N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Literatuurprijs De jury van de Librisprijs liet zich niets gelegen liggen aan literaire reputaties, en koos voornamelijk romans van auteurs die minder bekend zijn, waaronder het unieke aantal van zes romandebuten.
Dat Aleksandra van Lisa Weeda (1989) genomineerd is voor de Libris Literatuur Prijs 2022, is net zo goed een onontkoombare keuze als het bewijs van een eigenzinnige jury. Maandagmiddag werden de zes genomineerden van de romanprijs bekendgemaakt in Amsterdam. Weeda’s debuut, een surrealistische familiegeschiedenis tegen het beladen decor van Oost-Oekraïne is volgens de jury niet alleen een goede, maar ook een „uitzonderlijk urgente roman”, en streeft vele boeken van grote namen voorbij.
De jury liet zich niets gelegen liggen aan literaire reputaties, zo blijkt uit deze shortlist. Geen van de zes genomineerden haalde eerder de shortlist van de Librisprijs, de meest invloedrijke romanprijs in het Nederlandse taalgebied. Tegelijk haalden veel eerdere winnaars met hun nieuwe romans al niet eens de longlist van 18 titels. Daarop geen namen als Arnon Grunberg of A.F.Th. van der Heijden, geen Sander Kollaard, Adriaan van Dis, Peter Terrin of Joke van Leeuwen. Daarentegen koos de jury voornamelijk romans van auteurs die een slag minder bekend zijn, waaronder het unieke aantal van zes romandebuten (en dan juist weer niet de geruchtmakende boeken van Tobi Lakmaker of Lale Gül).
Vermoede kanshebbers
In de laatste selectieronde legden vermoede kanshebbers als Miniapolis van Rob van Essen, Levenshonger van Marie Kessels en Raam, sleutel van Robbert Welagen het af. Maar de shortlist herbergt niet alleen verrassingen: Nico Dros en Auke Hulst kregen voor respectievelijk de vernuftige historische avonturenroman Willem die Madoc maakte en de autobiografische sciencefictionroman De Mitsukoshi Troostbaby Company al de meest enthousiaste recensies uit hun schrijfcarrières. Ook schopte Dros het tot de shortlist van de grote nieuwe Vlaamse literatuurprijs de Boon.
Maar met de andere vier nominaties toont de Libris-jury eigenzinnigheid – of was 2021 simpelweg een literair jaar met weinig échte favorieten? Hoe dan ook vertoont de Librislijst zeer weinig gelijkenis met de shortlists van de Boon én de Boekenbon Literatuurprijs, die grotendeels over dezelfde boeken oordeelden. Die twee jury’s lieten bijvoorbeeld Onze kinderen van Renée van Marissing links liggen – de Libris-jury nomineerde het wel en prees het als van „een grote begaafdheid”. Hetzelfde eerherstel was er voor Wormmaan van Mariken Heitman, dat volgens de jury getuigt van „literair meesterschap”, en De atlas van overal van Deniz Kuypers, dat in „een superieure stijl” geschreven is.
De Libris Literatuur Prijs, die vorig jaar naar Cliënt E. Busken van Jeroen Brouwers ging, wordt op 9 mei uitgereikt. Met de instelling van de Boon, die komende maand voor het eerst uitgereikt wordt, zijn er weer drie grote prijzen voor Nederlandstalige literatuur, met elk een prijzengeld van 50.000 euro.