Hoe de zorgkosten in Nederland vanzelf uit de hand lopen

De formatiebesprekingen liepen deze week vast op financiën, maar toekomstige formaties worden nog veel lastiger. Een van de redenen: het Baumol-effect, waardoor de kosten van diensten – dus ook van de zorg – structureel oplopen. Door
Illustratie Anne van Wieren

NSC-voorman Pieter Omtzigt zette dinsdag de onderhandelingen over de kabinetsformatie op sterk water, omdat hij kennelijk verrast werd door de jongste informatie over de overheidsfinanciën. Die gaat, aannemelijk, vooral over de zittingsperiode van het volgende kabinet. Maar écht schrikken is het pas als je de begroting op de lange termijn beziet. Voornaamste reden voor die angst zijn de kosten van de zorg. Die wordt steeds duurder en schrokt een toenemend deel van het nationale budget op.

Hoe komt dat? Het heeft onder meer te maken met vergrijzing, meer ouderen en meer medische kosten. Met nieuwe behandelingen ook, die altijd duurder zijn. En er is een belangrijke onderstroom die ervoor zorgt dat de zorg almaar duurder wordt. Zorg is een dienst, en dienstverlening is veel minder makkelijk rendabeler te maken dan productie van goederen.

Een fabriek is te automatiseren, te robotiseren. Taken kunnen in kleine stukjes worden opgedeeld. Binnen de fabriek zelf, maar ook binnen de keten van toeleveranciers. En de zaak kan worden verplaatst naar het buitenland, waar goedkoper geproduceerd kan worden.

Een productiviteitsverbetering gaat veel moeilijker bij het verlenen van diensten. Een overbekend voorbeeld: een symfonie van Beethoven kun je niet met een minder groot orkest spelen, en ook niet sneller. Normaal zou je denken dat lonen in de dienstensector minder snel omhoog gaan om het gebrek aan productiviteitsverbetering te compenseren. Dan zouden ook diensten niet zo snel in prijs stijgen.

Hier openbaart zich een probleem: dat gebeurt niet. De lonen van álle werknemers stijgen, grosso modo, op basis van de inflatie, de algemene prijsstijging van zowel goederen als diensten. Diensten worden daardoor relatief steeds duurder ten opzichte van goederen. En ze nemen een groeiend deel van de uitgaven in beslag van zowel consumenten als de overheid. Deze ‘kostenziekte’, waarbij de prijs van diensten uit de hand loopt, is voor het eerst geformuleerd door de Amerikaanse econoom William Baumol.

Hier zie je de prijsontwikkelingen in Nederland, met bovendien een paar alledaagse voorbeelden van hoe de prijs van een product en de bijbehorende dienst behoorlijk uit de pas kunnen gaan lopen.

Is dit erg? Ja. En het geldt voor alle volwassen economieën. Wat de zaak verder compliceert, is dat de lonen in de dienstverlening niet alleen gelijk op gingen met die in de industrie, maar vaak zelfs sneller stegen. Ambtenaren, ook een soort dienstverleners, gingen er de afgelopen kwart eeuw flink op vooruit. En dat geldt eveneens voor gezondheidszorg en welzijn. Het Baumol-effect is dus misschien wel groter geworden. Hier zie je de loonontwikkeling in actie:

Let wel: het gaat hier om de totale beloning per uur. Het betreft dus niet alleen cao-stijgingen, maar ook extra periodieken en dergelijke. Dat geeft het beste beeld van de kosten die ermee gemoeid zijn.

Nu is het niet zo dat er in de zorg geen enkele productiviteitsverbetering is. Maar de sector laat zich heel moeilijk meten – wat eveneens voor de prijsontwikkeling geldt. Daartegenover staan zaken als toenemende bureaucratie en een explosie aan administratieve (af)handelingen.

Op economenwebsite Me Judice stelde de Delftse kenner van productiviteit in de publieke sector Jos Blank vorig jaar dat overheidsbeleid het Baumol-effect alleen maar versterkt. Zijn analyse in het kort: een voortdurende waterval aan nieuw beleid is er de oorzaak van. Dat geldt ook voor de misplaatste overtuiging dat grotere productiviteit ten koste gaat van de kwaliteit van de zorg, en dus eigenlijk verdacht is. En dan is er ook de neiging naar schaalvergroting, door samenvoeging van instellingen, die vaak vooral leidt tot nóg meer bureaucratie.

Waar leidt dit toe? De zorgkosten lopen al flink op, bijvoorbeeld door de vergrijzing. Of door nieuwe technieken en medicijnen die op de markt komen en vaak aan de dure kant zijn – maar aan niemand kunnen worden geweigerd. En inderdaad: ook door de bovengemiddeld stijgende lonen in de sector.

De OESO, de club van gevestigde industrielanden, lanceerde vorige maand een onderzoek naar de toekomstige kosten van de zorg. Die nemen in alle industrielanden fors toe, want iedereen heeft in meer of mindere mate te maken met dezelfde fenomenen. In Nederland is het Baumol-effect zeker aanwezig, maar volgens de OESO minder sterk dan in veel andere landen. Kan je nagaan hoe dat zal gaan op de lange termijn.

Hier zie je de ontwikkeling van de zorgkosten in Nederland, met cijfers van statistiekbureau CBS, aangevuld met de OESO-prognose voor de economische groei én de zorgkosten. Als je die laatste twee combineert, gaan de zorgkosten als deel van het bbp omhoog van 10 procent in 1998, naar 13,2 procent nu en 16,3 procent in 2040. Dat is een sprong, in euro’s van nu, van 30 miljard. Toekomstige kabinetsformaties worden er niet makkelijker op.

Lees verder…….