Malinese muziek brengt troost en contemplatie op Amsterdam Roots Festival

Recensie


Muziek

Amsterdam Roots Festival Tijdens het dubbelconcert van twee beroemde Malinese muzikanten blijkt hoe rijk de verhalende griot-traditie is. Ballaké Sissoko en Habib Koité leidden het publiek op een muzikale reis langs vele continenten.

Habib Koité in het Muziekgebouw aan het IJ, tijdens het Amsterdam Roots Festival
Habib Koité in het Muziekgebouw aan het IJ, tijdens het Amsterdam Roots Festival

Foto Govert Driessen

Beiden komen uit Mali, ze zijn griots, meestervertellers op hun instrument, beiden hebben een stevige internationale carrière. Toch was het contrast woensdagavond groot tussen Ballaké Sissoko en Habib Koité. Niet in kwaliteit, maar in beleving en sound. Het dubbelconcert, in het kader van Amsterdam Roots Festival in samenwerking met BIMhuis en Muziekgebouw aan ’t IJ, toonde de rijkdom en reikwijdte van de Malinese muziek.

De introverte Sissoko zit alleen op een stoel, de kora op schoot. In drie kwartier speelt hij drie stukken die klinken als oude vertellingen, met af toe een modern woord ertussen. De West-Afrikaanse harp wordt vaak gebruikt voor notenregens, maar Sissoko laat hem kalm resoneren. Hij hoeft de leegtes niet zo nodig op te vullen, dan klinkt soms alleen het tappen van zijn voet.

Op zijn album uit 2021, Djourou, werkte hij samen met vocalisten, rappers en popster Salif Keita, maar in zijn eentje op het podium speelt hij net zo makkelijk het vraag-antwoord-spel solo. Hij heeft een breed pallet. Het is niet moeilijk voor te stellen dat deze muziek klonk aan het hof van een zeventiende-eeuwse Mandinka-koning in Timboektoe. Anderzijds, speelde een bebaarde witte jongeling deze contemplatieve klanken ’s ochtends op piano voor een ontwakend festivalpubliek dan had het neo-klassiek geheten.

Danklied

De stoel gaat aan de kant als Sissoko plaatsmaakt voor Habib Koité met zijn band Bamada. Het tempo ligt niet eens zoveel hoger, maar meteen bij het eerste nummer vraag Koité al om mee te zingen met een danklied. Bij het tweede nummer staan de eerste spontane danseressen uit het publiek op het podium. Het is vaste prik, opgezweept door de talking drum laten vrouwen hun beste moves zien.

Koité is een crowd pleaser, waarbij het soms jammer is dat hij niet iets meer aandacht vraagt voor zijn eigen gitaarspel. Dat doet in rijkdom niet onder voor het veelvoud aan snaren op de kora. Zijn band toont in hoeverre hij het griot-idioom inmiddels heeft opgerekt naar Amerikaanse blues en ook andere stijlen als flamenco. Naast bas en percussie staat rechts van hem Issa Koné met een banjo, het creoolse instrument bij uitstek, ontstaan in de Amerika’s op basis van de oude West-Afrikaanse snaarinstrumenten. Ook de drumkit, bestaande uit een bongo, kalebas en de hi-hats van een westerse drumkit getuigt van die hybride vorm.

Zijn geknepen zangstem is innemend, maar vooral zijn gitaarsound is gedrenkt in dezelfde historie als die van Sissoko, hoewel Koité de moderne wereld meer toelaat. Zijn snaren klinken smartelijk, bluesy, altijd optimistisch en troostrijk. Terwijl de gangpaden vol staan met dansers soleert hij langs vier continenten.

Amsterdam Roots Festival duurt nog tot 3 juli. Inl: amsterdamroots.nl

Lees verder…….