Verhuur is de trend op de Europese transfermarkt

Voetbal Sommige clubs zien huurtransfers als verdienmodel, andere als wondermiddel tegen financiële beperkingen. Voetbalbond FIFA wil de praktijk aan banden leggen.


Vat de voetballoopbaan van Robin Gosens in een grafiek en je krijgt een lijn die zeldzaam gelijkmatig omhoog loopt. De flankverdediger, zoon van een Nederlandse vader en Duitse moeder, speelde in 2013 zijn eerste wedstrijden als prof voor FC Dordrecht in de Eerste Divisie, ging na twee seizoenen naar Heracles en maakte weer twee seizoenen later de overstap naar de Italiaanse subtopper Atalanta Bergamo. Sinds 2020 is hij Duits international. En dus reageerde niemand verbaasd toen vorige week bekend werd dat de inmiddels 27-jarige Gosens weer een stapje hogerop gaat, naar Internazionale.

Toch was er iets vreemds aan de transfer. „Inter huurt de vleugelverdediger met de verplichting hem te kopen als aan bepaalde voorwaarden is voldaan”, schreef de koploper in Italië in een summier persbericht. Een journalist van Sky News meldde dat Inter en Atalanta een huurovereenkomst hebben getekend van anderhalf jaar. Maar zodra Inter in het volgende seizoen één doelpunt heeft gemaakt in een officiële wedstrijd, wordt de huurdeal omgezet in een koopcontract, aldus Sky. Ook de prijs die Inter zal betalen zou al zijn vastgelegd: 25 miljoen euro plus bonussen.

Kylian Mbappé

Het doet denken aan de omstreden transfer van de Franse aanvaller Kylian Mbappé van AS Monaco naar Paris Saint-Germain, in de zomer van 2017. Ook toen ging het in aanvankelijk om een huurconstructie. Zou PSG zich in het eerste seizoen met Mbappé handhaven in de Ligue 1, het hoogste niveau in Frankrijk, dan was de club gehouden hem te kopen voor 200 miljoen euro.

De kans dat PSG zou degraderen was zo klein – de Parijse club werd dat jaar kampioen – dat sprake was van een verkapte koopovereenkomst. Waarom dan zo ingewikkeld? Om de regels voor financial fair play van de Europese voetbalbond UEFA te omzeilen, zo was het sterke vermoeden. Die zijn opgesteld om te voorkomen dat clubs structureel meer uitgeven dan er binnenkomt. Paris Saint-Germain had vlak voor de deal met Mbappé 222 miljoen euro betaald voor de Braziliaanse aanvaller Neymar. Door de transfersom voor Mbappé een jaar vooruit te schuiven, bleef de club binnen de toegestane marges.

Bij de transfer van Gosens naar Inter lijken uitgavenlimieten van de UEFA geen rol te spelen. Een tekort aan cash is een waarschijnlijker motief om de betalingsverplichting naar voren te schuiven. Ondanks de verkoop afgelopen zomer van Romelu Lukaku (naar Chelsea) en Achraf Hakimi (Paris Saint-Germain) voor in totaal 180 miljoen euro, kampt Inter nog altijd met financiële problemen, na een verlies van 246 miljoen euro over het vorige seizoen. Datzelfde geldt voor FC Barcelona, dat afgelopen week bekendmaakte Adama Traoré te huren van Wolverhampton Wanderers. Ook daarbij is een optie tot koop voor een vastgesteld bedrag (30 miljoen euro) overeengekomen, zij het geen verplichting.

Zo vormen huurconstructies een (tijdelijke) oplossing voor allerlei financiële beperkingen. Niet gek dus dat ze steeds populairder worden in een sector waarin financiële slagkracht in hoge mate bepalend is voor succes, transfersommen steeds hoger worden en inkomsten al jaren onder druk staan door de coronapandemie. De Britse zakenkrant Financial Times berekende dat huurtransfers in 1992 zo’n 6 procent van het totaal uitmaakten in de vijf grootste competities (Engeland, Frankrijk, Spanje, Italië en Duitsland). Tegenwoordig ligt dat rond de 30 procent.

Ajax-spits Brian Brobbey kwam in de winterstop op huurbasis over van RB Leipzig.
Foto Maurice van Steen/ANP

Gaten vullen

Niet alleen financiële beperkingen dragen bij aan de populariteit van huurconstructies. Zeker tijdens de korte transferperiode in de winter, die deze maandag afliep, zijn huurovereenkomsten handig om op korte termijn gaten te vullen. Bij de ene club zit een spits op de bank, de andere komt er een tekort. Zo kwam Brian Brobbey onlangs van RB Leipzig naar Ajax, terwijl Sébastien Haller met Ivoorkust om de Afrika Cup speelde.

Voor sommige clubs is de verhuur van spelers bovendien een verdienmodel geworden. Rijke clubs als Chelsea en Manchester City ontwikkelden een strategie om jonge talenten vast te leggen en die te verhuren aan clubs in binnen- en buitenland. Door spelers ervaring te laten opdoen bij kleinere clubs werden ze meer waard, was het idee, terwijl degenen die uitzonderlijk goed bleken een kans konden verdienen bij de ‘moederclub’.

Het is een strategie die in afgeleide vorm navolging heeft gekregen bij clubs in Portugal, Spanje en vooral Italië. Atalanta voert de lijst aan met 63 (!) verhuurde spelers, volgens cijfers van website Transfermarkt, maar ook onder meer Chievo Verona, Udinese en Juventus maken graag gebruik van huurconstructies.

De vraag is hoe lang nog. Wereldvoetbalbond FIFA vindt dat ‘hamsteren’ van huurlingen ten koste gaat van spelers en leidt tot oneerlijke concurrentie. De bond wil regels invoeren om dit tegen te gaan, bijvoorbeeld door de verhuurperiode te maximeren op een jaar en het aantal gehuurde en uitgeleende spelers bij een club te begrenzen op twaalf in totaal. De 37 leden tellende raad van de FIFA, onder wie acht UEFA-vertegenwoordigers, stemt deze zomer over de plannen.

Lees verder…….