Mijn zoontje is bij mijn partner zelfstandiger

Opgevoed Elke week legt Annemiek Leclaire een lezersvraag voor aan deskundigen.

Illustratie Martien ter Veen

Moeder: „Over het algemeen lijkt ons zoontje van 4,5 jaar – we hebben nog een kind van 1,5 jaar – in aanwezigheid van zijn vader zelfverzekerder en zelfstandiger. Als ik met hem alleen ben, durft hij minder, bijvoorbeeld klimmen of dieren aaien. En hij huilt sneller en langer, bijvoorbeeld als hij zich heeft bezeerd, zijn zin niet krijgt of bij het douchen water in de ogen krijgt. Hij is minder zelfstandig met bijvoorbeeld tandenpoetsen en Lego in elkaar zetten. Ook doet hij soms alsof hij me gaat slaan. Dat doet hij bij zijn vader nooit. Als de vader met hem alleen is, luistert hij beter, huilt hij minder snel, durft hij meer. Zodra ik erbij kom, zegt mijn partner, schijnt zijn gedrag van het ene op het andere moment te veranderen. Daarbij moet gezegd worden dat mijn partner beduidend strenger is, soms te streng naar mijn mening. Ik worstel hiermee. Ik begrijp dat kinderen zich bij verschillende personen iets anders gedragen omdat bij de een nou eenmaal meer kan dan bij de ander, maar het verschil lijkt me in dit geval te groot.”

Naam is bij de redactie bekend. (Deze rubriek is anoniem, omdat moeilijkheden in de opvoeding gevoelig liggen.) Wilt u een dilemma in de opvoeding voorleggen? Stuur uw vraag of reacties naar [email protected]

Vertrouwen uitstralen

Wim De Mey: „Ik ben benieuwd wat moeder onder ‘streng’ verstaat. Kan het zijn dat vader een wat duidelijker en steviger figuur is? Juist die houding kan een kind helpen zelfvertrouwen te ervaren.

„Misschien schrikt moeder van deze reacties van haar kind. Onzekere ouders kunnen angsten van kinderen versterken. Ouders die het bijvoorbeeld moeilijk vinden om van hun kind afscheid te nemen als ze het voor het eerst naar school brengen – het tien keer een zoentje geven, en nog vijf keer een knuffel, geven de boodschap mee: mamma of pappa is er kennelijk niet gerust op dat hier alles oké is. Een ouder die uitstraalt: ik heb er alle vertrouwen in dat jij hier je draai zult vinden, en vriendelijk maar kordaat gedag zwaait, helpt een kind gerust te zijn.

„Dat wil niet zeggen dat moeder niet empathisch hoeft te zijn; als zij ziet dat haar kind een slechte dag op school heeft gehad, is het goed om te benoemen dat ze dit ziet en om tijd te maken voor het verhaal van haar kind. Zolang ze maar laat zien dat ze gerust is dat dit goedkomt.”

Gevoel ruimte geven

Patty Leijten: „Het is een misverstand dat ouders dezelfde opvoedstijl moeten hebben. Belangrijker is dat je een goed team vormt, waarin je elkaar steunt en versterkt. Hier kunnen kinderen veel van leren. Van deze vader kan het kind leren doorzetten, van moeder dat het emoties mag uiten. Dat lijkt me een mooie combinatie.

„Moeder kan haar zoon helpen zijn emoties te reguleren door ze te benoemen: ik zie dat je verdrietig, bang of boos bent. En begrip te tonen: ik snap je gevoelens. Zo leert een kind emoties te herkennen. Het is goed om waakzaam te zijn om angsten niet te versterken, wat kan gebeuren als een kind iets waar het bang voor is niet hoeft te doen. Van vermijding kunnen kinderen juist angstiger worden. Toon daarom na de erkenning van het gevoel ook vertrouwen dat het kind de situatie aankan. Daarbij kan moeder putten uit recente voorbeelden: ‘Weet je nog hoe dapper je laatst was toen je in dat rek klom? En hoe goed dat ging?’”

Wim De Mey is als gasthoogleraar verbonden aan de vakgroep Ontwikkelingspsychologie van de Universiteit Gent. Ook heeft hij een klinische praktijk voor kinderen met gedragsproblemen. Patty Leijten doet als universitair hoofddocent aan de Universiteit van Amsterdam onderzoek naar gezinsinteracties bij dwars en opstandig gedrag.

Lees verder…….