Tussen het langste en kortste metalnummer blijkt maar weer dat Opeth geen gewone metalband is

Recensie


Muziek

Opeth De Zweedse metalband Opeth is op tour om hun dertigjarig bestaan te vieren, en speelt twee avonden in Utrecht. Tijdens de eerste avond onderstrepen ze het genie van de band.

De Zweedse metalband Opeth in TivoliVredenburg.
De Zweedse metalband Opeth in TivoliVredenburg.

Foto Jelmer de Haas

Het gonsde op sociale media en fora de afgelopen weken: zouden ze het echt spelen? Ook voor het eerste van twee concerten van Opeth in TivoliVredenburg zaterdagavond hoorde je de drie woorden van dat ene legendarische nummer uit 1996 dat ze nooit live uitvoerden op de gangen fluisteren, als een geheim wachtwoord: ‘Black Rose Immortal’… Ze speelden het eerder deze tour al, wist iemand. Vage foto’s van de setlist werden vol ongeloof rondgestuurd, schokkerige video’s leken het te bevestigen. Echt, Opeth zou het vast ook vanavond spelen.

We werden niet teleurgesteld. Voor het eerst in Nederland speelden ze het, in z’n geheel. De Zweedse metalband Opeth is geen gewone metalband, en ‘Black Rose Immortal’ is geen gewoon nummer: ruim twintig minuten lang, een verschrikkelijk mooi, bont epos dat van klassieke heavy metal, naar snelle, gruizige passages gaat en in weelderige akoestische delen vloeit. „Ik ben nu misschien pretentieus”, zo zei de altijd grappende frontman Mikael Akerfeldt, „maar toen ik negentien was al helemaal. Ik vond nummers van tien minuten slappe hap, en dus schreven we deze.”

Topvorm

Dát ze die speelden, was dus bijzonder, maar het was vooral een feest hoe góéd ze het speelden. Opeth speelde in jaren niet zo energiek en met zo veel plezier. De laatste paar shows in Nederland die ik van ze zag, in deze zaal in 2019 en op Fortarock een jaar eerder, stond er een zakelijk spelende band. Nu ze op tour zijn met relatief veel – door fans gekozen – oude heavy songs om hun dertigjarig bestaan te vieren (32, dankzij corona), bestond de angst dat het veel moetjes zouden worden. Immers, sinds 2011 vormde Akerfeldt zijn band om naar progrockact en liet de metal (inclusief doodsrochel) bijna geheel achter zich.

Maar niks moetjes. Wat een liefde toonden Akerfeldt en co voor het oude materiaal, dat perfect in het nieuwe werk greep. Het timide ‘Burden’ (2008) sloot bijvoorbeeld naadloos aan op ‘Black Rose Immortal’ (een uitdaging voor de bikkels die toen al 20 minuten een telefoon omhoog probeerden te houden). Maar het zat ook in een warmbloedig ‘The Moor’; een vurig ‘Ghost of Perdition’; een meeslepend ‘Allting tar Slut’; een dynamisch ‘Eternal Rains Will Come’ – Opeth reeg die drie decennia aan elkaar, waarbij het genie van de band als helder licht uit de muziek schitterde dankzij een band in topvorm.


Lees ook een interview met zanger Mikael Akerfeldt: ‘Het Zweedse erfgoed zit in ons verweven’

Vingervlug speelde bassist Martin Mendez onnadrukkelijk aanwezig de heerlijkste loopjes. Nieuwe drummer Waltteri Väyrynen had wat minder swing in z’n spel dan zijn voorganger, maar bleek juist in het rustige ‘Harvest’ veel kleine fills kwijt te kunnen. Ook de machtige afsluiter, het briljant gesyncopeerde ‘Deliverance’ leek bij hem verraderlijk makkelijk. Toetsenist Joakim Svalberg en gitarist Fredrik Akesson zorgden af en toe samen met Akerfeldt voor driestemmige weelde, terwijl zijn brulstem gedurende het concert voller en giftiger werd: tegen het einde beet en knauwde hij op de woorden, en spuugde ze als vuurballetjes uit. Hun plezier mondde zelfs uit in een bonusnummer: een cover van Napalm Death’s ‘You Suffer’ – met amper drie seconden misschien wel het kortste metalnummer ooit.

De klad die erin leek de afgelopen paar jaar is afgeschud: Opeth kan er weer dertig tegenaan.


Pop Jazz World Bekijk een overzicht van onze recensies over pop, jazz en world

Lees verder…….