Gij zult mooi zijn

De tien geboden voor de vrouw Aan vrouwen worden meer eisen gesteld dan aan mannen, lijkt het. Aflevering zeven van een serie: een rimpel moet bij de vrouw vakkundig worden weggepoetst, maar maakt de man karakteristiek.



Illustratie Lotte Dijkstra

De taxichauffeur doet de deur voor me open en houdt een paraplu boven mijn hoofd. „Mooier gaat het niet worden”, lach ik als ik meeloop en met zijn hulp de regenvlagen ontduik tot we bij de deur van studio Oost van de Westergasfabriek in Amsterdam zijn.

„Veel mooier”, zegt de chauffeur verbaasd. „Je zit zo bij Matthijs van Nieuwkerk aan tafel!”

Dat is tot nu toe meer buikpijn dan genieten, maar als ik binnenkom, weten ze bij de balie gelukkig wie ik ben en wijzen ze me naar de visagie. Dat klinkt dan toch wel als een soort verwen-uurtje. In de stoel bij iemand die me gaat verzorgen voor ik op moet.

De grote verrassing van een boek schrijven was voor mij dat ik steeds mijn gezicht moest laten zien. Letters zijn niet genoeg. Een foto voor op de achterkant, een foto voor bij een interview, een foto voor op de aankondigingsposter van de lezing. En ik ben toch echt de introvert die liever vanachter een bureau stilletjes zit te schrijven.

In de spiegel kijken de visagiste en ik naar het werkterrein.

„Hoe wil je je haar?”

„Ik dacht een beetje rustig. Zoals het nu zit.”

„Dat dacht ik dus niet.” Ze pakt een bus haarlak en een kam.

Knappe mensen verdienen meer. Knap en goed verzorgd. Dat blijft bij mannen beperkt tot een pak aandoen, maar voor vrouwen zijn make-up, hairstyling, smaakvolle accessoires en modieuze kleding noodzakelijk om als goed verzorgd te worden aangemerkt. Uit studies over dit onderwerp blijkt dat zonder die aanpassing aan de algemene smaak vrouwen minder verdienen, maar dat mét die maatregelen ze nog steeds over de hele breedte van het professionele spectrum minder verdienen.

Een suikerspin vormt zich op mijn hoofd. Sluik is blijkbaar een vies woord, want nog niet één visagiste heeft die stylingaanwijzing opgepakt.

„Zo, eerst maar flink wat foundation.” Ik weet dat ze het vriendelijk bedoelen, de vrouwen die me zo netjes mogelijk willen afleveren, alleen benadrukken ze wel dat het een heel werk is.

„Kijk, dat ziet er toch veel beter uit?”, knikt ze naar mijn hoofd. „En nu wat blush.”

De grote verrassing van een boek schrijven was voor mij dat ik steeds mijn gezicht moest laten zien. Letters zijn niet genoeg

Geruststellend is het dat we allemaal door de molen moeten voor we aan tafel mogen. Straks zegt ze ook tegen Tom Egbers: „Even die jukbeenderen wat aanzetten want zo is het maar een vlakke boel.” En raadt ze Jeroen Dijsselbloem aan zijn ogen te sluiten om mascara op te brengen met de observatie: „Die wimpers van jou lijken wel recht vooruit te staan. Daar zul je wel vaker last van hebben.”

Misschien ben ik ook niet de enige met een ongelegen opgekomen puistje, of misschien wel want mijn tafelheren hebben geen last van maandelijkse hormonale schommelingen. „Zo, nu zie je er niets meer van.”

Smokey eyes

Wat Dolf Jansen aan welgemeende raadgevingen gaat krijgen met betrekking tot het benadrukken van zijn sterke kanten, weet ik niet. Bij mijn gezichtstype is het belangrijk om mijn ogen te accentueren, hoor ik, anders vallen ze weg. Achter wat, mijn te volle wangen? Dat blijft onuitgesproken. Misschien overtuigt ze Dolf Jansen tot smokey eyes „zodat ze de lengte van je gezicht overleven”.

„Matthijs doen jullie natuurlijk met je ogen dicht”, probeer ik de conversatie over mijn voorkomen even te onderbreken. Vooral de stevige handklem om mijn schedel bij de verschillende handelingen brengt me iets verder van het wellnessverwengevoel dan ik had gehoopt.

„Ah ja, Matthijs”, glimlacht de visagiste. Iedere hoop dat ze hem ook streng toespreekt over niet vaak genoeg naar de kapper gaan, zijn wenkbrauwen te nonchalant epileren of de te weinig consistente contouren van zijn lippen, vervliegt. „Ja, die houdt van rust tijdens zijn momentje in de stoel.” Momentje? Ik zit hier nu ruim een half uur. En de stroom van adviezen over mijn uiterlijk heeft nog steeds geen rustgevend effect op me gehad.

‘Een man mag zijn hoofd niet bedekken omdat hij Gods beeld en luister is. De vrouw is echter de luister van de man.” De aanbeveling van Paulus dat christelijke vrouwen een sluier moeten dragen, is me vandaag niet zo onwelgevallig als anders. Geef mij maar een boerka. Het hele dualisme van Paulus, via Augustinus tot Trump, dat vrouwen het lagere deel van de mens uitbeelden, het lichamelijke, en mannen het geestelijke, en dat als vrouwen dan toch lichamelijk zijn, ze de verplichting hebben om dat deel dan ook aanschouwelijk te maken in superieure schoonheid, komt me vandaag wat meer dan anders mijn neus uit.

„Matthijs heeft zo’n karakteristiek hoofd, daar doe ik niks aan, beetje foundation. En hij weet precies wat hij met zijn haar wil.”

Jammer dat mijn karakteristiek sluike haar net is opgeleukt, mijn diepzinnige rimpels weggewerkt en mijn scherpe blik een kransje uitnodigende wimpers heeft gekregen voor een waarachtige slaapkamerblik. Na veertig minuten zegt de visagiste moe maar voldaan: „Nou, dat is heel mooi geworden. Je kunt met een gerust hart aan tafel gaan.”

Ik voeg me bij de heren die de afgelopen drie kwartier in de kantine van gedachten hebben gewisseld.

Lees verder…….