Waarom die leuke hippe wijk ook ongezond is

Gentrificatie Dat een achtergestelde wijk ineens hip en duur wordt, ligt niet per se aan nieuwkomers, schrijft Leslie Kern in haar boek. Maar er is meer aandacht nodig voor de ‘oude’ bewoners.



Foto Gary Hershorn/Getty Images

In 2015 werd een Londens ontbijtcafé aangevallen door een woedende menigte. Dat juist in een van de armste postcodegebieden van de stad een zaak met een trendy concept rond dure cornflakes was geopend, schoot activisten in het verkeerde keelgat. Gewapend met fakkels, verf en varkenskoppen kwamen ze naar de zaak. Het incident was wereldnieuws en maakte van het café een symbool voor alles wat er mis is met gentrificatie.

Toch is het te makkelijk om alleen dit soort horeca en de clientèle de schuld te geven van veryupping, schrijft Leslie Kern in haar boek Gentrification is Inevitable and Other Lies. Daarin richt Kern, gespecialiseerd in sociale geografie en genderstudies, haar blik op steden als Amsterdam, New York, Londen en Parijs. Gentrificatie, het proces waarbij kapitaalkrachtige jonge mensen zich in voormalige arbeidersbuurten vestigen, waarna de huren stijgen en de oorspronkelijke bewoners worden verdrongen, kún je aflezen aan bepaalde maatschappelijke symbolen: de yogastudio’s, de natuurwijnbars, de Airbnb’s en hippe twintigers en dertigers die 5 euro neertellen voor een plantaardige latte. Maar deze symbolen zijn niet de wortel van het probleem, stelt Kern in haar scherp geschreven boek en in een online interview.

Wat is volgens u het grootste misverstand over gentrificatie?

„Dat het een natuurlijk proces is, waarbij het onvermijdelijk is dat een buurt een bepaald traject doorloopt: van een arme wijk voor arbeiders en migranten tot een dure middenklassebuurt met vooral witte mensen. Die vanzelfsprekendheid, alsof het een natuurkracht is, wordt vooral de wereld in gebracht door de partijen die ervan profiteren. Steden veranderen altijd. Maar gentrificatie hangt in grote mate samen met beslissingen die van bovenaf worden genomen.”

Zoals?

„In de jaren zestig, toen de term voor het eerst gemunt werd door de Britse sociologe Ruth Glass, speelde gentrificatie zich nog af op zeer lokaal niveau. Het was een langzaam proces, dat zich huis voor huis voltrok: een stel uit de middenklasse kocht goedkoop een huis in een vervallen stadsdeel en knapte dat jarenlang op, waardoor de waarde toenam.

„Nu zijn we in het tijdperk van supergentrification beland. Het is een veel groter, doelbewust proces, met machtige spelers als internationale vastgoedbedrijven en investeerders, maar ook lokale overheden die besluiten nemen waardoor buurten kapitaalkrachtige bewoners trekken. In plaats van huis voor huis wordt er in één keer een nieuwe woontoren met honderden luxeappartementen in een oude volksbuurt gezet. Uiteindelijk krijg je daardoor, zoals in New York en Vancouver, situaties waar wolkenkrabbers met penthouses in bezit van de superrijken leegstaan, puur als belegging.”

Daarom schrijft u in uw boek: geef niet de ‘voetsoldaten’ van gentrificatie de schuld.

„Ze zijn een makkelijk doelwit, het geeft een gezicht aan het ingewikkeld proces. We kennen allemaal het beeld van de avocadotoast etende, op een racefiets rondrijdende creatieve yuppen, over wie tien jaar geleden veel werd geschreven. En nog steeds is er een obsessie met hun smaak en levensstijl. Want ja, ze hebben een grote culturele invloed op een buurt, het aanbod wordt op hen afgestemd. Een prijzige koffiebar profiteert van het proces van verandering en versterkt het tegelijkertijd. Maar het probleem verdwijnt niet als je de koffiebar verbiedt.”

Valt deze klasse dan niets te verwijten?

„Nee. Als het honderden euro’s per maand kost om lid te zijn van een yogastudio, sluit je mensen uit. Als onderneming moet je je afvragen: in hoeverre probeer ik mezelf bij de buurt te betrekken? Respecteer ik dat wat er al was, of lift ik mee op het succes dat veel mensen wegjaagt?”

Gentrificatie gaat niet alleen over fysieke verdringing van mensen die de woonlasten niet meer kunnen betalen, schrijft u. Het is ook psychologische buitensluiting. Wat bedoelt u daarmee?

