Column | Niet poepen, wel vegen

Marcel van Roosmalen

Andy van der Meijde, Sjaak Swart, Ellie Lust, Dick Advocaat, Wes-ley Sneijder, de complete voorhoede van de B-selectie van Bekend Nederland, mogen geen reclame meer maken voor gokbedrijven. De overheid is te bang dat er door die commercials nog meer jongeren gaan gokken. Gokbedrijven als BetCity (Vitesse), Kansino (AZ) en Unibet (Ajax) mogen daarentegen wel profvoetbalclubs blijven sponsoren. Dat heeft zogenaamd geen aanzuigende werking op jongeren, die een groot deel van de accounts bij online casino’s aanmaken. Minister Franc Weerwind voor Rechtsbescherming werkt ook aan een verbod op ongerichte gokreclames.

Ach, bijna lief.

Door gebruik van een nieuw soort asfalt vallen er overal gaten in het wegdek, de oplossing is zoveel mogelijk waarschuwingsborden plaatsen. ‘Pas op, als u doorrijdt kunt u in een gat rijden. Dit kan gevolgen hebben voor u en uw auto.’

Of: ‘Niet voederen, dit dier kan bijten.’

Vorig jaar werd na jaren wikken en wegen de nieuwe gokwetgeving van kracht. Voortaan kon er ook in Nederland legaal online gegokt worden, zodat ‘ons geld’ voor een deel ook weer terugvloeide in de schatkist en niet alles verdween in de bodemloze putten van Malta, Cyprus en Curaçao.

Een van de argumenten die door de voorstanders van die regulering werd gebruikt, was dat de overheid zo een wapen in handen kreeg om gokverslaving tegen te gaan. Snoep is voortaan overal te koop, maar we zeggen er wel heel nadrukkelijk bij dat je er dik van kunt worden en dat je na inname je tanden moet poetsen. Er kwam inderdaad een landelijk systeem voor registratie van probleemspelers, die zo konden worden uitgesloten van de legale casino’s, maar die daarna weer moeiteloos hun weg terug naar casino’s uit andere landen vonden. Dezelfde casino’s waar ze voor de nieuwe wetgeving toch al speelden.

Een kind kan constateren dat de nieuwe wetgeving mislukt is en dat er behalve de schatkist niemand beter van wordt. Het verbieden van reclames voor gokbedrijven is het zoveelste bewijs van het gebrek aan daadkracht en lef dat de kabinetten-Rutte typeert. Het is allemaal ‘niet poepen, wel vegen’, een gezegde dat ik ooit hoorde in Tunesië, een land dat heus niet zoveel beter bestuurd wordt dan het onze.

Halve maatregelen, halve waarheden, lekkende wetgeving en een bestuurlijke elite die geen fouten durft toe te geven en geen moeilijke beslissingen durft te nemen, maar wel doet alsof er heel adequaat op een zelfgecreëerd probleem wordt gereageerd.

Marcel van Roosmalen schrijft op deze plek een wisselcolumn met Ellen Deckwitz.

Lees verder…….