Naar een loonprijsspiraal met de FNV-looneis? ‘De situatie is heel anders dan in de jaren 70’

Vakcentrale FNV Salarisverhogingen zaten afgelopen jaren vaak rond de nullijn, of net erboven. Wat zijn de risico’s van de looneis van 12 procent van de FNV? „Als je reëel kijkt is het een van de laagste eisen ooit.”

Winkelstraat in Arnhem. Winkelpubliek wordt overal geconfronteerd met hogere prijzen.
Winkelstraat in Arnhem. Winkelpubliek wordt overal geconfronteerd met hogere prijzen.

Foto Dieuwertje Bravenboer

Is het de hoogste centrale looneis ooit? Vakbond FNV wil dat alle salarissen voortaan automatisch meestijgen met de inflatie, wat komend jaar zou neerkomen op een salarisverhoging van rond de 12 procent. Een stuk meer dan het percentage dat dit jaar tot nu toe in cao’s is beland: gemiddeld zo’n 4 procent.

Als je kijkt naar het percentage is de looneis inderdaad „ongekend hoog”, zegt FNV-vicevoorzitter Zakaria Boufangacha. Salarisverhogingen zaten de afgelopen jaren vaak rond de nullijn, of net daarboven. „Maar als je reëel kijkt is het een van de laagste looneisen ooit. Er zit niet eens koopkrachtverbetering in.”

Normaal baseert de FNV haar centrale looneis op een som van de inflatie, arbeidsproductiviteit en de toegevoegde waarde (hoeveel méér bedrijven zijn gaan verdienen). Nu dus alleen op de inflatie. De FNV wil dat de lonen in januari worden verhoogd met het inflatiepercentage van oktober in het voorgaande jaar. Bij een lage inflatie zullen de lonen dus ook minder stijgen.

Daarnaast moet het minimumuurloon worden verhoogd naar 14 euro, vindt de vakbond. Dat is meer dan de 10 procent die het kabinet op Prinsjesdag zal presenteren; daarmee belandt het minimumuurloon op iets meer dan 11 euro.

Een automatische prijscompensatie is economisch omstreden. De Nederlansche Bank bijvoorbeeld waarschuwt dat dit kan leiden tot een loon-prijsspiraal: als bedrijven hun prijzen verhogen om de gestegen loonkosten te kunnen betalen, neemt de inflatie verder toe – en zullen de lonen opnieuw stijgen. Enzovoort. In de jaren 70 was de automatische prijscompensatie in cao’s en uitkeringen gemeengoed. Nadat destijds de energieprijzen door de oliecrisis enorm stegen, is Nederland in zo’n spiraal beland. Het leidde tot een diepe recessie. Sindsdien was het beleid: loonmatiging.


Lees ook: Prijzen omhoog, loon omhoog. Maar wat als dat alles duurder maakt?

Rekening bij werkgevers leggen

Toch valt er wat voor te zeggen de rekening voor de torenhoge inflatie dit jaar niet bij werknemers, maar bij werkgevers te leggen, zegt Joop Schippers, hoogleraar arbeidsmarkteconomie aan de Universiteit Utrecht. „Door de gestegen energieprijzen vindt er een nationale verarming plaats. Heel veel bedrijven maken nu forse winsten. Dan is het logisch hen te laten bijdragen aan het opvangen van die verarming.”

Je zou van jaar tot jaar moeten kunnen afwegen wie je de verarming laat dragen

Joop Schippers hoogleraar arbeidsmarkteconomie

Dat is meteen het grote verschil met de jaren 70, zegt hij: toen werden de winsten van bedrijven over de gehele linie steeds verder uitgehold.

Maar een automatische prijscompensatie, zoals FNV wil, vindt Schippers onverstandig. „Volgend jaar is de situatie misschien heel anders, en staan bedrijven er minder florissant voor. Dan moet je andere keuzes kunnen maken. Je zou van jaar tot jaar moeten kunnen afwegen wie je de verarming laat dragen.”

‘Inflatie komt door inkoopprijzen’

Volgens Piet Rietman, econoom van ABN Amro, is de angst voor een loon-prijsspiraal in de huidige economie niet reëel. „Zo’n spiraal krijg je als mensen steeds meer consumeren. Maar de koopkracht daalt nu zo hard, dat ik niet zie hoe dat kan ontstaan. Bovendien heeft arbeid momenteel een vrij kleine rol in het aanjagen van inflatie. Inflatie komt vooral door inkoopprijzen van bijvoorbeeld energie. De situatie is daarmee heel anders dan in de jaren 70.”


Lees ook: De prijzen wel omhoog en je loon niet. Hoe kan dat?

Hoeveel de salarissen werkelijk zullen stijgen, zegt Rietman, hangt af van „eis en actie”. Oftewel: een harde eis in combinatie met stakingen. „In Nederland is de hoeveelheid actie heel stabiel: altijd rond de 25 stakingsdagen, of de arbeidsmarkt nou krap is of niet. Maar dit jaar loopt het al aardig op.” Voor de loongroei is ook het soort actie relevant: symbolisch op een plein staan heeft minder effect dan hele dagen geen producten of diensten leveren, zoals de NS laatst deed. Dat resulteerde in een loonsverhoging van 9,25 procent.

FNV Zorg en Welzijn eist alvast 12,5 procent loonsverhoging en automatische prijscompensatie voor de 200.000 man personeel in de ziekenhuizen.

Dit jaar veelal vaste bedragen

Toch komen de meeste werkgevers en werknemers er snel samen uit, zegt Jannes van der Velde, woordvoerder van de Algemene Werkgeversvereniging Nederland. „De cao-overleggen gaan helemaal niet zo moeizaam dit jaar. Onderhandelaars houden rekening met de financiële situatie van de bedrijfstak.” In cao’s worden dit jaar vaker afspraken gemaakt over vaste bedragen, zegt hij. „In 1 op de 5 nieuwe cao’s is dat zo. Dat is vrij ongewoon. Daarmee gaan de lagerbetaalden er meer op vooruit. Werkgevers doen dat omdat ze ook wel zien dat daar de hardste klappen vallen.”

Niet in álle sectoren zijn de winsten hoog. Ook bedrijven hebben last van de hoge energieprijzen, vooral als zij die niet kunnen doorberekenen in hun prijzen. „Die bedrijven vallen om als ze de lonen met 12 procent verhogen”, zegt hoogleraar Schippers. „Dan span je het paard achter de wagen. Je moet daarom per sector kijken wat mogelijk is.”

Daar denkt de vakbond anders over. „Het forse koopkrachtverlies gaat ons allen aan”, zegt Boufangacha. „Niet alleen omdat gezinnen de winter niet doorkomen, ook omdat we een forse economische crisis dreigen in te gaan als we 12 procent minder te besteden hebben. Voor ons staat het behoud van koopkracht centraal. Als bedrijven daar niet toe bereid zijn, verwacht ik meer acties.”

Lees verder…….