Nu kwam het dichtbij

Marcel van Roosmalen

Daar was de oorlog. Op station Wormerveer zagen we de eerste Oekraïners. Een man en een vrouw – beiden eind twintig – en een klein kind. Ze droegen meerdere lagen kleding over elkaar en sjouwden grote plastic tassen met kleding, toiletartikelen en personalia achter zich aan. Grote ogen, vet haar, eczeem, de stress viel van de gezichten af te lezen. De mensen keken naar ze als naar een vreemde diersoort.

„Ja”, zei de vrouw naast ons tegen haar man, „dan komt het ineens toch dichtbij.”

Een man vroeg of ze uit Oekraïne kwamen.

„Yes, Odessa…”, zei de vrouw.

„Aah, Odessa. Odessa very bad? Welcome in Zaanstreek!”

Wereld ontmoette dorp.

De vrouw uit Oekraïne vouwde met haar handen een hartje naar de mensen in de coupé, de mensen inhaleerden het gebaar.

Ze waren via een veilige corridor naar de sporthal in Wormer gebracht, ze hadden er hun telefoons opgeladen en waren daarna in contact gekomen met andere Oekraïners. Ergens in Amsterdam zat een Oekraïens dansgezelschap, daar wilden ze zich bij aansluiten. Dus ze vertrokken weer.

Ze sleepten zichzelf en hun spullen naar een andere coupé.

„Een danseres…”, zei een vrouw naast ons, „het is wat.”

Haar man begreep wel dat ze samen wilden zijn.

„Je zoekt mekaar altijd op, je wilt ervaringen uitwisselen. Dat doen de Hollanders ook in Spanje.”

De vrouw knikte.

En zo sukkelden we van Wormerveer tot Zaandam. De vrouw naast ons vond de maaltijden van HelloFresh niet lekker, ze had in de lente altijd last van dikke enkels, ze baalde dat het haar niet lukte om een HBO Max-abonnement af te sluiten, hij verheugde zich op Ajax-Benfica.

Op Sloterdijk zagen we de vluchtelingen uitstappen.

De Oekraïense vrouw ging op het perron op een van haar tassen zitten, de man tilde zijn kind omhoog.

We keken ernaar.

Iemand zei: „Zielig, toch?”

De vrouw naast me zei nog maar een keer hoe dichtbij ze het allemaal vond komen.

Haar man informeerde een paar minuten later of de oorlog alweer verder van haar af stond omdat de trein zich langzaam van de vluchtelingen verwijderde.

Ze gaf hem een stomp.

„Jij altijd met je symboliek.”

Marcel van Roosmalen schrijft op deze plek een wisselcolumn met Ellen Deckwitz.

Lees verder…….