Horsch is onschuldig, Boesch overtuigend

Recensie


Muziek

Liedkunst In het Muziekgebouw aan het IJ zongen Lucie Horsch en Florian Boesch recht uit het hart. Vooral bij de Oostenrijkse bariton Boesch was het resultaat verpletterend goed.

Blokfluitist Lucie Horsch zingt ook.
Blokfluitist Lucie Horsch zingt ook.

Heeft ze nou toch haar fluit meegenomen? Nee, Lucie Horsch had toch echt een microfoon in haar hand toen ze het podium van het Muziekgebouw op liep, om haar liederen voor het voorprogramma van de Grote Zangers-serie toe te lichten. Horsch is zo’n bijzonder schepsel dat muziek ademt. Internationaal gevierd als blokfluitist, terwijl ze daarnaast piano studeert. En nu is daar dus ook een zangconcert, met liederen van Clara Schumann en Johannes Brahms: het overkoepelende thema waarvoor ze koos is ‘de liefde’. Wat moet het heerlijk zijn je op zo veel manieren muzikaal te kunnen uiten.

Dat ze geprogrammeerd werd, zal ongetwijfeld te maken hebben met haar sterrenstatus als fluitist. Maar wat ze deed was niet verkeerd. Haar optreden was van een ontwapenende oprechtheid, haar enorme muzikaliteit is ook als liedvertolker onmiskenbaar. Maar bij bijvoorbeeld een lied als Brahms’ Von ewiger Liebe miste ze wat power, en in het begin zaten de zenuwen haar adem in de weg. Niets om je zorgen over te maken bij een zanger die nog niet eens afgestudeerd is, maar er zijn andere conservatoriumstudenten die minstens dezelfde kwaliteit in huis hebben, en toch nog niet geschikt worden geacht voor zo’n podium.

Voordat de Oostenrijkse bariton Florian Boesch vervolgens met pianist Malcolm Martineau aan zijn programma kon beginnen, moest ook hij het publiek nog even toespreken. De aangekondigde Kindertotenlieder van Mahler wilde hij bij nader inzien toch niet uitvoeren. Aanvankelijk dacht Boesch dat hij de cyclus, over het verlies van een kind, inmiddels emotioneel wel aankon. Hij had het recent uitgevoerd als personage, niet als de vader die hij zelf is. Maar bij de repetities kwam hij erachter dat hij het mis had. „Ofwel, ik zou er afstand van moeten houden tijdens het zingen. Ofwel ik laat het binnenkomen. En dat kan ik niet”, vertelde hij het publiek verontschuldigend.

Volkomen gerechtvaardigd, uiteraard. Maar de vraag wordt dan wel: als Mahlers Kindertotenlieder te dichtbij komen, hoe verhoud je je dan emotioneel tot de grenadiers of de elven uit de ballades en liederen van Schubert, Schumann en Loewe, die hij wel uitvoerde? Heeft zoiets dan wel emotionele impact?

Bij Boesch wel. Waar Horsch onschuldig was, was hij huiveringwekkend. Hij boog zijn stem soepel daar waar hij hem hebben wil, van afgrond-diep tot bijna pop-achtig falset. Is dit over de top? Gaat hij te ver? Voor een kniesoor vast, maar voor wie er open voor staat, was het volledig overtuigend. Samen met pianist Malcolm Martineau, die niet alleen geweldig speelde maar ook af en toe een theatraal dreigende blik de zaal in wierp, was hij een ideale verhalenverteller. Dus ja, elke toehoorder begreep dat hij met zo’n niveau van inleving de Kindertotenlieder niet wil en kan uitvoeren. Maar het gekke is, ergens wil je na zo’n avond bijna nóg liever dat hij het wel zou doen.

Lees verder…….