Mijn moeder bakte elk jaar een kerstbrood, dat op ons wachtte als we uit de nachtmis kwamen. Alleen het bakken van het brood heb ik als traditie overgenomen. Elk jaar sta ik de dag voor Kerst te kneden en hoop ik dat mijn zwoegen niet voor niets is geweest. En elk jaar is het weer een verrassing of ’ie zou lukken. Dan was het brood te zout, dan weer te droog of juist te klef. Altijd lekker van smaak, maar nooit perfect. Tot ik in 2012 het kerstbrood-dat-niet-kan-mislukken van Janneke ontdekte. Ik paste het recept aan, want ik hou niet van spijs. Gaandeweg bleek naar mijn smaak de vulling (krenten, rozijnen en sukade) een beetje te fors. En ondanks kleine veranderingen was het een groot succes, het kerstbrood was precies goed: niet te zout en lekker mals. Het grootste verschil met mijn oude recept zat ’m in de speculaaskruiden en een scheutje rum, waardoor het brood kruidiger en smaakvoller werd. Sindsdien bak ik elk jaar een kerstbrood volgens Jannekes recept en geloof het of niet: sinds 2012 is het nooit meer mislukt.
Lees ook het meegekookte recept
Leeslijst
