Ultraorthodoxe mannen houden zich sinds 7 oktober niet langer afzijdig en gaan het leger in: ‘Ook wij willen wat doen’

In de religieuze wijk Har Nof van Jeruzalem zet Jonathan Rosenblum (72) een stoel tegen de voordeur van zijn appartement. De deur blijft zo open, de wind blaast naar binnen. Alleen zijn met een vrouw achter een gesloten deur is niet toegestaan, mompelt hij. Zijn vrouw is op haar werk. Dan laat hij foto’s zien van zijn zeven zoons en dochter. Bijna allemaal hebben ze een gezin. Hij is trots. Ook op zijn jongste zoon: Elimelich Rosenblum.

Elimelich Rosenblum (28) doet iets wat de andere zeven niet deden: hij zit in het leger. Sinds kort. Het was wel wennen, zegt de vader eerlijk. Maar, zegt hij ook, dit is een bittere periode voor het land. „De aanval van Hamas heeft geleid tot een groot gevoel van nationale eenheid. Ook wij willen wat doen.”

Met ‘wij’ bedoelt Rosenblum de ultraorthodoxe joden (haredim) die in Israël al sinds de stichting van de staat zijn vrijgesteld van dienstplicht. Zij bestuderen de Talmoed terwijl vrijwel alle andere Israëlische jongeren na de middelbare school verplicht het leger in gaan; jongens minimaal drie jaar en meisjes twee jaar. Mannen keren daarna jaarlijks ongeveer een maand terug als reservist, al doet niet iedereen dat.

Vader Rosenblum werd geboren in Chicago, kwam met zijn vrouw op huwelijksreis naar Israël en bleef. Tien jaar studeerde hij aan een Jeshiva, een Talmoedschool. De overheid geeft deze studerende mannen een toelage. Rosenblum wilde een orthodox rabbijn worden. Uiteindelijk koos hij toch een andere weg. Net als ongeveer de helft van de haredi-mannen ging hij aan het werk. Hij schreef artikelen over onder meer de haridi-gemeenschap en verscheidene boeken.

Al zijn zoons gingen ook naar de Talmoedschool, maar de jongste twee wilden dat niet fulltime blijven doen. Elimelich (28) studeerde tussen zijn achttiende en vierentwintigste aan een Jeshiva. Na een voorbereidend jaar begon hij drie jaar geleden aan een studie rechten in Jeruzalem.

Rechtenstudent

Zijn leven als religieus rechtenstudent veranderde in de vroege ochtend van 7 oktober toen de sirenes begonnen te loeien. Elimelich Rosenblum kon niet op zijn telefoon kijken wat eraan de hand was, want die stond uit en mocht niet aan. Het was shabbat, de joodse rustdag en bovendien een feestdag: Simchat Tora. Het is orthodoxe joden dan niet toegestaan om apparaten in te schakelen. Hij sliep met twee vrienden bij zijn broer in Beit Sjemesj, dertig kilometer ten westen van Jeruzalem.

Lees ook deze reportage over het leven in Tel Aviv

Lichtletters op een auditorium in Tel Aviv roepen op om de door Hamas ontvoerden ‘thuis te brengen’.

De buurman rende binnen met het nieuws over een aanval van Hamas in het zuiden van Israël. De ernst en omvang waren toen nog onbekend, maar de buurman was opgeroepen om zich te melden bij de legerbasis. Een van de vrienden van Elimelich Rosenblum zette zijn telefoon aan. Dit was een noodsituatie. Hij zei dat hij ook zou gaan als hij werd opgeroepen.

De vriend ging, zegt Rosenblum, terwijl hij twee weken later zou trouwen. „Het maakte indruk op me. En het zette me aan het denken.”

De uitzonderingspositie van de haredim dateert van 1948, toen de staat werd opgericht. Er woonden toen enkele duizenden haredim in Israël, de uitzondering was niet echt een probleem. Maar hun aantal is fiks gegroeid, tot zo’n 13 procent van de hele bevolking nu. Onder meer door het zeer hoge geboortecijfer van gemiddeld zeven kinderen per gezin.

Jonathan Rosenblum, vader van Elimelich, thuis in Jeruzalem.
Foto Kobi Wolf

De afgelopen jaren probeerden seculiere politici wetten door het parlement te krijgen die een einde zouden maken aan de uitzonderingspositie van de haredim. Maar de orthodoxe partijen die de regeringen van premier Benjamin Netanyahu sinds 2015 aan een meerderheid helpen, blokkeerden die.

Het bloedbad op 7 oktober lijkt het begin van een ommezwaai, die met seculiere drang en dwang niet lukte. De haredim, die zich in gewone tijden afzijdig houden van de seculiere samenleving, formeerden nu verschillende vrijwilligersgroepen om de soldaten te steunen. Ook Elimelich Rosenblum hielp mee, vertelt hij op een terras in Ramat Gan, een voorstad van Tel Aviv. De eerste twee weken bracht hij met andere actieve orthodoxe joden maaltijden en kleding naar bases in de buurt van Gaza en het noorden.

Maar hij wilde meer doen.

