Onze zoon praat negatief over anderen

Moeder: „Wat doe ik als mijn kind (8) elke dag negatief praat over andere kinderen, maar nooit zijn eigen aandeel ziet? Volgens hem doen of zeggen anderen, vooral vriendjes en vriendinnetjes, voortdurend onlogische, rare of irritante dingen. Hij haalt vaak de ander naar beneden door diens negatieve eigenschappen te benadrukken. Of hij vertelt dingen die hem irriteren. Bijvoorbeeld: ‘Ik wil nóg verder van M. af zitten. Nu kijk ik hem recht aan. Hij is altijd zo druk in de klas, dat is echt vervelend. Ik wil niet bij hem in de klas zitten eigenlijk.’ Of na de voetbalwedstrijd vertellen welke fouten de ander heeft gemaakt en van zichzelf vertellen wat er allemaal goed is gegaan. Wat we al doen: zelf proberen niet negatief te praten over anderen, elke dag met hem opschrijven waar hij dankbaar voor is om een andere energie te creëren. Reflecteren op onze eigen gedrag en dat van hem wanneer nodig. Gesprekjes over dat iedereen anders is en weleens iets doet wat niet zo leuk is voor een ander.”

Naam en woonplaats zijn bij de redactie bekend. De rubriek Opgevoed is anoniem, omdat moeilijkheden in de opvoeding gevoelig liggen. Wilt u een dilemma in de opvoeding voorleggen? Stuur uw vraag of reacties naar [email protected]

Ga op onderzoek uit

Anouk van Dijk: „Kinderen die negatief praten over anderen doen dat meestal niet zomaar. Misschien wordt uw zoon weleens buitengesloten? Of hij heeft hij een andere nare ervaring gehad waardoor hij wantrouwend is geworden tegenover anderen? Of misschien begrijpt hij het sociale verkeer nog niet helemaal, dat zie je bijvoorbeeld soms bij vroege leerlingen.

„In zulke gevallen is het negatieve praten een afspiegeling van zijn ervaring. Het mooie is: hij vindt bij u de veiligheid om dit te uiten. Het is dan zinvoller om de achterliggende oorzaak te zoeken, in plaats van het negatieve praten te bestrijden.

„Ga op onderzoek uit. Sinds wanneer vertoont hij dit gedrag? Is er een verandering opgetreden op school of op de sportclub? Wat ziet de leerkracht?

„Uw huidige aanpak kan hierop aansluiten. Direct ingaan tegen zijn interpretaties werkt minder goed, omdat uw zoon het nu eenmaal zo ervaart. Probeer met hem te praten: waarom denkt hij zo over die kinderen? Kan hij het ook anders zien? Soms wordt zo’n gesprekje minder beladen met behulp van een boekje over omgaan met vriendjes en vriendinnetjes.”

Kies verwondering

Stijn Sieckelinck: „Misschien heeft uw zoon het momenteel nodig om zich tegen vriendjes en vriendinnetjes af te zetten om tot een scherpere eigen identiteit te komen. Mogelijk wil hij zijn individualiteit manifesteren en gebruikt hij de ander als contrapunt voor zijn ontwikkeling. Het is natuurlijk niet leuk om een kind alleen maar negativiteit te horen spuien. Maar daarmee is niet gezegd dat hij buitenshuis helemaal geen leuke ervaringen heeft. Misschien is hij nog op zoek naar gepaste taal om zijn beleving uit te drukken.

„Kinderen komen tot gedragsverandering als ze alternatief voorbeeldgedrag aangereikt krijgen. De manier waarop u dit doet, laat grote betrokkenheid zien, maar ook bezorgdheid. Die bezorgdheid kan omslaan in het niet accepteren van een moeilijker aspect in uw zoons ontwikkeling en een wens om het daaruit voortvloeiende gedrag te willen repareren. Die houding staat wellicht niet los van hoe uw kind naar zijn eigen omgeving kijkt, namelijk dat alles beter kan.

„Soms is het raadzaam om te kiezen voor de strategie van verwondering. Zolang uw zoon andere kinderen geen pijn doet, kunt u zijn gedragingen met nieuwsgierigheid gadeslaan, in het vertrouwen dat het een voorbijgaande fase is. Spiegel zijn gedrag met een lichte toets, stel vooral vragen, toon verbazing maar gebruik ook humor wanneer de eigen lof bezongen wordt.”

Anouk van Dijk is als ontwikkelingspsycholoog verbonden aan de Universiteit van Amsterdam. Zij doet onderzoek naar externaliserend gedrag van kinderen. Stijn Sieckelinck is opvoedfilosoof en lector jongerenwerk aan de Hogeschool van Amsterdam.