Huishoudens met een laag inkomen kwamen in 2022 vaker moeilijk rond

‘Laagste armoederisico in 45 jaar door energietoeslag’, kopte het Centraal Bureau voor de Statistiek vorige maand. 3,8 procent van de Nederlandse bevolking, zo’n 637.000 mensen, had in 2022 een laag inkomen en liep daarmee risico op armoede. In 2021 was dat nog ongeveer 5 procent. De belangrijkste oorzaak van die daling: de honderden euro’s die het kabinet beschikbaar had gesteld voor compensatie voor de gestegen energieprijzen schroefde hun inkomen op.

Waren de 1.300 euro toeslag en extra financiële steunregelingen er niet geweest, dan waren er juist meer huishoudens dan in 2021 onder de lage inkomensgrens gezakt. Die grens lag vorig jaar voor een alleenstaande op 1.200 euro per maand, voor een paar op 1.690 euro en voor een gezin met twee kinderen was dat 2.300 euro.

Maar zelfs met de energiesteun hadden alleenstaanden en gezinnen het lastig, blijkt dinsdag uit een nieuwe CBS-publicatie over armoede en sociale uitsluiting. Zo’n 40 procent van de huishoudens gaf in 2022 aan moeite te hebben met het betalen van gebruikelijke, noodzakelijke uitgaven als de huur, boodschappen en de energierekening. Dat was het jaar ervoor nog 31 procent.

Financiële problemen

Het statistiekbureau keek in het nieuwe onderzoek onder meer naar de financiële positie van huishoudens. Een laag inkomen hoeft immers niet alles te zeggen, er zijn ook mensen die bewust van een laag inkomen leven omdat zij voldoende spaargeld op de bank hebben. Zes op de tien huishoudens met een laag inkomen bleek in de schulden te zitten, of maximaal 2.500 euro spaargeld te hebben. Slechts een op de zeven huishoudens beschikte in 2022 over een eigen woning. Maar ook zij kunnen in financiële problemen raken, schrijft het CBS, het vermogen zit immers vast in stenen.

De onderzoekers gingen verder na in hoeverre de hardnekkige financiële problemen samengaan met gezondheidsbeperkingen en sociale uitsluiting. Mensen met een laag inkomen voelden zich vier op de tien keer ‘minder dan goed’ gezond. Ook waren ze twee keer zo vaak eenzaam als mensen met een hoger inkomen en namen ze minder vaak deel aan de maatschappij, bijvoorbeeld door actief te zijn in het verenigingsleven of als vrijwilliger.

De politiek heeft steeds meer aandacht voor die sociale component van koopkracht- en armoedebeleid. Tijdens de afgelopen verkiezingen was bestaanszekerheid een buzzwoord, en ook tijdens de coalitieonderhandelingen zullen partijen hier afspraken over willen vastleggen voor de komende regeerperiode.

Eerder dit jaar boog een speciale commissie zich over het bedrag waarmee Nederlandse huishoudens volwaardig deel zouden kunnen nemen aan de maatschappij. Deze stelde toen dat alleenstaanden en koppels zonder kinderen maandelijks 100 tot 200 euro meer nodig hebben, een stel met een of meer kinderen 200 tot 500 euro. Door de verhoging van het minimumloon, de bijstand en de AOW sprong het kabinet bij de Miljoenennota voor 2024 al bij. De energietoeslag keert in 2024 echter niet meer terug, tot onvrede van Nationaal Instituut voor Budgetvoorlichting Nibud. Het vreest voor 2024 een koopkrachtdaling voor de huishoudens met de laagste inkomens.