Sanne Wevers bewijst: ook op je 31ste kun je je rentree maken in het topturnen

Reportage

EK turnen Lange tijd was niet duidelijk of Sanne Wevers door wilde in de topsport. Eigenlijk dacht ze dat de EK te vroeg zou komen, zondag won ze goud op de balk.

Sanne Wevers tijdens de finale op de balk tijdens de EK turnen.
Sanne Wevers tijdens de finale op de balk tijdens de EK turnen. Foto Iris van den Broek/ANP

Daar staat ze, nog maar zes maanden nadat ze weer met topturnen is begonnen. Op het podium van de EK turnen in Antalya. Met tranen in haar ogen, een gouden medaille om haar nek. Ze is dankbaar, zegt ze na afloop, dat ze het plezier in de sport weer heeft teruggevonden.

In oktober stapte Sanne Wevers (31), de olympisch kampioen van Rio 2016, na een lange afwezigheid weer op de balk. Ze zag toen met frisse ogen hoe absurd dat eigenlijk is, turnen op iets meer dan 10 centimeter. „Jezus, die eerste keer. Zó smal. Zó hoog.”

Lange tijd was niet duidelijk of Wevers door wilde in de topsport. Dat was na de deceptie van ‘Tokio’, waar ze als olympisch kampioen van Rio op de balk de finale niet haalde. En waar haar vader en coach Vincent niet naartoe mocht afreizen, vanwege beschuldigingen van grensoverschrijdend gedrag.

Maar afgelopen oktober besloot Wevers toch door te gaan, dat dít niet het einde van haar carrière zou zijn.

Ze begon rustig, vertelt ze, met „knullige basisdingetjes”. „Ik ben niet de jongste meer. Het lijf is leidend.”

Een tijdlang dacht ze dat deze Europese kampioenschappen in Turkije te vroeg zouden komen. Maar ze ging vooruit. „Sneller dan verwacht.” En zo turnde Sanne Wevers zich op haar 31ste weer naar een plek in het Nederlandse vrouwenteam én haar eerste internationale turntoernooi sinds de Zomerspelen in Japan.

Brons met het team

Woensdag stond ze er voor het eerst, bij de landenwedstrijd. Net nadat het team van vijf in een turnpakje is opgekomen, doet Wevers haar TeamNL-trainingsbroek weer aan. Ze moet nog even wachten: de balk is pas het tweede onderdeel voor de Nederlandse vrouwen.

Terwijl haar teamgenoten op de brug voorbij zwiepen, als een wolk glitters, staat Wevers in haar hoofd al op de balk. Ze loopt op een imaginaire lijn, met gestrekte armen. Daarna staat ze – rechtervoet voor haar linker – op de stoelen die tegen de achterwand staan. Tussendoor moedigt ze haar teamgenoten aan.

Daarna is de balk aan de beurt, met Wevers als laatste. Voeten in de kalk, handen in de kalk, nog een keer de voeten. Iedereen kijkt mee. „This is the exercise of Sanne Wevers”, meldt de stadionspeaker. De meeste vrouwen worden niet aangekondigd, maar een olympisch kampioen die haar rentree maakt, turnt niet in de luwte. „Dat is oké”, zegt Wevers na afloop lachend. „Daar kom ik nooit meer vanaf.”

Ze kan ermee omgaan. Of eigenlijk: ze vindt de druk die bij „het spelletje” hoort juist fijn. Het ‘oncomfortabele’ van topturnen past bij haar. „Je voelt heel veel spanning, heel veel zenuwen. Maar voor mij is dat het mooiste wat er is. Het zijn gevoelens die ik de afgelopen twee jaar op geen andere plek heb gevonden. En ik ben ze heel erg gaan waarderen.”

Als ze haar oefening doet – met een hoge moeilijkheidsgraad en veel van haar kenmerkende pirouettes – lijkt het of ze nooit is weggeweest. Ze wordt derde, draagt daarmee bij aan de mooie bronzen Nederlandse teammedaille én verovert voor zichzelf een finaleplaats. Kort na haar afsprong slaakt ze een zucht die op de tribune te horen is. Daarna krijgt Wevers een omhelzing van haar vader en coach.

Ze is „heel erg blij” dat hij erbij is. Vincent Wevers werd in maart in hoger beroep vrijgesproken voor grensoverschrijdend gedrag door tuchtrechtinstantie ISR. Turnbond KNGU besloot dat hij mee kon naar Antalya. „In het traject hier naar toe zit natuurlijk veel tijd en energie. Dan is het fijn om het samen af te kunnen maken. En ik sta natuurlijk op 10 centimeter, en de marges zijn nog kleiner dan dat. Ja, dan telt soms nét welke aanwijzing je krijgt.”

Relativeren

Deze zondag, tijdens de toestelfinale, staat Wevers nog steviger op de balk dan woensdag. Ook haar concurrenten doen het goed: het niveau van de groep is hoog. Er worden weinig foutjes gemaakt, op één na blijven alle turnsters op de balk staan. Maar Wevers is de beste, met een score van 13.800. Het was „een lekkere oefening”, zegt ze. En extra fijn dat het zo’n sterke finale was, die wil ze „het liefst” winnen.

„Wát een comeback”, zegt haar vader tegen haar, bij een eerste omhelzing.

En zo bewijst Wevers: ook op je 31ste kun je je rentree maken in het topturnen. Op het podium staat ze naast een tiener: de 16-jarige Italiaanse Manila Esposito, die het zilver pakt. Of ze de oudste is met EK-goud, dat weet ze niet zeker. Maar turnen is zeker geen sport meer die je alleen met „een juniorenlichaam” kan doen, zegt Wevers de laatste tijd vaker. „Je ziet het in de breedte van het deelnemersveld. Ik denk dat dat positief is.”

Zijn er dingen die ze nu beter kan dan een paar jaar terug? Ze hoeft niet lang na te denken. „Relativeren. Ja, weet je, ik heb alles wel meegemaakt. De hoogste pieken, het diepste dal. Ik heb alles tot nu toe overleefd. Het leven gaat hoe dan ook wel door.” Turnen, zegt ze, gaat over netjes presteren op het juiste moment. „Maar ik weet ook dat, als dat even niet lukt, er weer nieuwe kansen komen. Dat je ze zelf kunt creëren.”

Lees verder…….