Voor buitenlandse bands met tekst is optreden in China moeilijk, met instrumentele jazz kom je er gemakkelijker in

Negentig minuten voor het begin van het concert staat het al behoorlijk vol in de concertzaal van de jazzclub. Na jaren van strenge coronarestricties voelt een concert op zondagavond niet vanzelfsprekend voor de Chinese twintigers en dertigers die hierop afkomen, zeker als er een buitenlandse band speelt. „Meestal hebben we niet zo’n haast met het kopen van tickets, maar dit was binnen twee uur uitverkocht”, vertelt treinregelaar Black Bi (30), die samen met zijn partner is gekomen. Zoals veel concertgangers hebben ze hun lange winterjassen binnen aangelaten. Hij is enthousiast over de terugkeer van buitenlandse concerten. „Live is gewoon beter.”

China’s grenzen zaten ruim drie jaar grotendeels dicht, als onderdeel van het zerocovidbeleid dat het land voerde. Vorig jaar maart werden die grensbeperkingen opgeheven, maar de impact ervan blijft voelbaar. In 2023 bleef het aantal grenspassages door buitenlanders steken op 36 procent van dat in 2019. Buitenlandse bands kwamen vanaf de zomer weer mondjesmaat binnen, maar pas dit jaar duikt China weer veel op in tourschema’s, tussen concerten in Japan en Australië in. „We merken dat de interesse terug is”, zegt Ke Bi, een medewerker van de jazzclub Blue Note. „Deze maand hebben we meer buitenlandse acts dan Chinese, waaronder drie acts die voor het eerst in China zijn.”

Strenge controle

Makkelijk is dat niet. Sinds Björk tijdens een concert in Shanghai in 2008 ‘Tibet! Tibet!’ riep aan het eind van haar nummer Declare Independence, heeft het Chinese ministerie van Cultuur een systeem opgezet dat aanvragen voor buitenlandse acts streng controleert. Buitenlandse bands die in China willen spelen moeten een biografie insturen, samen met de lijst van nummers die ze zullen spelen, de vertaalde songteksten, en een video waarop de band ze speelt.

Lees ook In China rocken kinderen op Pippi Langkous

De band Hippe Gasten, met zanger Jon van den Elsen in het wit, tijdens een optreden in de Chinese stad Hangzhou.

Ook als alles meezit duurt een vergunningaanvraag al snel enkele maanden, weet muziekprogrammeur Krish Raghav, die voorafgaand aan de pandemie vijf jaar promotiewerk voor buitenlandse bands deed in China. Voor instrumentele muziek gaat het wat makkelijker. „Dat is een van de redenen dat post-rock populair is in China, omdat instrumentele post-rock bands uit het buitenland makkelijker konden toeren.”

Ook voor de Britse band van vanavond, GoGo Penguin, scheelde dat werk. Die speelt instrumentele jazz, met elektronische invloeden. Erg bekend zijn ze nog niet onder het publiek, maar daarom zijn de bezoekers er juist. „Ik vond de naam van de band leuk en ging luisteren”, vertelt Hou Chen (35). „Voor mij gaan live shows om het ontdekken van nieuwe muziek.”  

Voor jongere bezoekers illustreert het concert een terugkeer naar hun leven voor de pandemie. Maar Hou, een inwoner van Beijing die werkt in de IT-sector, herinnert zich een nog betere tijd. „Het begon al strenger te worden voor de pandemie. Jongeren weten denk ik inmiddels niet beter, maar toen mijn vrienden en ik studeerden, kon je meer buitenlandse bands zien, ook in grote stadions. Dat mis ik wel.”

Ze doelt op de politieke context voor buitenlandse concerten, die al voor de coronapandemie aan het verslechteren was. In China werd de culturele sector minder vrij na het aantreden van president Xi Jinping in 2012. Alle culturele producties, vooral met buitenlandse invloeden, moesten strakker gecontroleerd worden door de staat.

muziekprogrammeurKrish Raghav Bands die in China spelen moeten rekening houden met kritiek van hun fans

Ook werd geopolitiek belangrijker. Volgens Raghav is de sector nooit helemaal hersteld van het onofficiële verbod dat China instelde op optredens door Zuid-Koreaanse bands in 2015, nadat dat land een Amerikaans raketafweersysteem installeerde. En door de toenemende censuur van buitenlandse platforms in China, zoals de blokkade van muziekwebsite Bandcamp in 2021, is er ook minder online interactie en zijn de werelden van fans meer van elkaar gescheiden.

Andersom is de reputatie van China in het Westen de afgelopen jaren ook verslechterd. Dat brengt nieuwe overwegingen mee voor buitenlandse bands. Raghav: „Bands die concerten in China aankondigen moeten rekening houden met kritiek van een deel van hun achterban. ‘Waarom speel je daar?’ ‘Hoe rechtvaardig je dat’?” Eenmaal in China hebben ze meestal wel een positieve ervaring. „De locaties en de apparatuur in China zijn super, vaak beter dan in Europa.”

Chique gebouw

Dat geldt ook voor Blue Note Beijing, dat gelegen is op een toplocatie in het centrum van de stad. Om de in 2016 geopende ondergrondse concerthal, gelieerd aan de beroemde jazzclub uit New York, te bereiken moet je langs de uitgebreide beveiliging die 24 uur per dag geïnstalleerd is rond het Plein van de Hemelse Vrede ernaast. Maar eenmaal in het chique gebouw is de sfeer ontspannen.

Concertgangers laten op hun telefoon de WeChat-kanalen zien waarop ze het concert ontdekten, muziekblogs met namen als eDopamine en de Beijing Rockwijzer. Black, de treinregelaar, is ze dankbaar. „Zonder de promotie voor dit evenement was ik deze band nooit tegengekomen.”

Dan begint het concert. „Ni hao! Xie xie! [Hallo! Bedankt!] Dat is alles wat ik weet”, breekt bassist Nick Blacka het ijs na het eerste nummer. De zaal joelt. „Fijn om hier in China te zijn. We speelden net een nummer van ons nieuwe album: ‘Everything is going to be ok’.”