Popmuzikanten pakken de handschoen op, ook in 2023

Popmuziek in 2023 Sinds de lockdown kiezen popmuzikanten andere onderwerpen: sociaal, actueel, geëngageerd. Onder het protest schuilt de mogelijkheid van verandering, het is hoopvolle muziek.

Optreden van YoungRubbi in De Zwarte Ruiter in Den Haag.
Optreden van YoungRubbi in De Zwarte Ruiter in Den Haag.

Foto Parcifal Werkman

Het afgelopen jaar was het eerste jaar na de pandemie waarin muzikanten weer konden optreden, en muziek live werd ervaren. De muilkorf mocht af en meteen liet popmuziek horen waar het goed in is: snel reageren en commentaar geven op actuele gebeurtenissen.

En dit keer niet uitsluitend op persoonlijke ervaringen. De blik kan weer dwalen voorbij de horizon, en registreert de nodige commotie. Met als resultaat: een waterval aan sociale onderwerpen die via songteksten over ons heen stroomt. Direct, empatisch, geëngageerd. Zo schreef de Franse metalband Gojira het nummer ‘Our Time Is Now’ naar aanleiding van de dood van de Iraanse activiste Mahsa Amini. Maar hun woorden kun je beschouwen als statement over de popmuziek als geheel:

‘Our time is now

To conquer

Our time is now

Forever’


Lees ook: Gojira-zanger Joe Duplantier: ‘Wie zingt er nou over plastic in de zee? Ik dus’

Dit elan galmt door alle populaire genres van dit moment: hiphop, dance, pop, rock en r&b. In de teksten wordt kritiek gegeven, woede geuit, naar verbetering gesnakt. Artiesten geven woorden aan een gevoel van onlust, niet meer in de eerste plaats persoonlijk, maar maatschappelijk.

Gekken aan de knoppen

Op een koude decemberavond in een betonnen bovenzaal in Amsterdam-West springt een jong publiek zich warm bij de felle liedjes van YoungRubbi. De groep uit Rotterdam speelt staccato rock, voorman Ruben Steens, alias YoungRubbi, rapt zijn nummers met titels als ‘Vluchten Kan Niet Meer’ en ‘Gestrekt Been’. Zijn ergernis richt zich op kapitalisme, de belastingdienst en onbetrouwbare machthebbers: ‘Er zitten gekken aan de knoppen’. Het publiek schreeuwt de teksten mee.

Dat popmuzikanten zich uitspreken over maatschappelijke onderwerpen was lange tijd zeldzaam. Het hoogtepunt van de protestmuziek lag in de hippietijd, in de jaren zestig, toen artiesten als Neil Young, Nina Simone en Joan Baez hun revolutionaire mening in liedjes verwerkten.

Punk, in de jaren zeventig, werd niet beschouwd als protestmuziek, het was vooral nihilistisch. In de jaren tachtig regeerde de gezapige stadionrock; de jaren negentig werden, dankzij de house-revolutie gekleurd door hedonisme, ‘Fight for your right to party’.

Maar nu, zo’n dertig jaar later, is er een nieuwe generatie muzikanten opgestaan, een die niet vermoeid de schouders ophaalt bij het onderwerp ‘hippie-protestmuziek’, maar welgemoed de (boks)handschoen oppakt.

Black Lives Matter

De kiem voor deze opleving van protestmuziek lag in 2020, bij de Black Lives Matter-demonstraties in Noord-Amerika na de moord op George Floyd. De protestgolf werd ondersteund door speciaal geschreven liedjes, onder andere van rappers als YG en LLCoolJ. Conway The Machine rapte: ‘I just seen a video on the news I couldn’t believe/ He screamin’, ‘I can’t breathe’, cop ignorin’ all his pleas’. Hun nummers werden strijdliederen.

Post-coronajaar 2022 bood popmuzikanten een brede keus aan onderwerpen. Ze zongen over oorlog, klimaat, racisme, wooncrisis, honger, armoede, ontheemd zijn, existentiële angst. De podia vlamden. Toen afgelopen zomer het Amerikaanse recht op abortus werd afgeschaft, door terugdraaiing van het arrest ‘Roe v. Wade’, verwees rap-idool Kendrick Lamar ernaar tijdens optredens (‘They judge me; they judge Christ / Godspeed for women’s rights’) en droeg de Amerikaanse popster Olivia Rodrigo het door Lily Allen geschreven ‘Fuck You’ op aan het Hooggerechtshof.

In haar liedje ‘TV’ heeft idool Billie Eilish het over de publieke verontwaardiging over het smaadproces tussen Johnny Depp en Amber Heard. Haar toon is onderkoeld maar haar afkeer is duidelijk: ‘The internet’s gone wild watching movie stars on trial/ While they’re overturning Roe v. Wade’.

Inflatie, geestelijke nood, genderidentiteit, politieke onrust, misogynie – een aantal thema’s van vorig jaar bleef actueel. De wooncrisis werd al aangesneden door de Rotterdamse groep Tramhaus. In ‘Make It Happen’ declameren ze op ironische toon de door marketeers bedachte reclame-leus voor Rotterdam, ‘Make It Happen’, maar nu als urgent verzoek: los de woningnood op.

