‘Iedereen is in shock, maar niet iedereen is verdoofd’

‘Rusland dienen is een echte baan’, staat op een reclamebord in Sint Petersburg op 29 september. Een week eerder kodigde president Poetin een ‘gedeeltelijke mobilisatie’ af.


Foto Olga Maltseva/AFP

Interview

Mobilisatie in Rusland Al bijna twee weken heerst in Rusland grote paniek over de ‘gedeeltelijke’ mobilisatie voor Oekraïne. Veel mannen voelen zich in het nauw gedreven. „Iedere Rus weet: als de autoriteiten zeggen dat het goed komt, wordt het juist alleen maar erger.”

Sinds de Russische president Poetin op 21 september een ‘gedeeltelijke’ mobilisatie afkondigde in de hoop daarmee het desastreuze verloop van de ‘speciale militaire operatie’ in Oekraïne te keren, zijn volgens sommige schattingen al meer dan 200.000 mannen Rusland ontvlucht, vooral naar buurlanden als Kazachstan, Georgië en Mongolië.

Andere Russen proberen in eigen land uit handen van de rekruteringsofficieren te blijven. En er zijn er ook die zich vrijwillig melden voor de strijd. NRC sprak met enkele van hen.

Konstantin (42), Moskou:
‘We worden in een hoek gedreven, maar vluchten is geen optie’

„Ik heb nooit gediend en heb geen militaire opleiding. Ik ben al 42 en mijn werk komt in het leger ook niet erg van pas. Ik ben bioloog en heb een bijbaan als netwerkbeheerder. Officieel zou ik niet onder de mobilisatie moeten vallen, maar ik kreeg toch een dienstoproep bezorgd op het adres waar ik ingeschreven sta. Gelukkig woon ik elders in een gehuurd appartement.

„Vluchten is geen optie. Ik heb drie kinderen [vanaf vier kinderen geldt vrijstelling] en financiële verplichtingen. Ik heb de oproep gelukkig nog niet persoonlijk ontvangen, zoals de wet voorschrijft. Maar het is een kat-en-muis-spel. Dus als dat toch gebeurt, zal ik moeten onderduiken en alles moeten verkopen om het financieel een maand of zes uit te houden. Dat Poetin afgelopen week zei dat de mobilisatie slordig is uitgevoerd en fouten moeten worden rechtgezet, stelt me niet gerust. Het is alleen maar propaganda. Iedere Rus weet: als de autoriteiten zeggen dat het goed komt, wordt juist alleen maar erger.

„Ik heb vanaf 2011 deelgenomen aan vrijwel alle demonstraties tegen de regering, en ik ben vorig jaar opgepakt. Zelfs als het gevaar onvermijdelijk lijkt, zijn er altijd alternatieven. En ik wil niet alles opgeven alleen uit angst. We worden in een hoek gedreven. Iedereen is in shock, maar niet iedereen is verdoofd. We doen alles om elkaar te helpen.”

Een Russische militair spreekt gemobiliseerde reservisten toe in de stad Volzhsky, in de regio Wolgograd. Foto Reuters

Anna Zoejeva (35), Oelan-Oede (Boerjatië):
‘Zelfs overledenen hebben oproepen ontvangen’

„De autoriteiten in Boerjatië maakten grote haast met de mobilisatie, ze namen iedereen mee. De nacht van 21 op 22 september was verschrikkelijk, overal werden mannen opgepakt. Niemand was voorbereid, niemand wist nog dat hij mocht weigeren. Op die manier hebben ze heel veel mannen in dorpen in de val gelokt, maar ook in winkelcentra en op andere plekken schreven ze gewoon oproepen uit. Ook zijn studenten meegenomen, ze werden gewoon uit de les gehaald. Zelfs de doden hebben ze oproepen gestuurd. Een inwoonster hier kreeg een oproep voor haar echtgenoot, die al twee jaar dood is. [Voor de fout werden excuses aangeboden.]

