NS past dienstregeling verder aan, 10 procent minder treinen in 2023

Nationale Spoorwegen Vanwege verwachte personeelstekorten gaat de NS in 2023 met 10 procent minder treinen rijden. De eerste wijzigingen worden 5 september doorgevoerd.
Een machinist wacht voor een rood sein.
Een machinist wacht voor een rood sein.

Foto Ramon van Flymen/ANP

De NS gaat in 2023 met 10 procent minder treinen rijden, om zo beter rekening te kunnen houden met het verwachte personeelstekort. Dat heeft het bedrijf dinsdag aangekondigd bij de publicatie van de halfjaarcijfers. Hoewel de dienstregeling van 2023 pas per december ingaat, zullen de treintijden de komende maanden al stapsgewijs worden aangepast.

De huidige dienstregeling van NS is nog gebaseerd op een verwachte reizigersgroei uit 2019, maar die is volgens waarnemend president-directeur Bert Groenewegen achterhaald: „De wereld ziet er nu echt anders uit. (…) We zien dat we onze huidige dienstverlening met het tekort aan collega’s niet volledig kunnen waarmaken. Dat zorgt voor uitval van treinen, teleurstellingen bij reizigers en een te hoge werkdruk voor onze collega’s.” Spoorpersoneel voert de komende weken met stakingen actie tegen de werkdruk en de mislukte cao-onderhandelingen.

De eerste wijzigingen worden 5 september doorgevoerd. Vanaf dan rijdt NS met vier intercity’s per uur op trajecten waar nu nog zesmaal wordt gereden en begint de avonddienstregeling om 20.00 in plaats van 22.00 uur. In het weekend en de avonduren gaan intercity’s en sprinters nog maar eens in het halfuur rijden op lijnen waar dat nu elk kwartier is.

Per 11 december laat NS ook in de vrijdagspits de intercity’s op een aantal trajecten elk halfuur rijden, waar dat nu nog elk kwartier is. Op het hogesnelheidstraject tussen Breda en Rotterdam worden drie in plaats van vijf treinen per uur ingezet. Tussen Arnhem, Utrecht, Schiphol en Rotterdam blijft NS met vier treinen per uur rijden, terwijl tussen Amsterdam en Eindhoven de frequentie weer wordt opgevoerd. Van maandag tot en met donderdag rijdt daar na 5 september elke tien minuten een trein, in plaats van elk kwartier.

Halfjaarcijfers

Het doorzetten van de oorspronkelijke dienstregeling is volgens de NS ook financieel niet verantwoord. In het eerste halfjaar van 2022 leed het bedrijf zonder staatssteun en andere bijzondere posten 225 miljoen euro verlies. Toch boekte de NS een positief resultaat van 78 miljoen euro, omdat het in de eerste maanden van 2022 226 miljoen euro aan overheidssteun ontving om tijdens de coronacrisis te blijven rijden en 75 miljoen euro minder hoefde af te schrijven. De regeling voor de zogeheten beschikbaarheidsvergoeding van de staat eindigt eind dit jaar.

Het bedrijf ziet in de eerste helft van 2022 een veranderend reispatroon. Met name forenzen reizen minder met de trein, waardoor de reizigersaantallen op weekdagen lager uitvallen. Ten opzichte van 2019, het laatste volledige jaar voor de uitbraak van het coronavirus, reisde in juni in de ochtendspits 71 procent van de reizigers met de trein. In de weekenden stappen nagenoeg evenveel reizigers als in 2019 op de trein (98 procent).

Indringend gesprek

Staatssecretaris Vivianne Heijnen (Infrastructuur en Waterstaat, CDA) uit in een Kamerbrief haar zorgen over de afschaling bij NS, die volgens haar ook concessieafspraken met het ministerie onder druk zetten. Ze schrijft een „indringend gesprek” te hebben gehad met het bedrijf over de personeelsproblematiek, die in haar ogen niet ten koste mag gaan van de reiziger.

Heijnen hekelt met name het terugschroeven van het aantal treinen op de hogesnelheidslijn tussen Breda en Rotterdam. Doordat NS vanaf december met drie in plaats van vijf treinen gaat rijden, komt dit onder het vastgestelde minimum uit de te liggen. De staatssecretaris noemt dit een „ongewenste situatie” en schrijft NS na afloop van dit jaar zoals gebruikelijk te zullen beoordelen op de geleverde prestaties.

NS heeft, net als bedrijven in veel andere sectoren, moeite om personeel te werven, terwijl het ziekteverzuim als gevolg van de gevraagde flexibiliteit van werknemers tijdens de coronacrisis hoog ligt. De NS heeft zo’n 1.400 vacatures openstaan voor functies als monteur, veiligheids- en servicemedewerker, verkopers op het station en IT’er. De grootste tekorten zijn bij het rijdend personeel, met 440 vacatures voor hoofdconducteurs en 250 vacatures voor machinisten.

Lees verder…….