Is dit het definitieve antwoord op Europese migratiezorgen? Vijf vragen over het EU-migratiepact

Woensdag bereikte de Europese Unie een akkoord over het zogeheten asiel- en migratiepact, een veelomvattend pakket aan wetten voor een nieuw Europees migratiebeleid. Het betekent de grootste aanpassing van de gezamenlijke regels in zeker tien jaar en moet Europa eindelijk „grip geven” op migratie. Maar over de uitvoering klinken al bij voorbaat twijfels, terwijl critici vrezen dat de rechten van vluchtelingen onder druk komen te staan. Vijf vragen over het Europese migratieakkoord.

1. Wat heeft de EU precies afgesproken?

In een versimpelde versie zou je het akkoord kunnen samenvatten als: strengere grensprocedures in ruil voor meer Europese solidariteit. Het Europese migratiebeleid werd gedwarsboomd door wantrouwen. Landen als Nederland en Duitsland vinden traditioneel dat Zuid-Europese landen migranten onvoldoende screenen, tegenhouden en terugsturen, terwijl ‘aankomstlanden’ als Italië en Griekenland gefrustreerd zijn over een gebrek aan solidariteit.

Die tegenstelling is nu – op papier – overwonnen. Afgesproken is een strenge ‘grensprocedure’ waarin migranten met weinig kans op asiel direct apart worden gezet. Na een sterk verkorte procedure moeten zij bij een negatief asielbesluit vervolgens snel worden uitgezet. Deze migranten uit ‘veilige landen’ moeten Europa snel weer verlaten en niet elders in de EU terecht komen – bijvoorbeeld in Nederland.

Tegelijk moeten alle EU-landen solidariteit tonen met de aankomstlanden. Zo’n ‘eerlijke verdeling’ leidde tijdens de vluchtelingencrisis van 2015 nog tot grote tweespalt. Nu komt die ‘verplichte solidariteit’ er wel, hoewel EU-landen veel vrijheid krijgen in de manier waarop en die ook kunnen ‘afkopen’.

2. Hoe gaat dit er in de praktijk uitzien?

Landen als Italië, Griekenland en Spanje zullen flinke centra moeten bouwen voor migranten die weinig kans hebben op asiel en daarom in de zogeheten ‘grensprocedure’ terecht komen. Het gaat om migranten uit landen waarvan het aandeel succesvolle asielaanvragen lager ligt dan 20 procent óf die met valse documenten zijn gereisd. Vanuit het Europarlement en de Europese Commissie werd woensdag benadrukt dat zij níet in ‘detentiecentra’ terecht komen.

Toch staat vast dat migranten zich er niet vrij kunnen bewegen, in afwachting van een procedure die na twaalf weken moet zijn afgerond. Na een negatief besluit moet een uitzetting vervolgens wederom na twaalf weken zijn gebeurd. Ook gezinnen met jonge kinderen kunnen in zo’n centrum belanden, hoewel alleenstaande minderjarigen uitgezonderd zijn.

Verschillende mensenrechtenorganisaties, waaronder Amnesty en Oxfam, hebben hun zorgen al uitgesproken over het ontstaan van „gevangenkampen aan de Europese grenzen”, en „ondermaatse procedures, versnelde deportatie en gokken met levens”. Voorstanders benadrukken dat het cruciaal is dat migranten met weinig kans op asiel dichtbij de buitengrens blijven, zodat ze zich niet over Europa verspreiden.

Migranten met meer kans op asiel komen terecht in de ‘normale procedure’, die ze wel in vrijheid kunnen afwachten. Zij kunnen ook onderdeel worden van het nieuwe herverdelingsmechanisme – andere EU-landen nemen hen dan over om de druk op aankomstlanden te verlichten. Lidstaten kunnen er in plaats daarvan ook voor kiezen 20.000 euro per niet opgenomen asielzoeker te betalen, of hun ‘solidariteit’ te tonen door tenten of kachels te leveren.

