Kritiek? Protest? In India krijg je dan de bulldozers op je af

Reportage

Slopen als straf Steeds vaker gebruikt India bulldozers om sociale onrust de kop in te drukken. „Sloop als collectieve straf voor hele gemeenschappen.”

Een bulldozer vernietigde in april illegaal gebouwde huizen na protestacties in de wijk Jahangirpuri van de hoofdstad New Delhi.
Een bulldozer vernietigde in april illegaal gebouwde huizen na protestacties in de wijk Jahangirpuri van de hoofdstad New Delhi.

Foto Amarjeet Kumar Singh/SOPA Images/LightRocket/Getty Images

Een dinsdagmiddag in Jahangirpuri, een woondistrict in het noordwesten van New Delhi aan de uiterste rand van de Indiase hoofdstad. Op handkarren ligt voedsel uitgestald, aan de kleine stalletjes hangen lappen felgekleurde stof. Autoverkeer moet zich stapvoets een weg banen tussen de verkopers en de klanten op de doordeweekse markt.

Zo’n twee maanden geleden, in april, reden hier opeens bulldozers door de straat. Zeven trage machines, geflankeerd door politiemannen in zware uitrusting. Bewoners zagen verbijsterd hoe de grijparmen aan hun buitenmuren klauwden en hun marktkarren werden platgereden.

Volgens het stadsdeelbestuur moesten illegale constructies, van woningen tot winkeletalages waarvoor geen vergunning was, worden geruimd. De ‘handhavingsoperatie’ kwam enkele dagen nadat in Jahangirpuri de vlam in de pan was geslagen tussen geloofsgroepen. Tijdens een processie van hindoes langs een moskee was geweld uitgebroken. De precieze toedracht is onduidelijk, maar de gebeurtenis had de plaatselijke autoriteiten een reden gegeven Jahangirpuri schoon te vegen.

Ook op andere plekken van sociale onrust is de bulldozer ingezet. Het voorval in Jahangirpuri leek een kopie van wat eerder in de centraal gelegen deelstaat Madhya Pradesh gebeurde. Ook daar werden huizen vernield, van waaruit bewoners stenen zouden hebben gegooid tijdens botsingen tussen hindoes en moslims. Elders in de hoofdstad, in de zuidelijke wijk Shaheen Bagh (in 2019 het epicentrum van grote protesten tegen een burgerschapswet) was een sloopoperatie alleen voorkomen doordat inwoners vóór de bulldozers gingen staan.

In deze plaatsen bepaalt regeringspartij BJP ook op lokaal niveau de zaken. De partij van premier Narendra Modi volgt een koers die hindutva wordt genoemd: zij wil van India zoveel mogelijk een hindoeïstisch land maken. Volgens critici benadeelt de overheid minderheidsgroepen, waarbij vooral moslims het te verduren krijgen. De bulldozers zouden specifiek worden ingezet tegen onruststokers en om de gehele islamitische gemeenschap te koeioneren of intimideren.

„Er staat nergens in de Indiase wet dat dergelijke vernieling van eigendom een geschikte straf is voor crimineel gedrag. De autoriteiten geven fictieve redenen”, stelt politicoloog Francesca Recchia onomwonden. Zij is een van de oprichters van het collectief The Polis Project, dat onderzoek doet naar machtsmisbruik in India en dat „gemeenschappen in verzet tegen de overheid” bijstaat.

In zijn archief Watch the State verzamelde het collectief bewijzen van staatsgeweld. Daaruit blijkt volgens Rechhia een „patroon” van vernielingsacties: „Sloop wordt ingezet als collectieve afstraffing van hele gemeenschappen waaruit ook maar een beetje tegengas komt. De lompheid en agressie zijn zeer effectief om angst aan te jagen. Mensen staan machteloos tegenover een bulldozer, het is een sterk symbool.”

Verschrikking

Zainab, een inwoner van Jahangirpuri, herinnert zich de „verschrikking” van de machines door haar straat: „Het was eng. We hadden geen idee dat dit eraan zat te komen, maar ik voelde aan alles, ‘dit klopt niet’.” Zainab is zo’n zestig jaar oud, schat ze, en kwam dertig jaar geleden naar New Delhi. Het stadsdistrict Jahangirpuri was eind jaren zeventig toegewezen aan armen, veelal migranten uit de deelstaat West-Bengalen of vluchtelingen uit het nieuw gevormde land Bangladesh.

Het merendeel van de bewoners is moslim, zoals Zainab en de paar buurvrouwen met wie ze is samengekomen in het huis van een vriendin. De woning, in een van de smalle zijstraatjes aan de marktweg, bestaat uit twee verkrotte kamertjes zonder ramen. Samengepakt op een matras achterin vertellen de vrouwen over de nasleep van de vernielingsoperatie.