Schietlessen

En hij was niet de enige, zegt de legerwoordvoerster met ogen net zo groen als haar uniform die bij het gesprek aanwezig is. Dus zorgde het Israëlische leger voor een korte basiscursus van twee weken voor orthodoxe mannen zonder ervaring in het leger. Inmiddels hebben ruim driehonderd van hen de cursus gedaan. „We kregen schietlessen, een zelfverdedigingscursus en we leerden de betekenis van verschillende commando’s”, zegt Elimelich. „Commando’s krijgen en die zonder meer opvolgen, is nieuw voor ons. Het was best wennen, ook voor de commandanten die normaal achttienjarigen voor zich zien. En nu ons. In mijn cursus zaten mensen tussen de 25 en de 50.”

Lees ook deze reportage over leven in de kibboets

Het David hotel aan de Dode Zee waar overlevenden uit de kibboets Be’eri naartoe zijn verhuisd.

Nu werkt Elimelich in legeruniform in een hotel in Ramat Gan. In het hotel worden mensen opgevangen uit de kibboetsen nabij de Gazastrook die werden aangevallen op 7 oktober. Zij kunnen voorlopig niet terug naar hun huis. Ook verblijven er overlevenden van het Supernova-festival, de rave in Zuid-Israël waar Hamasterroristen 364 van de feestgangers doodden.

De, veelal jonge, overlevende feestgangers krijgen in het hotel een driedaagse therapiesessie. Ze doen onder meer yoga, hebben gesprekken onder begeleiding van therapeuten en individuele sessies. Tijdens die dagen overnachten ze in het hotel. Het is de taak van Elimelich om voor veiligheid te zorgen. „Het gaat er vooral om dat ik er rondloop. Dat ik er bén in mijn uniform. Dat stelt gerust.” Hij praat ook veel met de mensen in het hotel.

DJ Kido

Zo komt hij in aanraking met heel andere mensen dan hij normaal ontmoet. Want ook als rechtenstudent bleef hij in een religieuze bubbel, met zijn eigen vrienden en familie. Het is wennen. Tegen een jongen met ‘For always Kido’ op zijn T-shirt, zei hij: „Wat een leuk shirt!” Elimelich: „Ik dacht dat ‘voor altijd kind’ betekende of iets dergelijks.” De jongen barstte bijna in tranen uit. Kido bleek DJ Kido, artiestennaam van Matan Elmalam, die op Supernova draaide en de aanval niet overleefde. Ze hadden een goed gesprek.

Elimelich: „De hotelgasten vertellen me dat het prettig is dat ze hun verhaal kunnen vertellen. Ik merk dat ik eigenlijk prima met ándere mensen een gesprek kan hebben. Voor hen is het ook goed om te merken dat je met een religieuze guy gewoon kunt praten. Het werkt twee kanten op.”

Elimelich Rosenblum vindt het prettig om nuttig te kunnen zijn. „Zonder leger kan Israël niet overleven en voor het leger zijn mensen nodig.” Sinds 7 oktober hebben zich al enkele duizenden religieuze mannen gemeld. De woordvoerster vertelt dat het leger moeite doet om het leven voor religieuze soldaten makkelijker te maken. Zo wordt rekening gehouden met het vervullen van het gebed. Het eten is altijd al koosjer. Maar voor deze mensen is het koosjer van het hoogste niveau.

Elimelich Rosenblum
Foto Ofek Shavit/IDF

Elimelich kan zich voorstellen dat voortaan meer Haredi-jongens op hun achttiende het leger in gaan. „Als ik nu achttien was geweest had ik wellicht ook een andere keuze gemaakt.” Het is lastig in te schatten hoe breed die beweging wordt, zegt hij. Veel hangt af van de religieuze leiders. Zullen zij het toestaan of ontmoedigen. Elimelich: „Veel rabbijnen vrezen de risico’s als hun jongemannen worden blootgesteld aan een heel nieuwe wereld. Anderen zien de noodzaak van meer integratie. Er is niet één haredim-gemeenschap. Er zijn onderling best grote religieuze verschillen.”

Groentesoep

In zijn woning in Jeruzalem zegt ook Elimelichs vader dat de tijden veranderen. Hij serveert groentesoep die zijn vrouw maakte. Hij begrijpt de boosheid van veel Israëliërs die vinden dat de utraorthodoxen wel heel gemakkelijk de seculieren het gevaarlijke werk laten opknappen terwijl zij met hun neus in de boeken zitten. „De haredim zijn lang beschouwd als een laatste brokje Europese geschiedenis, een kleine gemeenschap die zou uitsterven. Het tegendeel gebeurde. Maar dat schept ook verantwoordelijkheid. Misschien zullen mijn kleinkinderen wel allemaal in het leger dienen.”

Hij ziet wel obstakels. Vooral de vele vrouwelijke soldaten maken het lastig. En hij ziet haredi-jongens minder snel in een gevechtseenheid. „Maar het leger heeft ook een belangrijke inlichtingentak. En daar zouden onze jongens wellicht weer heel geschikt voor zijn.”

Leeslijst