Optimaal werken: 80 procent presteren, 20 procent aankloten

Werkplezier Ondernemer Frans van Leeuwen vindt dat de werkende mens vaker wat zou mogen aankloten. „Je komt soms juist tot mooie dingen als je richtingloos wat probeert.”


Frans van Leeuwen (36) heeft lang naar het juiste woord gezocht. Hij wilde een speels tegengeluid bieden aan de prestatiecultuur die zijn generatie – de millennials – voortdurend aanspoort om beter, hoger en verder te gaan. „Ik heb lang op ‘spelen op je werk’ gezeten, maar dat bleek toch te abstract. Totdat ik mijn idee aan iemand uitlegde en zei: het is eigenlijk gewoon een beetje aankloten. Bam, dát was ’m.”

Nu staat ‘aankloten’ in gifgroene letters op de kaft van het boek dat hij schreef. Van Leeuwen runt met een compagnon in Utrecht een bedrijf met twintig werknemers, dat organisaties bijstaat op het gebied van vitaliteit op het werk en duurzame inzetbaarheid. Hij is „best een grote aankloter”, zoals hij het zelf zegt. Twee basisscholen versleet hij voordat hij op het speciaal onderwijs terechtkwam. Ook vergooide hij een jaar studie door vooral in de kroeg te hangen en grappen uit te halen in zijn studentenhuis.

Tegelijkertijd heeft hij een geldingsdrang die hem regelmatig naar het ándere uiterste van het spectrum duwt: dat van keihard presteren. Zo klom hij uiteindelijk via het vmbo op naar een masterdiploma en kan hij zich verliezen in fanatiek sporten. Hij raakte daardoor al eens in een burn-out, in 2018. „Nu probeer ik een balans te vinden in 80 procent presteren, 20 procent aankloten. Dat is volgens mij de optimale verdeling. Met méér aankloten bereik je niet zoveel, maar met minder aankloten heb je voortdurend stress om alles zo goed en efficiënt mogelijk te doen.”

Hoe de werkende wereld beter kan leren aankloten, verpakt Van Leeuwen in drie tips. Maar eerst nog even dit: er lijkt een trend te zijn om verveling en niet-presteren op een voetstuk te plaatsen. Volgens velen is dat waardevol in deze tijd van voortdurende prikkels. Zie bijvoorbeeld het haast al klassiek geworden boek The Subtle Art of Not Giving a Fuck uit 2016, of het pleidooi voor meer dagdromen van concentratiehoogleraar Stefan van der Stigchel.

Hoe plaatst Van Leeuwen zichzelf in deze trend? „O, mijn verhaal is veel platter”, zegt hij relativerend. „Er zit geen psychologisch doordacht plan achter. Ik wilde gewoon een tegenreactie plaatsen bij al die zelfhulpboeken die je vertellen hoe je alles zo perfect en efficiënt mogelijk kunt doen. Ik zocht een aansprekend woord erbij en dat werd aankloten. Zo simpel is het gegaan.”

Drie tips om zelf meer aan te kloten.

1Doe nutteloze dingen

„Ik zie bij veel mensen om me heen dat ze in hun hobby’s willen presteren – zoals ik zelf ook deed toen ik fanatiek trainde voor een marathon. Maar daardoor ben je op drie levensvlakken aan het ‘leveren’: op het werk, thuis bij je partner of gezin, en in je hobby. Nou, laat dan in godsnaam dat presteren in je hobby los.”

Verwacht niet meteen rust of inspiratie. ‘Dat is niet wat aankloten is’

Van Leeuwen tipt actief momenten in te plannen om nutteloze dingen te doen. Dat kan zowel naast als op het werk. „Hier op ons kantoor zijn daar veel mogelijkheden voor, met zitzakken en strandstoelen om zittend even voor je uit te staren. Hiervoor werkte ik bij KPMG, daar had je dat allemaal niet. Daar moet je het hebben van een bankje in het park om de hoek, of wachten bij een bushalte en dan eens niet je telefoon pakken.”

Een volgende valkuil is van dat soort momenten meteen een hoop te verwachten: rust of inspiratie. „Zo zijn we opgeleid door de zelfhulpindustrie. Maar dat is niet wat aankloten is. Na een avond rommelen in de tuin voel ik me niet meteen voldaan, maar de volgende dag voel ik toch: dit was een relaxte avond. Die heb je ook nodig.”

2 Durf te falen en lach om jezelf

Aankloten staat volgens Van Leeuwen voor: gewoon ergens aan beginnen en niet precies weten wat het eindresultaat gaat zijn. „In ons werk zijn we vaak geneigd naar een doel toe te werken en alles wat daar niet aan bijdraagt als falen te zien. Terwijl je soms júíst tot mooie dingen komt als je richtingloos wat probeert.”

Zo ging Van Leeuwens bedrijf in coronatijd bijna failliet. Ze probeerden van alles. Een van de ideetjes, een thuiswerkprogramma dat ze in anderhalve dag in elkaar draaiden, redde uiteindelijk het bedrijf.

Maar goed, die andere probeersels mislukten en het zou een stuk relaxter zijn als we ook een beetje om ons falen konden lachen, denkt Frans van Leeuwen. Hij geeft een voorbeeld. „In een vergadering twee jaar geleden ging een medewerker mij vertellen wat ik moest doen; althans, zo ervoer ik het. Dat maakte me ontzettend kwaad, waardoor ik opeens met mijn vuist op tafel sloeg en riep: ik ben hier de baas! Achteraf schrok ik van mezelf. In een werknemer-werkgeverrelatie is dat echt een fout.”

Gelukkig belden ze elkaar snel op en praatten het goed. „Vervolgens heeft die werknemer in de ‘faal van de maand’, een vast onderdeel van onze vergadering, werkelijk hilarisch verslag gedaan van dit incident. We konden er allebei om lachen. Dat klaart de lucht.”

3 Durf te spelen op het werk

Het kantoor van het bedrijf van Van Leeuwen voldoet aan heel wat millennialclichés. In de grote middenruimte ligt een groene kunstgrasmat, er zijn een tafelvoetbal- en tafeltennistafel. Op een minigolfbaantje houden ze competities. Laatst organiseerden ze een scootmobielrace door de gangen met pionnen en obstakels.

Bij types die snoeihard werken en in het weekend snuiven en zuipen om te ontspannen, denk ik regelmatig: jij zou doordeweeks wel meer mogen spelen

Frans van Leeuwen pleit voor meer aankloten

Speelmogelijkheden genoeg dus, maar is dit nu werkelijk een tip om je werkende leven te verbeteren? Van Leeuwen: „Ik snap het als mensen denken: pff, die millennials ook. Maar ik denk dat diezelfde millennials dit heel hard nodig hebben. Bij types die snoeihard werken en in het weekend snuiven en zuipen om een beetje te kunnen ontspannen, denk ik regelmatig: jij zou doordeweeks wel iets meer mogen spelen.”

Lees verder…….