Huurwet Hugo de Jonge voor behandeling naar Tweede Kamer door steun NSC

Het wetsvoorstel waarmee demissionair woonminister Hugo de Jonge (CDA) de huurmarkt wil reguleren, wordt door de Tweede Kamer in behandeling genomen. Doordat NSC nu steun toezegt, is een meerderheid van de Kamer bereid het omstreden voorstel niet controversieel te verklaren. Voor De Jonge is de steun van de partij van Pieter Omtzigt een enorme opsteker. De afgelopen dagen was het allerminst zeker of het voorstel de behandelfase zou halen.

De Jonge presenteerde het langverwachte wetsvoorstel dinsdag aan de Kamer. De Wet betaalbare huur regelt dat het goedkopere deel van de vrije sector een huurplafond krijgt, bepaald aan de hand van het puntenstelsel voor woningwaardering (WWS).

Zo mogen verhuurders voor ‘middenhuurwoningen’ – die volgens het puntenstelsel een huur mogen hebben tussen 880 en 1.123 euro per maand – niet langer onbeperkte huren rekenen. De wet heeft als doel excessen op de woningmarkt aan te pakken en meer betaalbare huurwoningen te creëren voor woningzoekenden met middeninkomens, zoals politieagenten, zorgmedewerkers en leraren.

Omstreden

Het voorstel is omstreden. De Jonge moest zijn plannen sinds de aankondiging ervan anderhalf jaar geleden al flink afzwakken na kritiek van de Raad van State en flinke druk van institutionele beleggers en particuliere verhuurders. Naar schatting van het ministerie zouden zo’n 300.000 huurwoningen – met name in de grote steden – er bij een huurderswissel gemiddeld 190 euro door zakken in maandhuur. Vooral particuliere verhuurders dreigden hun huurwoningen massaal te verkopen als de wet zou worden aangenomen. Daardoor kon de voorraad beschikbare huurwoningen op korte termijn juist afnemen en zouden huren door krapte mogelijk stijgen.

Niet eerder presenteerde De Jonge een zo ingrijpende woningmarktwet. Of de Tweede Kamer het voorstel zou behandelen, hing donderdag voor een belangrijk deel af van NSC en PVV. NSC-Kamerlid Merlien Welzijn sprak vorige week in een commissievergadering haar zorg uit over een krimpende huurmarkt, mede door achterblijvende nieuwbouw. Ze zei de wetstekst van De Jonge af te wachten voordat haar fractie al dan niet zou besluiten zich achter de behandeling te scharen. Donderdag bleek NSC voldoende aanknopingspunten te zien voor behandeling. Alle partijen, uitgezonderd VVD en BBB, gaven donderdag aan de wet niet controversieel te willen verklaren. Het voorstel van GroenLinks/PvdA om de wet in behandeling te nemen werd daarop aangenomen.

Institutionele beleggers

De Jonge deed afgelopen dinsdag al nieuwe tegemoetkomingen voor institutionele beleggers. Zo mogen de huren straks iets harder stijgen; eerst mochten ze een half procent harder stijgen dan de cao-lonen, nu wordt dat een vol procent. Daarnaast geldt de huuropslag van 10 procent die beleggers mogen rekenen voor nieuwbouwwoningen die gebouwd worden tot 2026, zolang de huurregulering van kracht is. Dat was eerst nog tien jaar. Die aanpassing moet ervoor zorgen dat woningbouwplannen die nu op de tekentafel liggen niet worden uitgesteld omdat ontwikkelaars begrotingen niet rond krijgen.

De Jonge ziet voor institutionele beleggers, zoals pensioenfondsen en verzekeraars, een grote rol om woningen te bouwen. Brancheverenigingen IVBN (institutionele beleggers) en Neprom (projectontwikkelaars) lieten deze week weten kritisch tegenover de wet te staan. Ze vrezen voor de nieuwbouw als de huur van middenhuurwoningen gereguleerd wordt. De beleggers vragen het demissionaire kabinet meer mogelijkheden om de huren te verhogen. Daarnaast willen ze een lagere overdrachtsbelasting.

Niettemin willen IVBN en Neprom wel dat de Tweede Kamer zich buigt over de wet, zodat er eindelijk duidelijkheid komt voor beleggers.