Via de basisbaan lukte het Martin wel regulier werk te vinden

‘Dit zijn oefeningen voor de kipfiletjes!” Met zachte hand loodst de fitnessinstructeur zeven vrouwen door haar sportklasje. Ze doen squats, lunges en push-ups. Maken boksbewegingen met een setje gewichten. Gepuf stijgt op in zaal, reden voor de trainer haar groep nog eens aan te sporen. „Hou vol, sterke vrouwen!”

Die instructeur is Esther Noordhuis (56). Drie keer per week geeft ze fitnesstraining in het Groningse Vrouwencentrum Jasmijn, waar vrouwen met verschillende (culturele) achtergronden samenkomen voor activiteiten en voorlichting. Ook verzorgt ze de grafische vormgeving van flyers en posters, en adviseert de vrouwen hoe zij gezonder kunnen leven.

Sinds een paar maanden werkt Noordhuis in een zogeheten basisbaan. Dat is betaald werk voor mensen met een kleine kans dat zij ooit nog plek vinden op de reguliere arbeidsmarkt. Tegen ten minste het minimumloon, inclusief pensioenopbouw en vakantiegeld, vervult Noordhuis taken die niet door vrijwilligers of mensen in een reguliere baan worden gedaan. De druk om door te stromen naar zo’n baan is er bewust niet: het belangrijkste is dat Noordhuis volwaardig mee kan doen in de samenleving, en dat zij en de maatschappij daar beter van worden.

De basisbaan komt de laatste jaren geregeld terug in rapporten over bestaanszekerheid. De Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR) noemde het in 2020 als een goed alternatief voor een groep die nu langdurig in de bijstand zit. De Raad wees daarbij op de psychologische en sociale component van een baan: „Als deze zo belangrijk is voor mensen, waarom zouden we degenen die willen en kunnen werken dan ‘afschepen’ met een inkomen in plaats van te zorgen voor goed werk?”

Zinvol

De WRR kreeg bijval van de commissie-Borstlap, die onderzoek deed naar de werking van de arbeidsmarkt, en het Sociaal en Cultureel Planbureau. Vorige maand belandde een rapport van de Commissie sociaal minimum over de bestaanszekerheid in Nederland boven op de toch al dikke stapel. De basisbaan kan zinvol zijn voor „laaggeletterden of mensen met gezondheidsproblemen”, die een te grote afstand hebben tot de arbeidsmarkt, stond in het advies aan landelijke politici. Het gaat om tienduizenden mensen.

Lees ook ‘Om zonder schaamte mee te doen in de samenleving, is meer nodig dan voedsel en een dak boven je hoofd’

Gratis ontbijt voor kinderen op een basisschool in Schiedam.

De Groningse wethouder Carine Bloemhoff (Werk en Participatie, PvdA) staat volledig achter dit advies. Ruim drie jaar geleden begon haar gemeente een proef met de basisbaan. Vijftig mensen verruilden de bijstand voor werk in onder meer buurthuizen, wijkrestaurants en zorgcentra. Afgelopen voorjaar vond de eindevaluatie plaats. De basisbaan bleek een groot succes: niemand was uitgevallen, en alle deelnemers gingen er zowel financieel als in welzijn en gezondheid op vooruit.

Foto Reyer Boxem

Op voorspraak van Bloemhoff kreeg Groningen tweehonderd plaatsen extra, waarvan er nu 61 ingevuld zijn. Maar landelijke opvolging blijft uit, ziet ook Bloemhoff: „Met de eerdere adviezen is door het kabinet te weinig gedaan.”

Lees ook Terug aan het werk dankzij de basisbaan

<strong>Marvin Wiebers</strong> en <strong>Charise Weij</strong> van de <strong>Werkbrigade</strong> doen groenonderhoud in een park in Amsterdam-Zuidoost.

Opschuurder

Wel vinden op andere plekken ook experimenten plaats met de basisbaan. Volgens de Vereniging van Nederlandse Gemeenten lopen in een tiental gemeenten proeven met deze vorm van ‘activerend werk’. Zo ook in Arnhem, waar de 34-jarige Martin Remijn in 2021 aan de slag ging bij Sixty Fruits, een bedrijf dat vintage meubels restaureert en doorverkoopt.

