpakket komt hij ook bij temperaturen rond het vriespunt 500 kilometer ver. Vier: hij rijdt en stuurt volgens Europese maatstaven, een kunst die tot nu toe te weinig Chinezen in de vingers kregen. De versnelling is minder explosief en geleidelijker dan in de meeste elektrische auto’s, waardoor de vermogensopbouw rustgevend herinnert aan een verbrandingsmotor. Geen enkele noodzaak dus om naar de vijf mille duurdere Seal Excellence met vierwielaandrijving en 217 pk meer uit te wijken.

Afbeelding met meerdere focuspunten die samen een verhaal vormenZoom in voor alle details van de BYDKlik op de punten voor uitleg over de detailsMerlijn Doomernik

Je ziet hem plagiëren met twee draadloze telefoonopladers op dezelfde plek als de Model 3, maar de afwerking is keurig. Alles wat je aanraakt is met chic kussenachtig materiaal bekleed. In de infotainmentsfeer veel gizmo’s als een draaibaar multimediascherm, maar een paar vondsten kunnen repertoire houden. Temperatuur en ventilator laten zich ook via het stuur instellen en een verticale swipebeweging op het grote scherm trekt een praktisch menu mee met snelkoppelingen voor de uitschakeling van stoorzenders als de snelheidsverklikker. Op het cirkelvormige knoppenveld rond het van Volvo gejatte transparante automaatpookje komen doordachtheid en stompzinnigheid samen. Waarom alleen een schakelaar voor de voorruitverwarming? Hoe schakel ik de achterruitverwarming in? Die wil je zichtbaar bij de hand hebben. Bij Tesla weet je dankzij de feilloze menu-architectuur altijd waar je aan toe bent, bij BYD is het soms even zoeken.

Gemoedelijker

Stilistisch staat de Seal tot Tesla als Rien Poortvliet tot de avant-garde. Het design is een B-film. Een vouwlijn over de flank mondt uit in een pijlvormige nepluchtinlaat op de voorste wielkasten, in de dorpels zit een kolderieke origamitekening. Binnen is de Zeehond gemoedelijker dan de klinische Tesla’s. Met zijn traditionelere sfeer kan BYD wellicht Nissan-types binnenhalen die zich in eigen huis verraden voelen door de modernistische binnenhuisarchitectuur van de elektrische Ariya.

Het staat er zelfs bij; de pijl op de flank is design, BYD-design.
Naast de portiergreep in het keurig afgewerkte deurpaneel een van de twaalf luidsprekers van het Dynaudio-geluidssysteem.
Maar zulke chique stoelbekleding heeft Elon niet, en ook dat was exact de bedoeling.
Op dezelfde plek als in de Model 3 bevinden zich in de Seal twee draadloze telefoonopladers.

Foto’s: Merlijn Doomernik

Perfect is hij niet. De veiligheidssystemen grijpen te nadrukkelijk in en met de autopilot aan trekt de BYD met irritante rukjes aan het stuur hardnekkig naar het midden van de weg. Als de dashboardverlichting in tunnels naar de nachtmodus switcht, zijn de schermen tijdelijk onzichtbaar. Het spraakbedieningsprogramma, dat wenst te worden aangesproken met ‘Hi BYD’, spreekt Duits, Frans, Engels, Spaans en Portugees maar geen Nederlands, en een taalwonder is het niet. Zeg Bie Waai Die, niet BYD, daar maakt hij BIT of Bitch van, en toen ik Hasta la vista schreeuwde, vloog een raam open. Het zwaarwegendste communicatieprobleem doet zich voor bij de Fastned-laadpaal. Zo’n bizarre laadcurve zag ik niet eerder. Na een bemoedigend begin duikelt de laadsnelheid naar 8,9 kW, om na een kortstondige opleving de moed weer op te geven. Volgens de importeur botsen de Seal en Fastned vaker. Daar moeten ze snel over in conclaaf om een van de sterkste aanbiedingen op de markt niet te laten struikelen over een softwarebugje. Hoewel er meer behoorlijke Chinese stekkerauto’s rondrijden, is dit de eerste waar ik als autofabrikant en zelfs als Musk onrustig van zou worden. BYD kan het Toyota van het stekkertijdperk worden; geen merk voor liefhebbers, door zijn explosieve prijs-kwaliteitverhouding wel een offer you can’t refuse. Als ik de Oeigoeren uit mijn hoofd kon zetten zou ik hem overwegen.