„Maar hier in Boerjatië steunen veel mannen de ‘speciale operatie’, zoals we het wettelijk moeten noemen. Natuurlijk gaan ze niet uit enthousiasme, maar ze proberen er ook niet aan te ontsnappen. Ze hebben niets en moeten vaak zelf hun uitrusting bij elkaar te sprokkelen. Sommigen bedrinken zich en melden zich in vieze kleren bij het wervingskantoor. Dat zegt iets over hun angst en lage vechtbereidheid.


Lees ook Armoede en patriottisme drijft Siberische soldaten naar Oekraïne

„Over hoe de samenleving verder moet, worden geen vragen gesteld. Wie gaat voor onze zieken zorgen, wie gaat onze kinderen onderwijzen als alle artsen en docenten naar het front worden gestuurd? Mijn vrienden zijn bijna allemaal gevlucht, ze zijn allemaal pacifisten en willen niet vechten voor iets waar ze niet in geloven. Twee gingen naar Ulaanbaatar via de grens met Mongolië, die is hier maar veertig kilometer vandaan. In totaal zijn honderden mensen daar de grens over gegaan. De organisatie Free Buryatia helpt ze om naar Mongolië te komen, want niet iedereen heeft zomaar geld.”

Oleg Klimov (58), Kaliningrad:
‘Mijn zoon is de dans net ontsprongen’

„Veel mannen in ons dorp hebben een oproep ontvangen. De sfeer is somber, de straten zijn leeg. Sommigen laten zich als zombies wegvoeren, anderen verstoppen zich. En sommigen worden dronken. Ik ben 58 en run een klein hotel. Ik heb in het leger gediend en weet dat de methodes sinds de [Sovjet-]oorlog in Afghanistan niet zijn veranderd. Toen ik studeerde moesten alle studenten ieder half jaar een militair-medische keuring ondergaan. Zo’n commissie heeft mij ook ooit naar het leger gestuurd. Ik was achttien jaar, ze verweten me dat ik lang haar had en spijkerbroeken droeg met wijde pijpen en dat ik me moest schamen omdat mijn leeftijdgenoten in Afghanistan hun leven gaven.

„Uiteindelijk ben ik gegaan, ook ik zei geen nee. Ik kwam niet in Afghanistan terecht, maar bij een raketdivisie. Na het leger ging ik terug naar de universiteit, maar ik had mijn belangstelling verloren. Ik werd nieuwsfotograaf en kwam zodoende opnieuw terecht in allerlei oorlogen die uitbraken in de voormalige USSR en Oost-Europa en later Tsjetsjenië. Ik zag hoe het Russische leger te werk ging. Oorlog maakt de wereld om je heen kapot, maar ook je innerlijke wereld. Ook ik had er toen veel moeite mee dat het leven in de grote steden gewoon doorging, terwijl mensen stierven.

„Mijn zoon werd achttien tijdens de tweede Tsjetsjeense oorlog en ik was als de dood dat hij ook naar het leger zou worden gestuurd. Ik zorgde voor een vrijstelling vanwege zijn slechte ogen. Daarvoor moest ik de artsen en het leger veel geld betalen, maar dat was het waard. Hij is nu 34 en woont in Sint-Petersburg. Mannen van die leeftijd zijn erg gewild in het leger, ook zonder militaire ervaring. Mijn zoon kent soldaten enkel van YouTube. Na de mobilisatie-aankondiging kon hij niet meer slapen, hij was in paniek. Uiteindelijk is hij naar Kazachstan vertrokken, via Omsk in Siberië naar Astana. Hij is de dans net ontsprongen. Mannen die niet wegkomen, proberen nu via Wit-Rusland te ontsnappen, maar dat is gevaarlijk want de Wit-Russische president Loekasjenko stuurt ze terug.”

