Irma Boom: ‘Door te vegen raakt mijn hoofd opgeruimd’

Kicks voor niks Geluk hoeft niets te kosten, maar waar vind je het? vraagt haar favoriete Nederlanders naar hun onbetaalbare genietingen. Deze week: Irma Boom.


‘De hele, hele dag ben ik zittend aan het werken: boeken maken. Soms heb ik geen inspiratie, zit ik in de knoop met dingen of moet ik gewoon even nadenken – en dan loop ik naar buiten, naar mijn tuin of naar de voorzijde van het huis, om daar te vegen. Ik heb een hele mooie, bijzondere bezem met takjes uit Zwitserland, en daarmee maak ik dan heel rustig alles netjes. Door het vegen raakt mijn hoofd opgeruimd. Dat is een hele fijne gewaarwording.

„Het feit dat je even bij je bureau vandaan bent, dat je buiten bent en probeert dingen te ordenen. Ik heb twee bezems, één voor de voorzijde en één voor de achterzijde. Die van de achterzijde staat buiten bij de tuindeur, die van de voorzijde staat bij de voordeur in de meterkast.

„Ik veeg de tuin en de straat en het trottoir achter het huis. Wij hebben een geveltuin en daar liggen vaak blikjes, sigarettenfilters en andere troep, iedere dag weer, ik ben steeds verbaasd dat het zo is en ik ruim het iedere keer gewoon weer op. Ik merk wel dat hoe schoner het is, hoe minder snel mensen iets neergooien, dus het is voor anderen goed, maar zeker ook voor mijzelf. Vanaf mijn voordeur is het trottoir 21 meter breed, maar ik veeg ook verder, bij de buren, ik denk een meter of veertig tot vijftig. Ik loop een beetje heen en weer, meestal alleen met een sjaal om, het is immers maar kort, een jas hoeft niet.

„Het geluid van de bezem op de tegels is erg mooi, ook omdat ik een nogal licht bezempje heb. Ze slijten heel snel, die bezems, dus elk jaar in juli heb ik nieuwe nodig. Ik koop ze bij een handyman-zaak in Zwitserland, daar gaan wij elk jaar in de zomer naartoe. Ook al doe ik dit al tien jaar, ik weet niet of ze mij herkennen bij die Zwitserse bezemwinkel hoor, er is daar nauwelijks contact met het personeel. En elke zomer ligt dus zo’n elegante Zwitserse bezem bij ons in de auto als we terugrijden naar Nederland.

Geen heksenbezem

„Het is dus niet een heksenbezem met van die lange twijgen eraan maar een korte platte. Boven aan de rand zit een lichtmetalen constructie om die twijgjes van boven goed bij elkaar te houden. De twijgen zitten in een soort driehoek, zodat hij onderaan ongeveer dertig centimeter breed is. De bezem is heel licht. De twijgen zijn heel stevig maar van welke boom ze nu precies zijn? Als hij gaat afslijten, gaat hij lijken op een penseel, dan wordt hij steeds dunner en dunner.

„Ik doe dit elke dag, tenminste dat probeer ik. Een minuut of vijf à zes en dan is het gebeurd. Voor iemand die altijd binnen zit, is het ook goed, want je hebt meteen aanspraak. Het is heel sociaal, mensen vinden het heerlijk dat je dit voor ze doet. Dat je niet je eigen troep opruimt maar ook die van anderen, rommel zelfs uit een fietsenrek plukt, oogst bewondering en dat is ook bevredigend. Iedereen is zo positief, dat geeft energie.

„Het is iets waar ik gelukkig van word. Helend is het, voor mijn hoofd, voor mijn concentratie. Je maakt het buiten schoon en in je hoofd ook.

„Ik veroordeel vanwege die rommel niemand hoor, ik doe het echt voor mezelf. Het kost me niks, nul, en voor mij is het een goed gevoel. Als ik dan terugga naar kantoor, dan weet ik dat het opgeruimd is voor de deur. Dat doet me goed.”

Irma Boom (1960) ontwerpt boeken. Het Allard Pierson heeft sinds 2003 haar levend archief. Een deel van haar werk is opgenomen in de vaste collectie van het MoMA.

Lees verder…….