In een werkplaats zijn collega’s van Remijn druk met opschuren van kastjes, die het bedrijf inkoopt via sites als Marktplaats. Twee klanten bewonderen de opgeknapte meubels in de showroom. Ook hij begon als opschuurder van kastjes, vertelt Remijn. Het was werk dat hij met behoud van uitkering uitvoerde. Eerst een dagdeel per week, toen twee, en uiteindelijk drie volle dagen.

heeft een basisbaanMartin Remijn De terugvallen naar mijn gameverslaving werden minder. Ik stond steeds steviger in mijn schoenen

Jarenlang kampte Remijn met psychische problemen, voortkomend uit een jeugdtrauma. „Het leidde tot obsessief-compulsief gedrag, zoals een gameverslaving, en depressies”, zegt hij. Een studie rondde hij niet af. Dankzij therapie krabbelde hij op, maar regulier werk was nog een te grote stap. „Solliciteren vond ik erg moeilijk. Ik was bang dat ze me niet zouden geloven, of dat ik zelf in de stress zou schieten.”

Na enkele maanden kastjes schuren kreeg Remijn een basisbaan op de verkoopafdeling van Sixty Fruits. Terwijl hij met behulp van therapie aan zijn mentale gezondheid werkte, kon hij in zijn nieuwe functie werkervaring opdoen. De terugvallen naar zijn gameverslaving werden minder, vertelt hij. „Ik stond steeds steviger in m’n schoenen.”

Wat hij wel ontdekte, was dat een ‘basisbaner’ binnen een organisatie extra aandacht behoeft. „Door veel personeelswisselingen in korte tijd was het niet altijd een veilige omgeving. Ik moest al snel taken overnemen van iemand die uitviel, al hebben mijn collega’s me in sommige gevallen wel uit de wind gehouden.” Ideaal was het dus niet, zegt hij, „maar ik heb het als uitdaging opgepakt.”

Onzekerheid

In Groningen erkent wethouder Bloemhoff dat bij de basisbaan meer komt kijken dan werk en een salaris aanbieden. „Voor mensen die jarenlang in de bijstand hebben gezeten, is het best een stap. Het kan ook leiden tot onzekerheid: hoe is het met toeslagen geregeld? En wat als straks de Belastingdienst langskomt? We proberen dat als gemeente met coaches heel goed in beeld te houden. Ook is er financiële ondersteuning voor mensen die bijvoorbeeld in de schulden zitten.”

Netto levert een basisbaner op jaarbasis zo’n 7.240 euro op

In de eindevaluatie van het Groningse experiment zagen de onderzoekers dat de gemeente per saldo verlies maakt op de basisbaan, doordat de extra uitgaven aan loonkosten hoger zijn dan de lagere kosten voor de bijstand. Maar voor de hele maatschappij kan een basisbaan makkelijk uit. Zo krijgt het Rijk meer belasting binnen, hebben de betrokkenen meer te besteden, dragen zij bij aan de productiviteit van de maatschappij én liggen hun zorgkosten lager. Netto levert een basisbaner op jaarbasis zo’n 7.240 euro op.

Wetenschappelijke steun voor invoering is er dus, vindt Bloemhoff. Maar voor een echte „doorbraak” moeten politieke partijen anders gaan kijken naar werk als onderdeel van bestaanszekerheid, vindt ze. „Iedereen heeft er recht op”, stelt ze.

En dan is er nog het feit dat de gemeenten de kosten dragen. „Om dit landelijk in te voeren is bij gemeenten extra geld nodig. Wij worden nu bovendien gekort op het bijstandsbudget als mensen uitstromen. Maak het mogelijk dit budget voor een groep die langdurig in de bijstand zit in te zetten voor basisbanen.”

Doorgroeien

Voor Remijn bleek de basisbaan een uitkomst. Uiteindelijk ging het zo goed dat hij kon doorgroeien naar een volwaardige verkoopfunctie bij Sixty Fruits – met een beter salaris. „De stap van onbetaald naar regulier betaald werk was eerder te groot. Nu wil ik kijken of ik hier op de lange termijn wil werken. Mijn droombaan? Verkoper of marketeer bij een leuk bedrijf met en een mooi product.”

Noordhuis werkt naar eigen zeggen nog te kort in een basisbaan om het verschil in haar portemonnee al te voelen. Als ze even de fitnesszaal is uitgeglipt, legt ze uit waarom ze haar werk zo leuk vindt. „Alles komt hier samen wat ik eerder heb gedaan: een baan in de zorg, grafische vormgeving, sporten. Ik haal er veel voldoening uit.”