Verbluffend rijke wildstand tussen de containers

Recensie


Film

Stadsnatuur Na de Oostvaardersplassen en Amsterdam wordt het leven gefilmd van dieren tussen de Nederlandse zware industrie. ‘Wild Port of Europe’ laat zien dat in deze volledig geplande omgeving dieren met veel vindingrijkheid hun plekje weten te vinden.

Een scholekster broedt naast zeecontainers, in ‘Wild Port of Europe’
Een scholekster broedt naast zeecontainers, in ‘Wild Port of Europe’

De verwachtingen zijn hooggespannen als een nieuwe film als werktitel De Nieuwe Wildernis 2 heeft. De majestueuze productie uit 2013 over de Oostvaardersplassen was met 700.000 bezoekers de best bezochte natuurfilm ooit in de Nederlandse bioscopen. De verbindende factor met de vorige titel is producent Mark Verkerk; hij en regisseur Willem Berents werkten eerder ook samen voor Holland, natuur in de Delta en De Wilde Stad.

Het team stelde zichzelf voor Wild Port of Europe opnieuw de vraag: hoe passen dieren zich aan het voortdurend veranderde landschap van Nederland aan? Hoe overleven zij in een omgeving waarin haven en industrie domineren? Berents zelf ontdekte tijdens een bezoek aan Shell Moerdijk hoeveel méér flora en fauna daar aanwezig was dan hij had verwacht. Het feit dat de mens hier alleen maar komt werken, maakt het voor veel dieren juist een uitgelezen leefomgeving.

Het eerste kwartier van de krap anderhalf uur durende film is het lastig je over te geven aan de verbluffende beelden uit deze industriële, volledig geplande omgeving. Dan begint de verbazing over de vindingrijkheid van dieren om hun plekje vinden tussen de mammoettankers, rokende kolencentrales en kranen van de containerterminals.

Dan daalt ook het besef in hoeveel tijd, energie en toewijding Berents en Verkerk hebben gestoken in het vastleggen van dit unieke schouwspel, urenlang in camouflagepakken wachtend op dat ene gouden shot. In totaal werkte een team van dertig man vier jaar aan de film. Alle ruim dertig bedrijven waar de makers draaiden, moesten afzonderlijk toestemming geven voordat de ploeg hun terrein op mocht.

De diversiteit aan dieren is overweldigend: van egels tot bunzingen, van torenvalken tot zeehonden en van bevers tot rugstreeppadden. Vaak gaat het om terloops beeld, sporadisch wordt een scène echt opgebouwd, zoals de paringsdans van mantelmeeuwen of de thriller waarin een havik op een vlakte jaagt op zijn prooi. De jazzy muziek van Edison-winnaar Eric Vloeimans stuurt speels de stemming van de kijker: soms opzwepend en energiek, op andere momenten melancholiek en loom.

De makers slagen er vakkundig in ons met een nieuwe blik te laten kijken naar de havens en industrie. Het leven wordt absoluut niet mooier gemaakt dan het is; daar als dier overleven blijkt een uitdaging. Klimaatverandering loopt onmiskenbaar als een rode draad door de film. De stortregens en de extreme hitte van de afgelopen zomers hebben merkbaar hun weerslag op de dieren. „Zien we hier ook onze eigen toekomst?”, sombert presentator Sacha de Boer aan het einde van de film.

Lees verder…….