Met de spectaculaire overname van Pioneer neemt ExxonMobil een gok

Nog maar drie jaar geleden zat de Amerikaanse energiegigant ExxonMobil in zak en as. Tegen een achtergrond van ingezakte energieprijzen als gevolg van de coronacrisis boekte de grootste olieproducent in de westerse wereld in 2020 een recordverlies van 22 miljard dollar, mede door kostbare afschrijvingen van aardgasvelden in de Verenigde Staten. De koers van het aandeel kelderde tot zo’n 30 dollar.

Bovendien lag het concern onder vuur om zijn behoudende strategie, met een onwrikbare focus op olie. Ondanks de mondiale energietransitie verbreedde het bedrijf, in tegenstelling tot enkele grote concurrententen, zijn blik nauwelijks naar schonere vormen van energie. Onder bestuursvoorzitter Darren Woods bleven pogingen in die richting grotendeels beperkt tot experimenten met koolstofopslag.

Inmiddels is het tij op spectaculaire wijze gekeerd voor de energiegigant – die nu juist nog sterker inzet op de ingeslagen koers. Deze week maakte Exxon, in opperbeste financiële staat onder invloed van de fors opgelopen olieprijs, een megaklapper: het kondigde de acquisitie aan van Pioneer Natural Resources, een van de grootste spelers in de Amerikaanse schaliesector, voor bijna 60 miljard dollar (ongeveer 56,9 miljard euro). De transactie, de grootste van het bedrijf sinds de aankoop door Exxon van Mobil Oil in 1999 voor 81 miljard, is de grootste bedrijfsovername van dit jaar tot nu toe.

Belangrijkste schalieregio

Met de acquisitie van Pioneer, een bedrijf dat een leidende rol speelde bij de schalierevolutie die de VS deze eeuw veranderde van ’s werelds grootste importeur van olie tot een van de grootste olieproducenten, wordt Exxon in één klap de voornaamste speler in de belangrijkste schalieregio van het land: het Permian Basin in westelijk Texas en New Mexico. De nieuwe combinatie beschikt volgens Woods over zo’n 16 miljard vaten aan bewezen reserves in die regio, waar olie tussen ondergrondse steenlagen wordt gewonnen via de techniek van het zogeheten fracking.

„Het is een win-win voor het land”, stelde Woods tegenover The Wall Street Journal, doelend op het plan van Exxon om zijn binnenlandse productie fors op te voeren. De deal moet nog worden goedgekeurd door toezichthouders.

Ommekeer

Voor zijn sanering verkocht Exxon de afgelopen jaren voor miljarden aan bezittingen in onder meer Noord-Amerika en Afrika en nam het bedrijf zich voor om zich te concentreren op productie tegen lage kosten. Daarbij profiteerde het van hoge energieprijzen, aangewakkerd door het economisch herstel na de coronacrisis en de Russische invasie van Oekraïne. Vorig jaar boekte het bedrijf een recordwinst van 56 miljard dollar. Met een koers van ruim boven 100 dollar is het bovendien terug onder de grootste bedrijven van de VS naar marktwaarde.

De transactie zegt echter ook veel over de richting van een van de grootste energieconcerns ter wereld – en trends in de Amerikaanse oliesector – tegen de achtergrond van de mondiale energietransitie. Zo laat Exxon er geen twijfel over bestaan dat het, ondanks groeiende internationale zorgen over klimaatverandering, bovenal blijft inzetten op fossiele brandstoffen. „Ik denk dat fossiele brandstoffen, olie en gas, in de loop van de tijd een rol zullen blijven spelen, ook al is de wereld op zoek naar bronnen van betaalbare energie met lagere emissies”, zei Woods tegen de zender CNBC. „Dat kan in de loop van de tijd afnemen. Het tempo daarvan is, denk ik, in dit stadium nog niet erg duidelijk. Maar het zal nog een hele tijd zo blijven.”

Door de politieke druk geen nieuwe gaten te boren, is overname logisch

Door in te zetten op olie gaat Exxon ervan uit dat de vraag naar olie voorlopig robuust blijft en dat prijzen niet binnen afzienbare tijd zullen dalen. Ook gokt het bedrijf dat overheidsbeleid, zoals initiatieven van de regering van president Joe Biden om de economie te vergroenen, zich voorlopig niet verder tegen de sector zal keren.