„In sommige buurten kunnen armere bewoners wel blijven, omdat ze bijvoorbeeld in een sociale huurwoning zitten. Maar zij worden op straat niet begroet door nieuwkomers, de winkels en cafés die ze bezochten verdwijnen. Oudere bewoners zien dat hun kinderen en kleinkinderen die geen sociale huurwoning kunnen krijgen, verhuizen, waardoor hun sociale vangnet verdwijnt.

„Maar de uitsluiting kan ook gaan om zoiets simpels als het taalgebruik van een nieuwe koffiebar. Als je een oudere bent, of migrant, en je weet niet wat een americano is, en je voelt dat een zaak is ingericht op jongemensen die de hoge prijzen kunnen betalen, krijg je impliciet de boodschap: jij bent niet onze gewenste klant.

„Ironisch genoeg denken we bij gentrificatie vaak aan een gezonde omgeving: meer groen, bio-supermarkten, sportstudio’s. Uit meerdere onderzoeken, waaronder dat van de CDC, het Amerikaanse RIVM, blijkt dat gentrificatie tot een hoger risico op hart- en vaatziekten, kanker en mentale klachten leidt bij de mensen die er slachtoffer van zijn. Dat komt door de stress die het proces van verdringing veroorzaakt. Maar ook doordat arme bewoners na verhuizing vaak in een vervuilde omgeving komen te wonen, zonder betaalbaar gezond eten, sportfaciliteiten of wandelpaden.”

Toch zou je ook kunnen stellen dat het op bepaalde plekken tot verbetering heeft geleid. In sommige Nederlandse steden zijn probleemwijken nu een stuk leefbaarder geworden.

„Elke gemeenschap verdient veiligheid en een aangename, groene openbare ruimte met toegang tot alle belangrijke voorzieningen, zoals openbaar vervoer. Maar is de enige manier om dit te bereiken door gemarginaliseerde groepen te verplaatsen? Of zijn er andere manieren om een gemeenschap te laten profiteren? Ik denk dat het de verantwoordelijkheid is van gemeenten om zwakkere groepen te beschermen.”

Hoe voorkomen nieuwe bewoners van een veryuppende buurt dat ze bijdragen aan uitsluiting?

„Het begint met simpele dingen, zoals het groeten van je buren, en je inkopen doen bij winkels die er al waren. Je kunt actief worden in lokale initiatieven, of geld aan ze doneren. Wat je níét moet doen is een huis in een wijk betrekken en zeggen: oh, ik weet wat deze buurt nodig heeft.”

Bestaan er succesvolle vormen van verzet tegen gentrificatie?

„In het Amerikaanse Oakland kraakte een groep vrouwen, Moeders voor Huisvesting, een leegstaand pand, in het bezit van een vastgoedbedrijf dat het expres liet verkrotten om later voor veel geld te kunnen verkopen. Ze stonden op het punt om eruit te worden gezet, totdat de actie bij lokale politici en media op de radar kwam. Uiteindelijk besloot het bedrijf afstand van het pand te doen en mochten de moeders er blijven.”

Heeft u hoop dat gentrificatie op grotere schaal gestopt kan worden?

„Een compleet einde eraan maken, lukt niet. Toch heb ik de perverse hoop dat het probleem zó groot wordt, dat het niet meer genegeerd kan worden door politiek en overheid. Tot nu toe waren het vooral mensen met lagere inkomens, uit gemarginaliseerde groepen, die er last van hadden. Wrang genoeg zal het probleem meer aandacht krijgen nu ook de middenklasse er hinder van ondervindt – niet alleen de huurders, ook de huizenbezitters, voor wie de prijzen steeds hoger worden. We kunnen niet doorgaan zoals het nu gaat.

„Wat niet helpt, is dat we in een tijd leven waarin een huis wordt gezien als iets waar je maximale winst uit moet halen. Als een trendy manier om extra te verdienen, door het op Airbnb te zetten. Zelfs gewone mensen worden aangemoedigd om huisjesmelker te worden. Om woningen te kopen en mensen er uit te dwingen. door de huren omhoog te gooien. Op tv wordt het zo duur mogelijk verkopen van huizen verheerlijkt in Netflix-programma’s als Selling Sunset (over een Californisch makelaarskantoor in het topsegment). Ik hoop dat de zucht naar winst stopt. Een huis is om in te wonen, niet meer dan dat.”

Lees verder…….