Quatuor Arod maakt muziek niet alleen hoorbaar maar ook ‘zichtbaar’

Het is een mooi gezicht: vier jonge mannen liggen in de vorm van een kruis met hun hoofden bij elkaar, de ogen dicht, en stemmen hun ademhaling op elkaar af. Het is een scène uit de nieuwste documentaire van de Franse filmmaker Bruno Monsaingeon, chroniqueur van de klassieke muziek, die prachtige en intense portretten schoot van grootheden als pianisten Glenn Gould en Sviatoslav Richter en violisten David Oistrach en Yehudi Menuhin.

Tegenwoordig richt hij zijn belangstelling op de jonge generatie en de vier musici die hij als ‘kruis’ filmde, vormen het Franse Quatuor Arod. Deze vier gedreven talenten zoeken via allerlei manieren de kern van muziek en zichzelf. En dat ze die essentie aanraken, hoor je op een nieuw album met de klassiekers uit het Franse repertoire: de strijkkwartetten van Claude Debussy en Maurice Ravel.

Tussen die twee meesterwerken in zit een nieuw stuk van de dertiger Benjamin Attahir. Het is getiteld Al Asr, naar het islamitisch middaggebed, en je voelt af en toe de sidderende hitte aan de einder van een woestijn. Het past bij Debussy en Ravel, omdat alle drie werken meer gaan over schilderen dan over vertellen. Daarin komt de bijna obsessieve precisie van het Quatuor Arod goed tot haar recht. Maar in tegenstelling tot echte schilderijen gaat het hier om bewegende kleuren, die vaak vervloeien, maar hier en daar – vooral bij Attahir – ook op elkaar botsen en uiteen spatten.

Quatuor Arod wekt de illusie dat je de muziek niet alleen kunt horen en voelen, maar ook kunt zien.

https://www.youtube.com/watch?v=nAb4uGOLy-c