Konstantin Ilin (37) en Roman Matvejev (36) uit Moskou, gevlucht naar Oezbekistan:
‘Mijn ouders denken dat we binnenkort weer naar huis komen’

„We hebben nul ervaring met het leger, maar ze roepen iedereen op en de mobilisatie is een grote chaos, dus dat is geen enkele garantie. We wisten dat we moesten vluchten, zeker toen we hoorden over het referendum in de Donbas en dat de grenzen gesloten zouden kunnen worden. We willen niet vechten, we zijn altijd tegen de oorlog geweest. Op Romans werk werden op één dag 51 medewerkers gemobiliseerd. Hij heeft meteen ontslag genomen. We kochten tickets voor Samarkand in Oezbekistan. Het levensonderhoud is goedkoper, de mensen zijn vriendelijk en spreken Russisch. Op het vliegveld kregen we vragen, maar we werden gewoon doorgelaten. De beambte glimlachte een beetje, het voelt alsof hij ons leven heeft gered.


Lees ook Chaos in Rusland na mobilisatie: mannen met oproepbriefjes en lange rijen voor grenzen

„Voor vertrek zaten we ontzettend in de stress. We moesten alles achterlaten en onze familie vaarwel zeggen. De shock is zo groot dat we nog niet echt beseffen hoe groot de impact van dit alles is. We hebben geen hoop op terugkeer, in Rusland kunnen we niet meer ademen. Een ziek man met een ziek plan trekt in Rusland aan de touwtjes. Als je openlijk praat over Oekraïne riskeer je tot vijftien jaar gevangenis. Er heerst totale wetteloosheid. Onze ouders begrijpen het minder goed. Ze steunen ons, maar denken ook dat we geld verspillen aan een ‘avontuur’ en dat we gauw weer thuiskomen.

„We blijven een maand in Samarkand, zodat we een rekening kunnen openen en we bij onze Russische bankrekening kunnen komen. We hebben cash, maar dat raakt op en de huren zijn hier omhoog geschoten. We willen naar Europa, Duitsland of Oostenrijk misschien. En we willen trouwen. Dat willen we al heel lang, maar in Rusland is dat onmogelijk. Ook door onze geaardheid zijn we daar niet veilig. Er zijn recent nog meer repressieve wetten aangenomen tegen homo’s. Als je openlijk gay bent en samenleeft zoals wij, riskeer je grote problemen.”

Russische reservisten nemen afscheid van hun familie in Batajsk, vlak bij de stad Rostov. Foto Arkadi Boednitski/EPA

Aleksandr Vladikavkaz (39), Noord Ossetië:
‘Wij kennen de dood. Wij zijn niet bang’

„In heel Noord-Ossetië hebben mensen legeroproepen ontvangen. Natuurlijk melden ze zich, wat anders? Een paar kennissen zijn al aan hun militaire training begonnen, maar ik weet niet hoe het ze nu vergaat.

„Bij ons in de regio is er geen paniek, niemand die vlucht. In de rijen hier verderop aan de grens met Georgië staan voor 98 procent Russen uit andere regio’s. Ik snap niet waarom ze willen vertrekken. Het Ossetische volk heeft in het verleden al vaker deelgenomen aan militaire operaties. De mannen zijn niet bang, want ze weten heel goed hoe ze met wapens moeten omgaan. In Rusland leren de mannen dat ze op een dag de wapens moeten opnemen om hun vaderland te beschermen. Het vaderland, dat is je gezin, je kinderen en je ouders. Oekraïne voelde voor de mensen hier toch ver weg, het ging ons niet aan. Maar nu wordt het menens. Het is duidelijk dat de NAVO en de VS de boel opstoken. Het is geen strijd meer tussen Russen en Oekraïners, maar veel groter.

„Ik heb een gezin en ik wil niet dat hen iets overkomt. Mijn kinderen zijn klein, wat als ze straks zonder vader opgroeien? En wat als de Oekraïners straks ons land binnenvallen, zoals de fascisten in de Tweede Wereldoorlog? Ze kunnen onze vrouwen opsluiten, of erger. Als de keuze is tussen nu vechten tegen het fascisme, of de gevolgen afwachten, dan is het beter om nu te gaan vechten. Natuurlijk zijn de vrouwen in paniek, maar vrouwen denken nu eenmaal anders. Ik ken mannen die hebben gevochten in Tsjetsjenië, in Syrië in antiterreur-operaties in Dagestan. Wij kennen de dood. Wij zijn niet bang.”

Lees verder…….