De opstand in Iran, die half september begon na de moord op Mahsa Amini wegens het niet correct dragen van een hoofddoek, duurt voort. De Iraans-Nederlandse zangeres Sevdaliza reageerde alert. Enkele weken na Amini’s dood verscheen haar nummer ‘Woman Life Freedom’ – de titel geleend van de protestleus. In het beheerste maar ontroerende lied benoemt ze aspecten van vrouwenonderdrukking, zoals de eis van gehoorzaamheid: ‘I was taught compliance/ In the name of the sword/ That stabbed every dream’.

Het patriarchaat in al zijn verschijningsvormen heeft zijn langste tijd gehad, vindt Sophie Straat. In haar ‘Mannen’ zwiert de Amsterdamse zangeres door een bedrieglijk vrolijk deuntje en zingt over betuttelende mannen, met als conclusie:

„Mannen, laat ons toch met rust

Mannen, wordt eens bewust

Dat mannen, geen haar beter zijn

Dus mannen, jullie tijd is voorbij”


Lees ook: Pussy Riot-lid Diana Burkot: ‘Sancties tegen Rusland zijn compleet hypocriet’

Matriarchy Now heette het nieuwste album van het Russische feministische collectief Pussy Riot, maar vlak voor Kerst lanceerde de groep een nieuwe single, met een nieuw onderwerp. ‘Mama, Don’t Watch TV’ is een inventarisatie van verontwaardiging over alles waar Poetin voor staat, eindigend met hun woede over de oorlog (‘Mama, I’ve been taken prisoner/ Don’t watch TV/ Mama, there are no Nazis here’) en een saluut aan Oekraïne: ’Ukraine, I love you’.

Hoop

De beste protestmuziek is hoopvol. In een protestnummer wordt een misstand bezongen. De stemming is boos maar daaronder schuilt de mogelijkheid van verandering. Daarom valt het recent verschenen ‘We Are Fucking Fucked’ van rockgroep Muse, hoewel kritisch, daar dan niet onder („We’re at death’s door, another world war/ Wildfires/ and earthquakes I foresaw/ A life in crisis, mutated virus/ Tsunamis of hate are gonna drown us”)

Verrassend is het recente huwelijk tussen punk en hiphop – hoewel ook een logisch verbond, want beide genres ontstonden uit subculturele onvrede. De combinatie was al te horen bij de Amerikaanse bands Death Grips en Ho99o9 (Horror), en raakt nu wijder verbreid. Op het Britse Outbreak Fest, van oudsher bedoeld voor hardcore punk, zal komende zomer voor het eerst punk worden afgewisseld met hiphop-artiesten als Earl Sweatshirt en Denzel Curry.


Lees ook: Ray Fuego: ‘Elk wit jongetje wil zwart zijn en hiphop maken’

In Nederland is Ray Fuego behalve hiphopzanger ook voorman van de fel voortjakkerende punkband Ploegendienst. Van Ploegendienst verschijnt komende april het debuutalbum IK, waarop geen specifiek maatschappelijk protest voorkomt, maar waarop de van afkomst Antilliaanse Fuego in ongeveer elk nummer de vervreemding en achterstelling van zich afbijt: „Alsof ik door de staat word bespioneerd/ Nooit niet word geaccepteerd” (uit ‘Wikkeldoek’).

Zangeres Sophie Straat bij een betoging op de Dam voor het recht op abortus. EVERT ELZINGA/ ANP

Eind 2021 formeerde Ruben Steens, alias YoungRubbi, een live-band van vier muzikanten om zijn nummers uit te voeren. Afgelopen jaar verscheen het gezamenlijke album Chaos staat me goed. De toon, zowel inhoudelijk als muzikaal, is snedig. Steens speelde vroeger vooral hiphop maar migreerde richting punk door het album Yeezus (2013) van Kanye West, waarop hij ‘punk-energie’ ontdekte. Ook werd Steens geraakt door Wests ideeën over anti-kapitalisme en begon hij zich in het onderwerp te verdiepen. Als adolescent interesseerde politiek hem niet, zegt hij, maar nu wil hij mensen aan het denken zetten, „inclusief mezelf”, over het systeem „waarin we leven”.

Wat levert het op?

De vraag bij al die protestzang is: levert het iets op? Leidt aanstekelijke verontwaardiging tot verandering? Maken de muzikanten hun beloften waar? Het antwoord is: ja. Protestliedjes hebben invloed. Zowel praktisch als mentaal – van nieuwe inzichten tot bewustwording, de aanzet tot actie of mensen motiveren die op hun beurt weer andere mensen motiveren.

Volgens drummer Ruben Bres van de activistische punkband Hard Voor Weinig, zijn optredens op bijvoorbeeld demonstraties vruchtbaar, omdat „in het feestgedruis plannen worden gemaakt”, voor nieuwe bijeenkomsten of andere acties. Een concert is meer dan lol, het creëert betrokkenheid bij een gezamenlijk doel.

De nieuwe generatie is optimistisch over de reikwijdte van muziek. Ze zien een uitweg uit de malaise. Sophie Straat, YoungRubbi, Kendrick Lamar, Pussy Riot, Billie Eilish en Sevdaliza zullen de wereld veranderen.

Lees verder…….