„Niemand hier heeft geld om eigendommen te vervangen”, zegt Masouda (45) die haar verrijdbare roti-oven niet meer kan gebruiken nu daar een grote barst in zit. Al jaren ging ze ermee door de wijk, ook agenten kochten haar waar. Niemand die haar ooit verweet dat ze geen vergunning had of haar een waarschuwing gaf. Zo is het ook met de vernielde gebouwen, zeggen mensen in de wijk: overal zijn in miljoenenstad Delhi illegale constructies te vinden. Waarom werden speciaal die in Jahangirpuri zo agressief aangepakt?

Het bleef niet beperkt tot materiële schade. Tientallen mannen werden na de onlusten gearresteerd en beschuldigd van geweldpleging. Zainabs twee volwassen zonen zitten al twee maanden vast, net als de broer van Rukayan (46). „Maar hij was aan het werk in de velden, hij wás niet in eens Jahangirpuri toen de problemen begonnen”, zegt zij. In haar hand houdt ze een huissleutel aan een ring, waar ze voortdurend mee speelt.

Onder de gebloemde matrashoes ligt een verfomfaaid stapeltje kopietjes: de buurvrouwen hebben zoveel mogelijk documenten verzameld van de arrestanten, zodat hun identiteit bekend is. De papieren liggen hier veilig op één plek – de huurster van het huis wil daarom liever niet met haar naam in de krant. Ze vertellen dat agenten op het wijkbureau weigerden om de aanklachten te delen.

Hindoetempel

De hindoe- en moslimgebedshuizen in Jahangirpuri liggen aan dezelfde straat, met enkele panden ertussen. Op de hoek van de hindoetempel staat nog een handvol dranghekken op de stoep. Nu kan iedereen er weer door, maar de straat kan zó worden afgesloten, verduidelijkt een voorbijganger door zijn uitgestrekte armen dwars voor zich van links naar rechts te schuiven. „De bulldozers hielden hier precies halt”, zegt hij – hij haalt zijn wenkbrauwen er bij op.

„Dat klinkt allemaal goed voorbereid, toch?”, merkt onderzoeker Rechhia op als ze hoort van de opgestapelde hekken. „Deze vernielingsdrift verraadt een systeem. Er zijn veel autoriteiten betrokken bij deze acties; de gemeente moet de bulldozers en arbeiders aansturen, de politie moet erbij komen om burgers tegen te houden. Zoiets vergt organisatie.”

„We dreigen ons te verliezen in de verontwaardiging over losse gebeurtenissen”, vervolgt ze. „Maar dit zijn geen incidenten. We moeten doorgronden hoe systematisch de staat te werk gaat in het geweld tegen minderheden.”

Het Indiase Hooggerechtshof waarschuwde vorige week na een klacht van moslims in Uttar Pradesh dat sloop niet als vergelding mag worden ingezet, en alleen volgens de wet mag gebeuren. Maar precies dit is wat de staat steeds claimt.

Neem de recente bulldozeroperatie in Uttar Pradesh, de aanleiding voor de klacht. Hier stuurde deelstaatminister Yogi Adityanath, die geldt als een prominente hindutva-aanhanger, al jaren geleden bulldozers op demonstranten af . En hier werd op 12 juni het ouderlijk huis van activist Afreen Fatima met de grond gelijkgemaakt. Deze 22-jarige studente levert uitgesproken kritiek op de BJP-regering. Dit jaar ageerde ze bijvoorbeeld tegen een hoofddoekverbod op scholen in de zuidelijke deelstaten. Aan NRC vertelde ze dat zo moslima’s de toegang tot onderwijs werd ontzegd.

Activisten leggen daarnaast een verband tussen de sloop en de beschuldiging dat haar vader demonstranten tot geweld had aangezet bij een protest tegen een BJP-woordvoerder die zich in een televisiedebat beledigend had uitgelaten over de profeet Mohammed. Maar de autoriteiten in de stad Prayagraj houden staande dat Fatima’s ouderlijk huis illegaal gebouwd was en daarom moest verdwijnen. Ook al was de familie hiervoor nooit eerder gewaarschuwd.

In Jahangirpuri kennen ze Fatima óók. Zainab en haar buurvrouwen zagen online hoe haar huis werd afgebroken. „Moslims krijgen de ene na de andere vernedering te verduren”, zucht Zainab, terwijl ze haar gele hoofddoek achter haar oren duwt. Het is wachten op de volgende vernederende maatregel, denkt ze.

Rukayan, de jongste van de vier, kijkt somber. Zij verloor niet alleen het inkomen van haar gearresteerde broer, maar ook haar eigen werk. „Ik maakte schoon bij een gezin elders in Delhi. Nu denkt mijn werkgever dat er louter problemen uit Jahangirpuri komen – hij wil mij niet meer inhuren.” Zainab legt een magere hand op Rukayans arm. Allemaal ervaren ze „een drukkend gevoel”, zegt de oudere vrouw. „Mentaal zijn we al platgedrukt.”

Lees verder…….