Ondanks de miljoenen die in de aanpak van arbeidsuitbuiting gaat, neemt het aantal meldingen toe

De aanpak van arbeidsuitbuiting faalt. Hoewel sinds 2018 jaarlijks meer geld wordt uitgetrokken om uitbuiting op de werkvloer tegen te gaan – in 2022 ruim 50 miljoen euro – is het aantal meldingen van arbeidsuitbuiting sindsdien toegenomen.

Dat leidt niet tot effectieve bestrijding. Vorig jaar droeg de Nederlandse Arbeidsinspectie slechts één strafrechtelijk onderzoek naar arbeidsuitbuiting aan bij het Openbaar Ministerie. Dit blijkt uit recent gepubliceerd onderzoek van een groep internationale deskundigen op het gebied van mensenhandel.

Het geringe aantal onderzoeken is pijnlijk voor de Arbeidsinspectie. Arbeidsuitbuiting en de bestrijding ervan staan hoog op haar agenda.

Greta, een groep internationale deskundigen op het gebied van mensenhandel van de Raad van Europa, vindt dat de Nederlandse overheid meer maatregelen moet nemen om arbeidsuitbuiting te voorkomen en verdachten te vervolgen.

De reden voor de terugloop van het aantal strafrechtelijke onderzoeken – in 2016 waren het er nog 16 volgens Greta – is tweeledig. De rechter hanteert sinds 2016 een striktere interpretatie van wetsartikel 273F waardoor uitbuiting moeilijker bewijsbaar is. De Arbeidsinspectie richt zich hierdoor in plaats van op uitbuitingszaken vaker op andere criminele of bestuurlijke overtredingen, die makkelijker te bewijzen zijn.

Ernstige benadeling

Voor de wet is arbeidsuitbuiting een vorm van mensenhandel. Op het delict staat – net als op seksuele en criminele uitbuiting en gedwongen orgaanverwijdering en orgaanhandel – twaalf jaar cel, en dertig jaar als het de dood tot gevolg heeft. Om een uitbuiter te veroordelen moet het misdrijf aan meerdere criteria voldoen: er moet sprake zijn van dwang, het slachtoffer moet geworven zijn, het vervoer of huisvesting geregeld, de werkomstandigheden moeten slecht zijn, er moet financieel voordeel zijn voor de baas.

De Arbeidsinspectie handelt zaken die niet voldoen aan de strikte interpretatie van arbeidsuitbuiting af als ‘mensenhandel light’. Dan is vaak sprake van ernstige benadeling: een nachtportier bijvoorbeeld die twee weken zonder rustdag werkt, loon dat te laat betaald wordt. De inspectie pleit er al langer voor bij het kabinet dat ernstige benadeling als apart artikel in het Wetboek van Strafrecht wordt opgenomen. Momenteel wordt onderzocht of dit mogelijk is.

Van begin 2019 tot oktober 2022 registreerde de Arbeidsinspectie 980 casussen van ernstige benadeling. In ongeveer de helft van de gevallen legde zij een boete op of gaf een waarschuwing via het bestuursrecht.

Volgens Greta, een groep van onder meer hoogleraren, (hoofd)officieren van justitie, voormalige politiemedewerkers en wetenschappers – allen gespecialiseerd in mensenhandel – kleeft aan het focussen op andere overtredingen dan arbeidsuitbuiting een nadeel: uitbuitingsslachtoffers lopen het risico de hulp en schadevergoeding mis te lopen, omdat hun casus niet als een mensenhandelzaak wordt behandeld. Greta benadrukt in een onderzoek dat het vorige maand publiceerde dat uitbuitingszaken niet ten onrechte moeten worden afgedaan als zaken van ernstige benadeling. De Raad voor de rechtspraak waarschuwde eerder al voor ‘strafinflatie’; als uitbuiting wordt afgedaan als een lichter delict leidt dit tot een lagere straf.

De Arbeidsinspectie wil niet reageren op de kritiek uit het onderzoek of andere vragen. Ze wacht op de reacties van de ministeries van Justitie en Veiligheid en van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. „Die willen we niet doorkruisen.”

Wildgroei

De Greta-onderzoekers maken zich ook zorgen over de wildgroei aan uitzendbureaus voor arbeidsmigranten. Daarvan telt Nederland er inmiddels 15.000. De helft van de arbeidsmigranten komt via een uitzendbureau naar Nederland, volgens Greta. De onderzoeksclub vindt dat er strengere regels moeten komen voor uitzendbureaus en dat ze beter gecontroleerd moeten worden.

Lees ook Arbeidsmigranten worden uitgebuit en bedrijven komen ermee weg: ‘De economie staat op één’

Arbeidsmigranten worden uitgebuit en bedrijven komen ermee weg: ‘De economie staat op één’

De discussie over arbeidsbemiddelaars voor migranten woedt al langer. Deze bemiddelaars regelen naast werk vaak ook een woning voor de migrant. Dat is, zei de Arbeidsinspectie zelf eerder in NRC, een gevaarlijke constructie. Arbeidsmigranten komen zo in de ‘tang’ bij het uitzendbureau: als ze hun baan verliezen, moeten ze ook hun huis uit.

Vorig jaar zegde het kabinet een toelatingsstelsel voor uitzendbureaus toe, waardoor het toezicht op uitzendbureaus beter moet worden. Zo moeten drempels op worden geworpen die malifide uitzendbureaus weren. Welke dit zijn wordt eind dit jaar bekend. Doordat de invoering vertraging heeft opgelopen, treedt het stelsel pas in 2026 in werking. Een eerste maatregel is in juli van dit jaar genomen: de huurovereenkomst mag niet meer onderdeel zijn van de arbeidsovereenkomst van een arbeidsmigrant.

Ruim twee jaar geleden beloofden de minister van Justitie en de minister van Sociale Zaken beterschap dat ze meer werk zouden maken van het bestrijden van arbeidsuitbuiting. Dit was na een snoeihard rapport van de Algemene Rekenkamer. Die schreef dat de voormalige Arbeidsinspectie weliswaar meer mensen had vrijgemaakt om uitbuiting op te sporen, maar dat er minder daders veroordeeld worden. De Rekenkamer concludeerde bovendien dat slachtoffers niet geholpen zijn met een aanpak waarbij de inspectie zich op makkelijker te bewijzen overtredingen richt. Volgens de Rekenkamer moet de Arbeidsinspectie vaker optrekken met ngo’s bij opsporing van mensenhandel.

Leeslijst