Alle regels worden flink opgerekt als het aantal migranten plotseling flink toeneemt – een ‘crisissituatie’, die de Europese Commissie kan uitroepen. In dat geval gaan ook meer kansrijke migranten in de ‘grensprocedure’ en mogen ze daar ook langer in blijven. Als sprake is van ‘instrumentalisatie’, bijvoorbeeld toen Wit-Rusland migranten over de Poolse grens ‘duwde’, gaan zelfs alle migranten in de grensprocedure.

3. Is iedereen nu tevreden?

Niet iedereen, maar wel opvallend veel partijen. Tevredenheid klonk woensdag zowel uit Duitsland, waar buitenlandminister namens de Groenen Annalena Baerbock sprak van een „dringende en lang noodzakelijke hervorming”, als uit Italië, waar de radicaal-rechtse regering het had over „een groot succes voor Europa en voor Italië”. Ook premier Rutte sprak van een „historisch akkoord”.

Het toont de brede steun voor het nieuwe beleid. In vrijwel alle Europese landen is migratie momenteel een politiek explosief thema en de roep om strenger beleid is groot. Een dissident geluid is – geen verrassing – Hongarije, dat zich al jaren verzet tegen elke Europese migratiemaatregel en nog eens benadrukte geen enkele migrant te zullen overnemen.

Kritiek klinkt er ook uit de andere hoek: de linkse partijen in het Europarlement, die onder meer spraken van een „zwarte dag voor de EU” en een „een buiging voor de rechtsextremisten en fascisten van Europa”. Ook GroenLinks-Europarlementariër Tineke Strik heeft grote zorgen „over de uitholling van het recht op een zorgvuldige asielprocedure voor mensen die dringend bescherming nodig hebben”.

4. Zal dit akkoord het aantal migranten dat in Nederland aankomt verkleinen?

Dat is volgens sommigen wel de bedoeling. Volgens VVD-Europarlementariër Malik Azmani, nauw betrokken bij de onderhandelingen, is de deal er óók „op gericht om de asielinstroom naar Nederland te verlagen, doordat er minder mensen zullen doorreizen van Europese buitengrenzen”. De hoop is bovendien dat de strakkere procedures aan de grens ertoe zullen leiden dat er überhaupt minder migranten naar Europa zullen reizen.

Tegelijk is ook duidelijk: een snelle oplossing voor de opvangproblemen in Nederland biedt dit akkoord niet. Allereerst omdat het nog tot 2026 duurt voordat de nu afgesproken regels in werking treden en de capaciteit van de nieuwe grenscentra nog moet worden opgebouwd. Maar ook omdat het volgens critici de vraag is hoe het in de praktijk gaat werken: of grenslanden er in de toekomst wél in slagen migranten te verhinderen door te reizen of uitgeprocedeerden tijdig uit te zetten.

5. Is dit het definitieve antwoord op de Europese migratiezorgen?

Daarover is eigenlijk iedereen het eens: nee. Als het aantal migranten dat op de Europese kusten arriveert zo hoog blijft als afgelopen jaren, zal ook dit nieuwe ‘pact’ volgens betrokkenen niet werken. Als aankomstcijfers te hoog zijn, wordt het simpelweg onmogelijk iedereen in een ‘grensprocedure’ te stoppen, waardoor het systeem vastloopt.

Het verklaart waarom de Europese Commissie ook deze woensdag weer aandacht vroeg voor de zogeheten ‘externe kant’ van migratie: afspraken met landen als Tunesië, voor het tegenhouden of terugnemen van migranten. Zo’n akkoord met Tunesië kreeg eerder dit jaar veel kritiek, omdat het weinig effect zou hebben en bovendien nauwelijks sprak over mensenrechtenschendingen. Maar in Brussel wordt het nog wel gezien als ‘blauwdruk’ voor afspraken met andere landen: op dit moment wordt gewerkt aan een vergelijkbaar akkoord met Egypte.

Leeslijst