Bij de blijvende inzet van Exxon op olie zoekt het zijn heil in schalievelden in de eigen achtertuin. Het concern, dat is gevestigd in de Texaanse metropool Houston, kiest daarmee nadrukkelijk voor betrouwbare, goedkope productie. Het Permian Basin, de meest productieve olieregio van de VS, staat bekend om zijn lage productiekosten. Die van Pioneer schommelen rond de 10,50 dollar per vat. Zelfs bij een zeer lage olieprijs van 35 dollar per vat is de winning er winstgevend.

Lees ook Californië klaagt grote oliebedrijven aan vanwege hun rol bij klimaatverandering

Bosbranden in Wrightwood, Californië.

Dat biedt Exxon perspectief op voordelige productiegroei. Als gevolg van de overname kan Exxon in het Permian Basin zijn productie verdubbelen tot 1,33 miljoen vaten olie en aardgas per dag, de hoogste productie in de regio. De samenvoeging moet de productie in het gebied tussen nu en 2027 zelfs doen groeien tot 2 miljoen vaten per dag. Dat is meer dan de helft van de huidige wereldwijde productie van Exxon. Met de geschatte voorraad van 16 miljard vaten kan de combinatie vijftien tot twintig jaar vooruit in het gebied.

Bovenal maakt Exxon met de overname van Pioneer een heldere keuze tegen tijdrovende en dure operaties om naar nieuwe bronnen van olie te zoeken. Het beschouwt overname van bedrijven met bekende reserves als aanmerkelijk efficiënter dan investeringen in exploratie, waarvan het jaren kan duren voordat ze iets opleveren. Investeerders hebben een voorkeur voor energiebedrijven met een focus op directe omzetten, boven dure langetermijnprojecten.

Maatschappelijk verzet

Dat heeft meerdere redenen. Hogere rentetarieven maken investeringen in exploratie voor de langere termijn duurder. Groeiend maatschappelijk verzet tegen het aanboren van nieuwe oliebronnen speelt eveneens een rol. „Er bestaat ongelooflijke politieke druk tegen het boren van nieuwe gaten in de grond om olie en gas te vinden”, zei Bill Smead, chief investment officer bij Smead Capital Investment, tegen Reuters. „Dus het is heel logisch om een kleiner bedrijf op te kopen. Pioneer heeft fantastische reserves.”

In de schaliesector ligt om die reden volgens waarnemers een consolidatiegolf in het verschiet: oliebedrijven hebben financieel de wind in de zeilen, maar weinig van hen willen geld besteden aan exploratie of megaprojecten voor de lange termijn, wanneer de vraag naar olie mogelijk terugloopt. Acquisities zijn de snelste weg naar meer reserves en directe productiegroei.

Dat betekent op zijn beurt dat de schaliesector in zekere zin volwassen is geworden. Aanvankelijk waren de schalievelden veelal het terrein van kleinschalige pioniers. De grote olieconcerns hadden meer belangstelling voor conventionele olie en boren op zee. Door zich op te werpen als heerser van de grootste schalieregio in de VS, trekt Exxon de sector verder de mainstream in.

Dat is niet onomstreden: schalie-olie is controversieel wegens zijn milieugevolgen. Niet alleen gaat het daarbij om uitstoot van broeikasgassen, maar ook heeft de techniek vervuiling van grondwater tot gevolg. Bovendien kan het aardschokken met zich meebrengen.

Het valt dan ook te bezien of de gok van Exxon zal lonen op de lange termijn – zeker omdat het niet de eerste overname van het concern is in de sector. Ook in 2010 deed Exxon een mega-overname in de schalievelden, toen het aardgasproducent XTO Energy kocht voor ruim 30 miljard dollar. Als gevolg van het inzakken van prijzen van aardgas moest het concern dat bedrag tien jaar later grotendeels afschrijven – één van de factoren bij het rampjaar dat het bedrijf drie jaar geleden nog doormaakte.