‘Ik schrik elke keer als ik afreken’

Melin Mommers (36) uit Utrecht begon aan haar laatste jaar in de festivalbranche toen de coronacrisis uitbrak. Nu is ze administratief medewerker in een theater. „In de cultuursector voel ik mij thuis.”


in

‘Tijdens mijn studie vrijetijdsmanagement wist ik al zeker dat ik de festivalwereld in wilde. Zo’n acht jaar lang werkte ik als productiecoördinator bij veel verschillende theater- en filmfestivals. Het bijzondere aan festivals vind ik het maakproces, en het samen ergens naartoe werken.

„Ik vond het productiewerk heel leuk, maar ook stressvol. Het zijn lange dagen, waarbij je altijd als eerste aanwezig bent en als laatste naar huis gaat. Daarom besloot ik dat 2020 mijn laatste fulltime festivaljaar zou worden. En toen kwam corona. De editie van een festival waar ik voor het laatst aan mee zou werken, heeft nooit plaatsgevonden.”

„Een paar jaar eerder was ik er al wat financiële klussen bij gaan doen, om iets anders te leren naast producties draaien. Dat kwam goed uit, omdat ik door corona gedwongen werd buiten de festivals te kijken. Niemand wist hoelang de pandemie zou aanhouden en de festivals lagen helemaal plat, dus ik had behoefte aan meer zekerheid. Ik wilde wel graag in de culturele sector blijven, omdat ik de financiële logica van deze wereld snap. Ik weet hoe de begrotingen en subsidies werken. Toen heb ik gesolliciteerd bij Internationaal Theater Amsterdam.

„Sinds een jaar combineer ik mijn baan als administratief medewerker bij ITA met InScience, een wetenschaps-filmfestival in Nijmegen. Eerder was ik daar productiecoördinator, nu werk ik een à twee dagen per week als festivalcoördinator. ITA is een fijne omgeving zonder de stress die een festival met zich meebrengt, maar de uitdagingen van een festival mis ik er een beetje in. Daarom bevalt de combinatie mij heel goed.”

uit

‘De cultuursector is onzeker en betaalt bescheiden, maar ik vind plezier het belangrijkste in mijn werk. In deze sector voel ik mij thuis. Gelukkig kan ik nu goed rondkomen, maar ik let wel op, zeker nu alles duurder wordt. Ik stook bijna niet, heb dubbele beglazing en omdat ik zwem, douche ik vaak ergens anders.”

„Aan de boodschappen merk ik het wel heel erg. Ik probeer gezond te eten, en een beetje gevarieerd, zodat ik niet elke dag hetzelfde heb, maar ik schrik elke keer als ik afreken. Waar ik twee jaar geleden voor 25 euro wel een week kon eten, is dat nu meer dan verdubbeld.”

„Kleren maken is wel een dure hobby, zeker als je een beetje verantwoorde stoffen wil gebruiken. Het is goedkoper om kleren te kopen, maar ik vind het zo leuk om ze zelf te maken. Als kind heb ik van mijn moeder en oma geleerd om voor Barbies en poppen kleding te maken. Toen ik zeven jaar geleden Pfeiffer kreeg, heb ik dat weer opgepakt. Ik maak bijvoorbeeld broeken, jurken en jumpsuits. Het lijkt me heel leuk als dit ooit mijn parttime baan zou kunnen zijn.”

Lees verder…….